Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
happy history
› 2 CE REPUBLIEK begrippen MEMO
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
happy history
2 CE REPUBLIEK begrippen MEMO
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
anglicaanse kerk = door hendrik v111 gestichte staatskerk in engeland. calvinisme = een protestantse stroming die zich baseert op de ideeën van hervormer johannes calvijn. sterk aanwezig in de republiek. centrale raden = drie door karel v ingestelde bestuurlijke organen die boven de gewesten stonden. zij functioneerden als adviesraden voor de landvoogdes over te nemen beslissingen voor alle gewesten samen. centralisatiepolitiek = het streven naar eenheid van bestuur; dat wil zeggen dat een rijk geregeerd wordt vanuit één centrale hoofdstad en dat in het hele rijk dezelfde wetten en regels gelden. godsdienstvrede van augsburg = verdrag uit 1555 waarin werd vastgelegd dat alle vorsten van het duitse rijk zelf konden besluiten welke de officiële godsdienst in hun gebied zou zijn. de hanze = verbond van handelssteden in noordwest-europa, ont-staan vanuit de behoefte aan veiligheid voor de handel en het bedrijf. humanisme = intellectuele beweging aan het einde van de 14e eeuw die vooral gekenmerkt wordt door een herbezinning op de mens en zijn plek in de samenleving. humanisten hadden ook veel kritiek op misstanden in de kerk van die tijd. katholiek = behorend tot de rooms-katholieke kerk. deze kerk was tot de reformatie en de daaropvolgende scheuring de officiële kerk in de nederlanden. aan het hoofd stond en staat de paus. landsheer = vorst of hoogste machthebber van een land of gewest. de landsheer kon ook de vorst zijn van verschillende gebieden tegelijk. in die verschillende gebieden kon hij verschillende titels hebben, bijvoorbeeld koning, graaf of hertog. landvoogd(es) = de man of vrouw die in de nederlanden onder karel ven filips 11 als de officiële plaatsvervanger van de vorst optrad. moedernegotie = de naam voor de (graan)handel via de oostzee. de naam geeft aan dat deze handel aan de basis stond van veel andere handelsactiviteiten en -successen. particularisme = de neiging om als gewest vooral vanuit je eigen belang/ privileges besluiten te nemen. lastig voor een succesvolle centralisatiepotitiek. protestanten = verzamelbegrip voor de aanhangers van de reformatie. algemener: gelovigen die behoren tot een kerkgenoot-schap dat ontstaan is uit protest tegen de misstanden in de rooms-katholieke kerk. reformatie = ook hervorming genoemd. beweging die streefde naar her-vorming van de rooms-katholieke kerk en die uiteindelijk leidde tot een scheuring binnen die kerk. bekende reforma-toren zijn luther en calvijn. staatskerk = kerkgenootschap dat door de staat als enige officiële kerk wordt erkend en waarbij staatslieden ook het hoofd van de kerk vormen. staten-generaal = vergadering van afgevaardigden van alle gewesten. vanaf 1588 het hoogste bestuursorgaan van de republiek. acte van verlatinghe = officieel besluit uit 1581 van de opstandige unie van utrecht om de spaanse koning filips ii niet meer als hun soevereine vorst te erkennen. beeldenstorm = golf van geweld in 1566 tegen katholieke instituties (kerken en kloosters) door voornamelijk protestanten, uit woede over de kettervervoigingen en de slechte economische omstandigheden. bloedbruiloft = bloedbad in parijs in 1572 naar aanleiding van het huwelijk van de zuster van de katholieke franse koning met een protestantse edelman, waarbij katholieken een slachting aanrichtten onder hugenoten. gewetensvrijheid = de vrijheid om je eigen geloof en godsdienst te kiezen zonder daarvoor vervolgd te worden. dit wil niet per se zeggen dat je je geloof ook openlijk en georganiseerd mag belijden. godsdienstvrijheid = de vrijheid om voor je geloof uit te komen en dit geloof openlijk (bijvoorbeeld in kerkgebouwen) te belijden en een kerkgenootschap te stichten. handelskapitalisme = economische ontwikkeling in de 16e eeuw waarbij door de bloei van de handel en de nijverheid het kapitaal van de koopman een hoofdrol gaat spelen in de samenleving. hugenoten = benaming voor de protestanten in frankrijk. heel wat voor-aanstaande hugenoten vluchtten naar de republiek. inquisitie = kerkelijke rechtbank van de rooms-katholieke kerk, die mensen met een ander geloof (ketters) moest opsporen en veroordelen. pacificatie van gent = vredesverdrag uit 1576 tussen de opstandige gewesten en de gewesten die trouw waren gebleven aan filips ii. het verdrag werd niet door filips erkend. privileges = officieel toegestane rechten en voorrechten (van steden of edelen) die afwijken van de normaal en voor iedereen geldende regels. raadpensionaris = hoogste rechtsgeleerde ambtenaar in dienst van het ge-west holland die voorzitter was van de statenvergadering en optrad als een soort premier én minister van buiten-landse zaken voor de hele republiek. voor 1617 werd deze functie aangeduid met 'landsadvocaat'. regenten = de machtige bestuurders van steden en gewesten, voortge-komen uit de rijke burgerij. republiek (der zeven verenigde nederlanden) = statenbond van zeven onafhankelijke gewesten in de noordelijke nederlanden die zich hadden losgemaakt van het spaanse gezag via de unie van utrecht en de acte van verlatinghe. smeekschrift = petitie van een groep protestantse en katholieke edelen aan de landvoogdes margaretha van parma, waarin onder meer gevraagd werd om een matiging van de kettervervol-gingen. stadhouder = plaatsvervanger van de vorst in een gewest (provincie) van de nederlanden. iemand kon stadhouder zijn in meer dan één gewest tegelijk. unie van atrecht = verbond uit 1579 tussen een aantal zuidelijke nederlandse gewesten die de spaanse landvoogd parma als hun lands-heer erkenden. unie van utrecht = verbond uit 1579 tussen een aantal noordelijke neder-landse gewesten (en enkele steden uit het zuiden) die in opstand waren gekomen tegen filips ii en die de spaanse landvoogd parma niet als hun landsheer wensten te erken-nen. begin van de nederlandse staat. deductie van vrancken = verdediging van de soevereiniteit van de gewesten door een raadpensionaris uit gouda met de naam vrancken. dit betoog wordt beschouwd als de theoretische rechtvaardi-ging van het eigen bestuur van de republiek. dertigjarige oorlog = uitputtende oorlog uitgevochten op duits gebied door ver-schillende europese staten tussen 1618 en 1648. afgesloten met de vrede van westfalen (tegelijk met de vrede van munster). driehoekshandel = het handelsverkeer tussen de republiek, afrika en ame-rika. belangrijk onderdeel ervan was de handel in slaven vanuit afrika naar amerika en in suiker en andere produc-ten van de plantages naar europa. drievoudig verbond = een in 1596 gesloten verbond tussen de republiek, enge-land en frankrijk, gericht tegen spanje, waarbij de republiek (voor het eerst) als onafhankelijke mogendheid werd erkend. edict van nantes = uitgevaardigd in 1598 door de koning hendrik iv om de godsdiensttwisten in frankrijk te beëindigen. hugenoten (protestanten) kregen het recht op uitoefening van hun geloof. generaliteitslanden = gebieden die in de 17e eeuw door de republiek op de spanjaarden werden veroverd en bestuurlijk direct onder de staten-generaal vielen en dus geen eigen bestuur kenden. het betreft met name brabant, limburg en zeeuws-vlaanderen. kaapvaart = zeeroverij gesanctioneerd door kapersbrieven van de over-heid, gericht tegen vijandelijke schepen. staatse leger = het leger van de republiek, ontstaan in 1575 na een besluit van de staten-generaal en de afscheiding van de zuidelijke nederlanden. in 1588 door maurits hervormd tot een leger van permanent onder de wapenen gehouden beroepssol-daten. stapelmarkt = plaats waar (voornamelijk) geïmporteerde goederen wor-den opgeslagen (gestapeld) en doorverkocht, vaak op een gunstig moment (bij prijsstijgingen). amsterdam was de belangrijkste stapelmarkt in de 1.7e eeuw. statenbond = staatsinrichting waarbij de verschillende delen (gewesten) van een land een grote zelfstandigheid bezitten en weinig aan een centrale regering overlaten. twaalfjarig bestand twaalf jaar durende wapenstilstand (1609-1621) tussen spanje en de republiek. voc = vereenigde oost-indische compagnie (opgericht in 1602). handelsmaatschappij die het monopolie bezat op de han-del op alle gebieden op de oostkust van afrika en op azië. vrede van munster = vrede tussen spanje en de republiek (1648) waarbij een einde kwam aan de tachtigjarige oorlog. de republiek werd vanaf die tijd in heel europa als nieuwe staat erkend. wic = west-indische compagnie. handelsmaatschappij, opgericht in 1621 met een handelsmonopolie op de westkust van afrika en in noord- en zuid-amerika. bedreef meer kaap-vaart dan handel, met uitzondering van de slavenhandel. wisselbank = bank in amsterdam waar schuldbewijzen werden uitgege-ven en verhandeld, waardoor kooplieden handel konden drijven zonder directe betalingsverplichting. belangrijke stimulans voor de handel in amsterdam. absolutisme = regeringsvorm waarbij de koning alle macht heeft. die zou hij van god hebben ontvangen. een goed voorbeeld van een dergelijke vorst was lodewijk xiv. acte van navigatie = scheepvaartwet, ter bescherming van de engelse scheep-vaart. geen land mocht producten invoeren naar engeland die niet in het eigen land geproduceerd waren. nederland mocht dus bijvoorbeeld geen waren uit de oostzee, frank-rijk of zweden naar engeland vervoeren. glorious revolution = machtsovername door willem iii en zijn echtgenote maria stuart als koning en koningin van engeland, schotland en ierland, op uitnodiging van een aantal protestantse leiders in londen. gouden eeuw = populaire benaming voor de 17e eeuw waarin een grote ex-pansie van handel en nijverheid plaatsvond gecombineerd met een sterke ontwikkeling van kunst en wetenschap. na het rampjaar 1672 ging het snel achteruit met deze gouden eeuw. hollandse waterlinie = verdediging waarbij grote delen van het westen van het land onder water gezet werden om de vijand de toegang tot het gewest holland te verhinderen. toegepast in het rampjaar 1672. mercantilisme = economische politiek waarbij de overheid de nationale handel beschermt tegen buitenlandse handel en nijver-heid. bijvoorbeeld door het heffen van hoge invoerbelas-tingen voor buitenlandse producten. parlementaire monarchie = land waarin een koning(in) staatshoofd is maar het parle-ment ook veel macht bezit (engeland in de 17e eeuw). regelmatig leidt dit tot conflicten tussen vorst en parlement. prinsgezinden = aanhangers van de stadhouder (zoals maurits en later willem iii) die streefden naar een nederland bestuurd door een lid van de familie van oranje. staatsgezinden = politieke stroming voortgekomen uit de loevesteinse factie. zij beschouwden de gewestelijke soevereiniteit als grondslag voor de republiek. veelal aanhangers van de 'ware vrijheid' en tegenstanders van een machtige stadhouder. stadhouderloos tijdperk = periode in de republiek waarin door de meeste gewesten in de republiek geen stadhouder werd aangesteld (1650- 1672 en 1702-1742). vrijhandel = handel tussen landen die niet belemmerd wordt door in-voerheffingen of uitvoerbeperkingen. de republiek bedreef zo veel mogelijk vrijhandel in europa, maar niet op de inter-continentale handel. ware vrijheid = aanduiding voor de periode van het stadhouderloze tijd-perk (1650-1672) waarin de ideeën van raadpensionaris johan de witt en zijn aanhangers toonaangevend waren. zijn opvattingen zijn vooral ook gericht tegen het stadhou-derschap van de oranjes waarbij geen 'ware vrijheid' zou kunnen bestaan.
Ingezonden op 22-06-2012 - 1466x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
De begrippen helpen je bij de bestudering van het examen-onderwerp. Zij zijn betekenisvol en verhelderend voor het thema en dragen bij tot de beantwoording van de vraag-stelling. De begrippen worden verklaard in relatie met het CE-onderwerp. In de lees- en leertekst van het basiskatern zijn deze begrippen vet en in hoofdletters weergegeven.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!