Woordjes leren latijn
Beste bezoeker,
Wellicht kom je op onze site terecht omdat je op zoek bent naar woordenlijsten voor de methode latijn. Woordjesleren.nl en studygo.com hebben de handen ineen geslagen om samen het allerbeste overhoorplatform van Nederland te maken! Je kunt je woordenlijst voor de methode latijn dan ook vinden op studygo.com. Zie ook onze tips.
- Bespaar tijd
- Haal hogere cijfers
- Lijsten van uitgevers
- Verbeter je uitspraak
- Leer altijd en overal
- Nederlandse klantenservice
Wil je toch de woordenlijst opzoeken via woordjesleren.nl? Scroll dan naar beneden!
Hoofdstukken latijn
Taal: Latijn monumentum=monument, gedenkteken
donum=geschenk
funus+gen=funeris, begrafenis
hic, haec, hoc=deze, dit
hīc=hier
hic. . .hic. . .=hier daar
familia 2x=gezin slaven personeel
puer=jongen
puella=meisje
vir=man
femina=vrouw
pater+gen 2x=patris, vader senatoren
mater+gen=matris, moeder
parentes+gen=parentum, ouders
natus=zoon
filius=zoon
filia=dochter
frater+gen=fratris, broer
soror+gen=sororis, zuster
avus=grootvader
avia=grootmoeder
coniunx+gen=coniugis, echtgenoot, echtgenote
servus=slaaf
servia=slavin
et 2x=en ook
et. . .et. . .=zowel als
sum, esse=zijn
sum+stt=esse, fui-zijn
adsum, adesse=aanwezig zijn
adsum+stt=adesse, adfui-aanwezig zijn
absum, abesse=afwezig zijn
absum+stt=abesse, afui-afwezig zijn
do, dare=geven
do+stt=dare, dedi, datus-geven
felix+gen=felicis, gelukkig
dulcis=zoet, aangenaam, lieflijk
pius=plichtsgetrouw, liefdevol
vivus=levend
vivo, vivere=leven
vivo+stt=vivere, vixi, victum-leven
factum 2x=daad feit
facio, facere 2x=maken doen
facio+stt=facere, feci, factus-maken doen
annus=jaar
mensis m+gen=mensis, maand
donum=geschenk
funus+gen=funeris, begrafenis
hic, haec, hoc=deze, dit
hīc=hier
hic. . .hic. . .=hier daar
familia 2x=gezin slaven personeel
puer=jongen
puella=meisje
vir=man
femina=vrouw
pater+gen 2x=patris, vader senatoren
mater+gen=matris, moeder
parentes+gen=parentum, ouders
natus=zoon
filius=zoon
filia=dochter
frater+gen=fratris, broer
soror+gen=sororis, zuster
avus=grootvader
avia=grootmoeder
coniunx+gen=coniugis, echtgenoot, echtgenote
servus=slaaf
servia=slavin
et 2x=en ook
et. . .et. . .=zowel als
sum, esse=zijn
sum+stt=esse, fui-zijn
adsum, adesse=aanwezig zijn
adsum+stt=adesse, adfui-aanwezig zijn
absum, abesse=afwezig zijn
absum+stt=abesse, afui-afwezig zijn
do, dare=geven
do+stt=dare, dedi, datus-geven
felix+gen=felicis, gelukkig
dulcis=zoet, aangenaam, lieflijk
pius=plichtsgetrouw, liefdevol
vivus=levend
vivo, vivere=leven
vivo+stt=vivere, vixi, victum-leven
factum 2x=daad feit
facio, facere 2x=maken doen
facio+stt=facere, feci, factus-maken doen
annus=jaar
mensis m+gen=mensis, maand
- Hoofdstuk 0 - geslachten declinaties - Gymnasium 1
- Hoofdstuk 1 - 201-215 - Gymnasium 2
- Hoofdstuk 1 - Blad met woorden voor toetsweek - Gymnasium 1
- Hoofdstuk 1 - Declinaties - Gymnasium 1 (deel 1)
- Hoofdstuk 1 - geslachten zn - Gymnasium 1 (deel 1)
- Hoofdstuk 1 - Vocabularium 201-290 - Gymnasium 1
- Alle hoofdstukken 1...
- Hoofdstuk 2 - Vocabularia van 101 t/m 205 - Gymnasium 1
Zoek in de oefeningen