Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
happy history
› 4 CE REPUBLIEK basisvragen 1477-1555 WALBURG
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
happy history
4 CE REPUBLIEK basisvragen 1477-1555 WALBURG
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1a Welk deel van de Nederlanden stond sinds 1477 onder Habsburgs gezag? = Vanaf 1477 stonden de Zuidelijke Nederlanden en Holland en Zeeland onder Habsburgs gezag. 1b Op welke wijze kwam ook de rest van de Nederlanden onder Habsburgs gezag? = Door vererving en verovering waren (in 1543) ook alle andere Noord-Nederlandse gewesten onder Habsburgs gezag gekomen. 2 Karel V werd heer van de Nederlanden. Van welke andere gebieden werd hij ook heer, of koning of keizer? = Karel V was behalve heer van de Nederlanden: - koning van Spanje (door vererving); - heer van de Habsburgse erflanden (door vererving); - keizer van het Duitse rijk (gekozen); - heerser over Midden-Amerika en grote delen van Zuid-Amerika (door verovering). 3 Wie streden in Europa sinds de Late Middeleeuwen om macht en invloed? = In de Late Middeleeuwen begon in Europa een strijd om macht en invloed tussen vorsten aan de ene kant en de opkomende burgerij en adel aan de andere kant. Deze strijd zette in de 16de eeuw door. 4 Op welke wijze probeerden de vorsten hun positie te verstevigen? = De vorsten probeerden hun positie te verstevigen door een politiek van centralisatie (streven naar een centraal bestuur dat boven de lokale besturen stond). 5a Wat was het resultaat van deze strijd voor de macht van de koning in Frankrijk? = - Daar eigenden de koningen zich steeds meer macht toe; - ontstonden de eerste ideeën over absolute macht van de koning; - werden lokale adellijke bestuurders steeds meer verdrongen door koninklijke ambtenaren. 5b Wat was het resultaat van deze strijd voor de macht van de koning in Engeland? = - Daar bleef het parlement een tegenwicht tegen de vorstelijke macht vormen; - kon de koning geen belastingen opleggen zonder toestemming van het parlement; - slaagden koningen er echter vaak in het parlement naar hun hand te zetten. 6a Op welke wijze organiseerde Karel V het bestuur in de Nederlanden? = - Hij benoemde een landvoogd (zijn plaatsvervanger als hij zelf niet in de Nederlanden aanwezig was). - Hij benoemde drie centrale raden: de Raad van State, de Raad van Financiën en de Geheime Raad. Deze adviseerden hem en zorgden mede voor uitvoering van zijn beleid. 6b Welke Raad was voor Karel V het belangrijkst? = De Geheime. Deze was belast met de uitvoering van het beleid en had daardoor veel te maken met de lokale overheden, die de wetten en verordeningen moesten toepassen. 6c Op welke wijze vergrootte Karel V zijn inkomsten? = Om zijn inkomsten te vergroten verhoogde Karel telkens de beden. Om het geld bijeen te krijgen moesten de gewesten vermogensbelasting heffen en nieuwe accijnzen invoeren (op verkoop van bier, wijn, zout, haring en laken). 7 Wie volgde Karel V op? En wanneer? = In Spanje en de Nederlanden zijn zoon Filips II, in 1555. 8a Welke gewesten waren van oudsher de kerngewesten van de Nederlanden? = Vlaanderen en Brabant 8b Waarin verschilden zij van Frankrijk, grote delen van Engeland en andere gewesten in de Nederlanden? = Deze gewesten waren sterk verstedelijkt. 8c Welke gebieden of landen omvatte het Vlaamse handelsnetwerk? = De Vlaamse handelssteden (Brugge, Gent en Ieper) maakten deel uit van een internationaal handelsnetwerk dat het Oostzeegebied, Italië, Frankrijk en Engeland omvatte. 9a Waardoor werd de voedselvoorziening van de Hollandse steden in het begin van de 16de eeuw bedreigd? = De voedselvoorziening van de Hollandse steden werd in het begin van de 16de eeuw bedreigd door de lage opbrengsten van de landbouw in Holland. De voornaamste oorzaak daarvan was de vervening, waardoor de grond niet meer geschikt was voor graanverbouw. 9b Op welke wijze werden de voedseltekorten overwonnen? = De voedselvoorziening werd op peil gebracht doordat Hollandse kooplieden goedkoop graan uit het Oostzeegebied (vooral uit Polen en de Baltische landen) gingen importeren (Moedernegotie). 10 Waardoor werd de landbouw in Holland winstgevend gemaakt? = De landbouw werd winstgevend door: - specialisatie: het zich toeleggen op vooral zuivelproducten (melk, boter en kaas) en handelsgewassen (vlas, hennep en koolzaad); - commercialisering: het overschakelen van productie voor eigen gebruik naar productie voor de stedelijke markt of de export. 11a Waardoor profiteerde Karel V van de welvaart van vooral de Hollandse steden? = - De Hollandse steden waren door hun toenemende welvaart in staat hoge belastingen op te brengen en flink bij te dragen in de kosten die Karel V maakte in zijn vele oorlogen. - Vlaanderen en Brabant stonden alleen maar toe dat hun belastinggeld werd gebruikt voor de verdediging tegen Frankrijk aan de grenzen van Vlaanderen. 11b Welke twee tegenprestaties probeerde Holland van Karel V te krijgen? - Holland probeerde als tegenprestaties te krijgen: - zoveel mogelijk regionale autonomie (zeggenschap over plaatselijke aangelegenheden); - invloed in de andere gewesten van de Noordelijke Nederlanden. 11c Welk argument voerde Holland aan om invloed te krijgen in de andere gewesten van de Noordelijke Nederlanden? = De Staten van Holland wezen Karel V erop dat hij zijn oorlogen in de Nederlanden vooral voerde met Hollands belastinggeld. 12a Welke oorzaken leidden in het begin van de 16de eeuw tot een beweging om de katholieke Kerk te hervormen? = De hervormingsbeweging die in het begin van de 16de eeuw ontstond, had de volgende oorzaken: - Hervormingsgezinden vonden dat het ware en zuivere geloof alleen in de Bijbel (vooral het Nieuwe Testament) te vinden was. Zij verwierpen bijna alles wat in de loop der eeuwen in de Kerk was gegroeid. - Ook hadden hervormers kritiek op de macht en rijkdom van de Kerk, en op de slechte levenswijze van veel geestelijken. 12b Welk gevolg had de hervormingsbeweging? = De hervormingsbeweging leidde tot een breuk in het christendom tussen katholieken en protestanten: de Reformatie of Kerkhervorming. Naast de katholieke Kerk ontstonden verschillende andere christelijke Kerken. 13 Waarom kozen de meeste vorsten voor onderdrukking van andersdenkenden? = De vorsten wilden de eenheid in hun staat handhaven om chaos te voorkomen en stonden daarom meestal slechts één godsdienst toe. 14a Wie werden vervolgd in de Nederlanden? = In de Nederlanden vervolgde Karel V de protestanten. 14b Op welke wijze probeerde Karel V de verbreiding van de leer van Luther te voorkomen? = Al in 1521 vaardigde Karel V het Edict van Worms uit, dat gold voor zijn hele rijk: - hij verbood het drukken, verspreiden of bezitten van Luthers’ geschriften; - de uitvoering van het Edict liet hij over aan de lokale overheden. (Maar in de Nederlanden waren die vaak niet bereid mee te werken.) 14c Op welke wijze centraliseerde Karel V de vervolging van protestanten in de Nederlanden? = In 1522 centraliseerde Karel de vervolging van protestanten in de Nederlanden door het instellen een Nederlandse Inquisitie, een kerkelijke ‘recherche’ die ‘ketters’ (protestanten) moest opsporen. 15a Welke concessie aan de protestanten moest Karel V in zijn Duitse gebieden toestaan? = Met de Vrede van Augsburg in 1555 werd Karel V gedwongen om in Duitse gebieden waar de lokale vorst protestants was, de protestantse eredienst toe te staan. 15b Waarom ervoer Karel V de vrede van Augsburg als een enorme nederlaag? = Karel V ervoer de vrede van Augsburg als een enorme nederlaag voor zijn politiek, want handhaving van de eenheid onder de christenen was een van zijn belangrijkste doelen. 15c Wie werden vervolgd in Frankrijk? = In Frankrijk werden protestanten (voornamelijk volgelingen van Calvijn, hugenoten genoemd) vervolgd. 15d Wat was in Engeland voor koning Hendrik VIII de aanleiding om een eigen staatskerk te stichten? = De aanleiding was een conflict tussen de koning en de paus. Een verzoek van Hendrik VIII om hem echtscheiding toe te staan van zijn vrouw Catharina van Aragon was door de paus afgewezen. Hendrik VIII erkende daarop het gezag van de paus niet meer, maakte de katholieke Kerk in Engeland los van het gezag van de paus en liet zich door het parlement tot hoofd van de Kerk (de Church of England of Anglicaanse Kerk) benoemen (1534). 15e Welk conflict ontstond binnen de Engelse staatskerk? = Binnen de Engelse staatskerk ontstond echter een langdurig conflict tussen degenen die de Church of England wilden hervormen tot een ‘zuiver’ protestantse Kerk, daarom ‘puriteinen’ genoemd, en degenen die zoveel mogelijk katholieke instellingen (bijvoorbeeld bisdommen) en rituelen wilden behouden. 15f Wie werden in Engeland vervolgd tijdens de regeerperioden van koning Edward VI en na hem koningin Maria? = Tijdens de regeerperiode van koning Edward werden katholieken vervolgd, tijdens die van koningin Maria protestanten.
Ingezonden op 24-06-2012 - 1481x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Op het examen moet je tonen iets te kennen en te kunnen. De kern van wat je moet kennen is verwerkt in basisvragen. Hiermee kun je de kern van de stofomschrijving oefenen. De basisvragen uit deze oefening gaan alleen over de periode 1477-1555. Je kunt ze gebruiken als basis en daarnaast tijdens de les verder oefenen met wat je zoal moet kunnen.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!