Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

BNA Spaans, deel 1

8 Los días de la semana, los meses del año

Jaar 1 (Gymnasium)

Cuándo? = Wanneer?	 
abril = april	 
agosto = augustus	 
amarillo = geel	 
ayer = gisteren	 
azul = blauw	 
con = met	 
el conejo = konijn	 
el cumpleaños = verjaardag	 
diciembre = december	 
el domingo = zondag	 
enero = januari	 
favorito = favoriet	 
febrero = februari	 
el gato = kat	 
hoy = vandaag	 
el jueves = donderdag	 
julio = juli	 
junio = juni	 
el loro = papegaai	 
el lunes = maandag	 
mañana = morgen	 
la manaña = de ochtend	 
el martes = dinsdag	 
marzo = maart	 
mayo = mei	 
el mes = de maand	 
el miércoles = woensdag	 
naranja = oranje	 
la naranja	 = sinaasappel	 
noviembre = november	 
octubre = oktober	 
el perro = hond	 
el pez = vis	 
la rana = kikker	 
rojo = rood	 
rosa = roze	 
el sábado = zaterdag	 
septiembre = september	 
sí = ja	 
verde = groen	 
el viernes = vrijdag	 
violeta = paars	 
cumplir = jarig zijn	 
cumplo = ik ben jarig	 
es lunes = het is maandag	 
odia = hij, zij, u haat	 
pinta = hij, zij, u schildert	 
pintas = jij schildert	 
pinto = ik schilder	 
primavera = lente	 
verano = zomer	 
otoño = herfst	 
invierno = winter

Ingezonden op 02-06-2012 - 1472x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

BNA Spaans
Hoofdstuk 8 Los días de la semana, los meses del año

Vakken

BNA Spaans, deel 1

8 Los días de la semana, los meses del año