ik ben=ich bin
jij bent=du bist
hij is=er ist
zij is=sie ist
het is=es ist
men is=man ist
wij zijn=wir sind
jullie zijn=ihr seid
zij zijn=sie sind
u bent=Sie sind
ik heb=ich habe
jij hebt=du hast
hij heeft=er hat
zij heeft=sie hat
het heeft=es hat
men heeft=man hat
wij hebben-wir haben
jullie hebben=ihr habt
zij hebben=sie haben
u heeft=Sie haben
het adres=die Adresse
de dochter=die Tochter
duitsland=Deutschland
de e-mail=die E-Mail
het e-mailadres=die E-Mail-Adresse
de familie,gezin=die Familie
de heer=der Herr
het land=das Land
de man=der Mann
meneer=Herr
mevrouw=Frau
de moeder=die Mutter
de naam=die Name
nederland=die Niederlande
de nederlander=der Niederländer
de nederlandse=die Niederländerin
het nummer=die Nummer
oosterrijk=Österreich
de ouders=die Eltern
het paspoort=der Pass
de stad=die Stadt
de straat=die Straße
het telefoonnummer=die Telefonnummer
de vader=der Vater
de verjaardag=die Geburtsdag
de vrouw=die Frau
de zoon=der Sohn
Zwitserland=die Schweiz
hebben=haben
heten=heißen
komen=kommen
wonen=wohnen
zijn=sein
duits=Deutsch
geboren=geboren
groot,lang=groß
hoe=wie
jaar oud=Jahre alt
van=von
van waat,waar vandaan=woher
waar=wo
wat=was
wie=wer
de broer=der Bruder
het dorp=dasDorf
het haar=das Haar
de jongen=der Junge
het kind=das Kind
de leeraar=der Lehrer
de leeraares=die Lerheres
het meisje=das Madchen
het oog=Das Auge
de vriend=der Freund
de vriendin=die Freundin
de zus=schwester
bevallen=gefallen
doe=machen
erg houden van,lusten=lieben
houden van,lusten=mögen
opbellen=anrufen
sturen=schicken
verkopen=verkaufen
voorstellen=vorstellen
zich intresseren voor=sich interessieren für
aardig=nett
bei ons=bij uns
blauw=blau
bruin=braun
dom,stom=blöd
donker=dunkel
eerlijk=ehrlich
graag=gern
groot=groß
klein=klein
jong=jung
kort=kurz
lang=lang
met=mit
mooi=schön
mooi,knap=hübsch
niet=nicht
onvriendelijk=unfreundlich
oud=alt
rustig=ruhig
saai=langweilig
thuis=zu Hause
vriendelijk=freundlich
wat voor een=was für ein
het woord=das Wort
de opdracht=die Aufgabe
de zin=der Satz
aansluitend,vervolgens=anschließend
de volgorde=die Reihenfolge
de bewering=die Behauptung
juist=richting
onjuist=falsch
buitenlands=ausländisch
belangrijk=wichtig
de taal=die Sprache
kloppen=stimmen
vankantie houden=Urlaub machen
op de zenuwen werken, irriteren=nerven
de broers en zussen=die Geschwister
veel succes=viel Erfolg
heel=ganz
aankreuzen=ankeuzen
betekenen=bedeuten
betekenis=Bedeutung
de letter=buchstable
onderstrepen=unterstreichen
in de buurt van=in der Nähe von
soms=manchmal
steeds, altijd=immer
wandelen=spazieren
doorbrengen=verbringen
het weekeinde=das wochende
meestal=meistens
kletsen=quatschen
bijvoorbeeld=zum Beispiel
misschien, wellicht=viellicht
blij zijn met=sich freuen
fietsen=Fahrard fahren
schilderen=malen
de piano=das Klavier
de viool=die Geige
verlegen, schuchter=scüchtern
tekenen=zeichnen
tot binnenkort!=Bis bald!