Woordjes leren Leerwoorden Odysseus
Beste bezoeker,
Wellicht kom je op onze site terecht omdat je op zoek bent naar woordenlijsten voor de methode Leerwoorden Odysseus. Woordjesleren.nl en studygo.com hebben de handen ineen geslagen om samen het allerbeste overhoorplatform van Nederland te maken! Je kunt je woordenlijst voor de methode Leerwoorden Odysseus dan ook vinden op studygo.com. Zie ook onze tips.
- Bespaar tijd
- Haal hogere cijfers
- Lijsten van uitgevers
- Verbeter je uitspraak
- Leer altijd en overal
- Nederlandse klantenservice
Wil je toch de woordenlijst opzoeken via woordjesleren.nl? Scroll dan naar beneden!
Hoofdstukken Leerwoorden Odysseus
[2]
ἀναγω = in zee steken
αἱρεω = grijpen, innemen
πολεμεω = oorlogvoeren
φειδομαι = sparen
οἰκεω = bewonen
ὁπλον = wapen
παραγι(γ)νομαι= komen bij
[4]
ἡ νησος = eiland
το ἀντρον = grot
ἡ νυμφη = nimf
ἀγριος = wild, woest
ὁ ὀφθαλμος = oog
το μετωπον = voorhoofd
[5]
το πυρ, πυρος= vuur
τα ποιμνια= schapen, kudde
ὁ πετρος = rots, steen
θεαομαι = zien, (verwonderd) aanschouwen
κατεσθιω = opeten
[6]
αἰτεω = vragen, (op)eisen
ἐπερωταω = vragen
οὐτις = niemand
ἐμπροσθεν =ervoor, daarvoor
ὑπεσχομην aor. v. ὑπισχνεομαι= beloven
[7]
το ῥοπαλον = knots, knuppel
ἀδικεω =onrecht doen
ἀναχωρεω = weggaan, teruggaan
[8]
στας, -αντος ptc. aor. v. ἱσταμαι= gaan staan
ἡ γαστηρ, -τρος= maag, buik
[9]
ὁ μαντις, -εως =ziener
σωζω = redden
μηνιω = boos zijn op
[10]
ὁ ἀνεμος =wind
το σκαφος, -ους =schip, boot
ὁ καπνος = rook
[11]
ὁ χρυσος =goud
ἀξιοω = willen, wensen
[18]
παραπλεω= langsvaren
[19]
ὁ ὀρνιθος = vogel
ἡ μορφη = gedaante
κελευω = bevelen
ὁ ἱστος = mast
[22]
ἐνθα =daar, waar
ἡ βους, βοος= koe, rund
ἀναγω = in zee steken
αἱρεω = grijpen, innemen
πολεμεω = oorlogvoeren
φειδομαι = sparen
οἰκεω = bewonen
ὁπλον = wapen
παραγι(γ)νομαι= komen bij
[4]
ἡ νησος = eiland
το ἀντρον = grot
ἡ νυμφη = nimf
ἀγριος = wild, woest
ὁ ὀφθαλμος = oog
το μετωπον = voorhoofd
[5]
το πυρ, πυρος= vuur
τα ποιμνια= schapen, kudde
ὁ πετρος = rots, steen
θεαομαι = zien, (verwonderd) aanschouwen
κατεσθιω = opeten
[6]
αἰτεω = vragen, (op)eisen
ἐπερωταω = vragen
οὐτις = niemand
ἐμπροσθεν =ervoor, daarvoor
ὑπεσχομην aor. v. ὑπισχνεομαι= beloven
[7]
το ῥοπαλον = knots, knuppel
ἀδικεω =onrecht doen
ἀναχωρεω = weggaan, teruggaan
[8]
στας, -αντος ptc. aor. v. ἱσταμαι= gaan staan
ἡ γαστηρ, -τρος= maag, buik
[9]
ὁ μαντις, -εως =ziener
σωζω = redden
μηνιω = boos zijn op
[10]
ὁ ἀνεμος =wind
το σκαφος, -ους =schip, boot
ὁ καπνος = rook
[11]
ὁ χρυσος =goud
ἀξιοω = willen, wensen
[18]
παραπλεω= langsvaren
[19]
ὁ ὀρνιθος = vogel
ἡ μορφη = gedaante
κελευω = bevelen
ὁ ἱστος = mast
[22]
ἐνθα =daar, waar
ἡ βους, βοος= koe, rund
Zoek in de oefeningen