Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
happy history
› 4 CE REPUBLIEK basisvragen 1555-1588 WALBURG
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
happy history
4 CE REPUBLIEK basisvragen 1555-1588 WALBURG
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1 Waardoor ontstond in de Nederlanden opstandigheid tegen Filips II en zijn landvoogdes? = In de Nederlanden ontstond opstandigheid tegen Filips II en zijn landvoogdes door onvrede over: - de hoge belastingdruk, - de centralisatiepolitiek, - de strenge godsdienstpolitiek. 2 Waarom waren de elites in de steden en gewesten tegen de centralisatiepolitiek van Filips II? = De elites in de steden en gewesten waren tegen de centralisatiepolitiek van Filips II, omdat zij er hun autonomie door dreigden te verliezen. 3a Op welke wijze probeerden edelen in 1566 de rust in hun gewesten te herstellen? = Om de rust in hun gewesten te herstellen probeerden lagere edelen in 1566 via een ‘Smeekschrift’ Filips II over te halen de vervolging van protestanten te matigen. Een groep van ongeveer tweehonderd lagere edelen bood dit Smeekschrift aan landvoogdes Margaretha van Parma aan. 3b Welk succes behaalden de edelen op korte termijn? = De landvoogdes beloofde de plakkaten minder streng te zullen uitvoeren. Zij stuurde het smeekschrift door naar Filips. 3c Tot welke onbedoelde gevolgen leidde dat succes? = - Doordat Margaretha minder hard optrad, durfden calvinisten ‘hagepreken’ te houden. - Daarna volgde de Beeldenstorm: het met geweld vernielen of verwijderen van heiligenbeelden, schilderijen en andere kostbaarheden uit katholieke kerken. 4 Noem drie Spaanse maatregelen als reactie op de Beeldenstorm. = - Filips II wilde de verantwoordelijken voor de Beeldenstorm straffen en stuurde Alva met een leger naar de Nederlanden (1567). - Filips II verving Margaretha van Parma als landvoogdes door Alva. - Alva ging de protestanten strenger vervolgen. Hij richtte een centrale rechtbank op, de ‘Raad van Beroerten’ of ‘Bloedraad’, om de beeldenstormers en allen die verdacht werden van opstandigheid op te sporen en te straffen. 5 Wat werden in de 16de eeuw de twee belangrijkste protestantse groepen? En welke aanhang hadden zij toen in de Nederlanden? = - In de eerste helft van de 16de eeuw waren de meeste Nederlandse protestanten aanhangers van Maarten Luther, die in 1517 met de Hervorming begon. - In de tweede helft van de 16de eeuw drongen de ideeën van Calvijn in de Nederlanden door. De meeste protestanten hier werden toen calvinist. 6a Waaruit bleek dat de kloof tussen de edelen en Filips II werd vergroot? = Door de Beeldenstorm en de komst van Alva werd de kloof tussen de edelen en landsheer Filips II vergroot: - Twee hoge edelen werden door de Raad van Beroerten veroordeeld en in 1568 op de markt in Brussel onthoofd. - Willem van Oranje werd door Alva ontslagen als stadhouder. Zijn landgoederen werden verbeurd verklaard. 6b Waarop liep het conflict uit? = Het conflict liep uit op een oorlog die pas in 1648 zou eindigen (de Tachtigjarige Oorlog). 7a Onder wiens leiding verbreidde de Opstand tegen Filips II zich over de Nederlanden? = Onder leiding van Willem van Oranje verbreidde de Opstand tegen Filips II zich over de Nederlanden. 7b Waarmee begon de Opstand? = In 1568 deden Willem van Oranje en zijn broer Lodewijk van Nassau met huurlegers vanuit Duitsland invallen in de Nederlanden. Deze invallen mislukten. 7c Wat was het eerste succes van de Opstand? = Het eerste succes van de Opstand was de (toevallige) inname van Den Briel door Watergeuzen op 1 april 1572. Die namen daarna de macht over in enkele Hollandse en Zeeuwse steden. 7d Waardoor mislukten de invallen van Willem van Oranje en Lodewijk van Nassau in 1572? = - Willem van Oranje deed in 1572 opnieuw een inval, maar ook nu kwam de grotendeels katholieke bevolking niet in opstand. - Bij de inval van Lodewijk van Nassau vanuit Frankrijk kwam geen steun van de Franse hugenoten (door de ‘Bloedbruiloft’) 8 Waardoor ontstond in de Nederlanden op politiek en godsdienstig gebied verdeeldheid in de eerste jaren van de oorlog? = De strijd leidde tot politieke en godsdienstige verdeeldheid in de Nederlanden: - Het Spaanse leger heroverde alle opstandige steden behalve een aantal steden in Holland en Zeeland. - Er ontstond een tegenstelling tussen de gewesten waar het katholicisme heerste en die waar het calvinisme de enig toegestane godsdienst was (Holland en Zeeland). 9 Om welke twee doelen ging het bij de onderhandelingen voor de Pacificatie van Gent? En werden die bereikt? = Bij de onderhandelingen voor de Pacificatie van Gent ging het om: - het vertrek van de Spaanse troepen. - Dat doel werd bereikt: de Spaanse landvoogd stemde ermee in de troepen terug te trekken. - een gezamenlijk standpunt over godsdienstige kwesties. Daarover werden de gewesten het niet eens. Radicale katholieken en radicale calvinisten weigerden concessies te doen om tot verdraagzaamheid te komen. Daarom werd bij de Pacificatie besloten de bestaande toestand te handhaven. 10 Door welke keten van oorzaken en gevolgen raakten de Nederlandse gewesten steeds meer verdeeld? De godsdienstkwestie leidde tot het mislukken van de Pacificatie van Gent: - In strijd met de Pacificatie maakten calvinisten zich van de macht meester in een aantal Vlaamse steden. Zij verboden er het katholicisme. - Daarop sloten drie Waalse gewesten in 1579 de Unie van Atrecht. Dit verbond sloot vrede met Spanje en erkende Parma als landvoogd. - Korte tijd daarna kwam de Unie van Utrecht tot stand, een verbond van de noordelijke gewesten en een aantal Vlaamse en Brabantse steden. Het doel was: verdediging tegen de troepen van Parma. - Gewesten die zich bij geen van beide Unies hadden aangesloten, werden door Parma heroverd. - Door de Unies waren de gewesten verdeeld geraakt, tot ongenoegen van Willem van Oranje die zich sterk had ingespannen voor de Pacificatie van Gent. 11 Uit welke twee gebeurtenissen in de jaren 1580-1581 blijkt dat de breuk tussen Filips II en de opstandige gewesten definitief was? In de jaren 1580-1581 bleek dat de breuk tussen Filips II en de opstandige gewesten definitief was: - In 1580 verklaarde Filips II Willem van Oranje wegens hoogverraad vogelvrij. - In 1581 zetten de opstandige gewesten hun vorst Filips II af met het ‘Plakkaat van Verlatinghe’. 12 a Waardoor bleven de opstandige gewesten na 1581 geen vorstendom, maar werden ze in 1588 een republiek? De opstandige gewesten zochten tussen 1581 en 1588 naar een andere vorst: - De hertog van Anjou, een broer van de Franse koning, bleek geen succes. - Willem van Oranje sloeg een voorstel om vorst te worden af, omdat hij steun van Frankrijk belangrijker vond. - Na de dood van Oranje kwam de Engelse graaf van Leicester als landvoogd. Maar ook hij had geen succes tegen de troepen van Parma. - In 1588 besloten de opstandige gewesten zonder vorst verder te gaan: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was ontstaan. b Welk doel hadden de Staten van Holland met de ‘Deductie’ van Vrancken? De ‘Deductie’ van Vrancken moest dienst doen als een juridische rechtvaardiging om geen vorst meer te zoeken. c Welke argumentatie gebruikte de schrijver voor dat doel? De Deductie, geschreven op verzoek van Johan van Oldenbarnevelt en de Staten van Holland, ‘bewees’ met historische argumenten dat de soevereiniteit in Holland van oudsher niet bij een vorst, maar bij de Staten had gelegen. Nu de laatste vorst, Filips II, door het ‘Plakkaat van Verlatinghe’ vervallen was verklaard, lag de soevereiniteit weer bij de Gewestelijke Staten. 2 In de Republiek meer godsdienstvrijheid dan elders 13 a Wat wilde Willem van Oranje op godsdienstig gebied bereiken in de Nederlanden? Willem van Oranje zag in verdraagzaamheid en de acceptatie van een meer pluriforme samenleving (van katholieken en protestanten) een mogelijkheid tot herstel van de orde. Hij vond dat overheden in geloofskwesties geen dwang mochten toepassen. Daarom stelde hij een ‘religievrede’ voor. b Waardoor bereikte Willem van Oranje zijn doel niet? Zowel radicale katholieken als radicale calvinisten wezen zijn ideeën af. 14 a Waardoor wist een kleine groep orthodoxe protestanten een belangrijke rol te spelen in de Opstand? Een betrekkelijk kleine groep orthodoxe protestanten had de ruimte een belangrijke rol te spelen in de Opstand: - Zij waren weliswaar een minderheid, maar waren beter georganiseerd dan de andere bevolkingsgroepen. - Hun calvinistisch geloof bood inhoudelijke steun voor hun strijd tegen het Spaanse gezag. Voor hen was het niet alleen een politieke strijd, maar vooral een strijd voor het ware geloof. b Waarom wees Willem van Oranje deze groep niet af? In de eerste fase van de strijd tegen Spanje kon Oranje de steun van deze groep goed gebruiken. Hij bleef zich echter inzetten voor een gematigde koers in godsdienstige zaken. 15 a Wat werd bij de totstandkoming van de Unie van Utrecht bepaald omtrent de godsdienstkwestie? Bij de totstandkoming van de Unie van Utrecht (1579) werd men het niet eens over de godsdienstkwestie. Daarom werd bepaald dat ieder gewest zelf de godsdienstige zaken mocht regelen. b Welk compromis werd in de daarop volgende jaren bereikt? Veel stadsbesturen besloten tot een compromis: ‘vrijheid van geweten’ werd toegestaan, ‘vrijheid van eredienst’ hadden alleen de calvinisten. Men kon dus binnenshuis geloven wat men wilde, maar alleen calvinisten mochten hun geloof in het openbaar uiten. c Hoe pakte dit compromis in de praktijk uit voor de verschillende godsdienstige groeperingen in de Noordelijke Nederlanden? - In de praktijk hing de mate waarin dissidente groepen werden getolereerd, vaak af van het beleid van de stadsbesturen. Deze waren vooral in Holland meestal gematigd, maar in de rest van het land meestal orthodox calvinistisch. Volledige godsdienstvrijheid kwam er niet. - Katholieken ondervonden hiervan de meeste hinder. Hun macht en aanzien was geheel verloren gegaan. - Kerkgenootschappen van de lutheranen, doopsgezinden en joden werden in beperkte mate toegestaan. Lutheranen en doopsgezinden konden ongestoord godsdienstoefeningen houden in schuilkerken. - Joden werden niet als Nederlanders beschouwd, maar als ‘joodse natie’. Binnen hun eigen wijk mochten zij vrij hun godsdienst uitoefenen. 16 a Op welke wijze bracht koningin Elisabeth I meer stabiliteit in de godsdienstige verhoudingen in Engeland? Elizabeth maakte een einde aan de kettervervolgingen van de katholieke koningin Maria en vestigde in Engeland voorgoed het protestantisme. b Welk gevolg had het godsdienstig beleid van Elisabeth I voor de verhouding met Spanje? Filips II besloot de godsdienstige politiek van Elisabeth niet te aanvaarden. In 1588 stuurde hij een grote oorlogsvloot, de Armada, om Elisabeth af te zetten en in Engeland het katholicisme te herstellen. De tocht van de Armada eindigde rampzalig. 17 a Welke godsdienstige tegenstelling bestond in Frankrijk vanaf het midden van de 16de eeuw? In Frankrijk bestreden hugenoten en katholieken elkaar. De hugenoten werden van het begin af aan door de katholieke koningen vervolgd. Maar doordat veel hoge edelen hugenoot werden, konden de hugenoten legers op de been brengen en steden bezet houden. Vanaf 1560 werd er met wisselend succes strijd geleverd. b Op welke wijze probeerde de Franse koning Karel IX die tegenstelling te overbruggen? De katholieke koning Karel IX liet zijn zus in 1572 trouwen met een hugenoot, Hendrik van Navarra. Duizenden vooraanstaande hugenoten waren naar Parijs gekomen om de bruiloft bij te wonen. c Waardoor kwam hier niets van terecht? Enkele dagen na de bruiloft vond een enorm bloedbad plaats (‘Bloedbruiloft’). Bijna alle protestantse leiders werden vermoord. Hendrik van Navarra werd gespaard. d Waardoor ontstond in Frankrijk een burgeroorlog? Hendrik III was Karel IX in 1574 opgevolgd. Hendrik werd in 1589 vermoord. Zijn wettige opvolger was nu Hendrik van Navarra, die allang weer hugenoot geworden was. De Franse troon werd toen inzet van een burgeroorlog tussen katholieken en protestanten. e Door welke maatregelen maakte Hendrik IV voorlopig een einde aan het conflict tussen katholieken en hugenoten? Hendrik van Navarra won de burgeroorlog. Hij maakte voorlopig een einde aan het conflict tussen katholieken en hugenoten door: - zelf katholiek te worden. - het Edict van Nantes uit te vaardigen (1598). Het Edict gaf de hugenoten gewetensvrijheid in heel Frankrijk en vrijheid van eredienst in een groot aantal kerken. Bovendien mochten zij eigen troepen legeren in een aantal vestingsteden. Zo bleven de hugenoten een ‘staat in de staat’ vormen. f Welke andere reden had Hendrik IV om het Edict uit te vaardigen? Een andere reden van Hendrik IV om het Edict uit te vaardigen was het voorkomen van hugenoots verzet tegen zijn centralistische politiek. 3 Tijdens de Opstand begint economische groei in de Noordelijke Nederlanden 18 Waarom versterkten de economische maatregelen van Filips II het verzet tegen zijn centralisatiepolitiek? De economische maatregelen van Filips II versterkten het verzet tegen zijn centralisatiepolitiek: - De opbrengsten van de vaste belastingen werden vooral gebruikt om de vele oorlogen van Filips II te bekostigen. - Tot 1559 voerde Filips oorlog met Frankrijk. Hij stelde een handelsblokkade tegen Frankrijk in. De kooplieden in de Nederlanden leden schade door dit handelsverbod. - Alva probeerde nieuwe vaste belastingen, zoals de Tiende Penning, in te voeren. Dit tastte de autonomie van de gewesten aan. 19 Tijdens de Opstand begon voor de Noordelijke Nederlanden een periode van economische groei. Noem drie oorzaken daarvan. Tijdens de Opstand begon voor de Noordelijke Nederlanden een economische groei: - De groei van de stedelijke bevolking en de Oostzeehandel leidden in de zeegewesten tot verdere uitbouw van een gecommercialiseerde landbouw die zich richtte op de stedelijke markt in de Nederlanden. - Door het ontbreken van een feodale traditie hadden de boeren in de zeegewesten mogelijkheden tot schaalvergroting. - De nijverheid profiteerde van de groeiende handel. 20 Beschrijf de keten van gevolgen voor Holland en in het bijzonder Amsterdam nadat de Spanjaarden Antwerpen hadden heroverd. In 1585 heroverde de Spaanse landvoogd Parma de grootste handelsstad van de Nederlanden: Antwerpen. - Als reactie sloten Holland en Zeeland de Schelde af, waardoor handel in Antwerpen praktisch onmogelijk werd. - Daarna groeide Holland - en in het bijzonder Amsterdam - uit tot het centrum van de Europese handel. - De kooplieden en ambachtslieden die uit Antwerpen naar Holland trokken, versterkten met hun kennis en kapitaal deze ontwikkeling. Nieuwe bedrijfstakken werden door ondernemers uit de Zuidelijke Nederlanden geïntroduceerd. 21 Door welke oorzaken bleef de Engelse en Franse concurrentie beperkt? De concurrentie van Engeland en Frankrijk bleef beperkt door de volgende oorzaken: - In Engeland bleef het grootgrondbezit op het platteland de belangrijkste bron van welvaart. De meeste grootgrondbezitters voelden zich geen koopman, maar landheer. Hun voornaamste bron van inkomsten waren de (hoge) pachtsommen die de boeren moesten betalen. - De Engelse kooplieden richtten zich niet zozeer op de Europese handel, maar vooral op de internationale handel met gebieden buiten Europa, bijvoorbeeld de Levant. - In Frankrijk bleef de machtige adel zich voornamelijk richten op traditionele landbouw. - Terwijl de politieke situatie in de Republiek tot rust kwam, kampten Frankrijk en Engeland met burgeroorlogen. 22 a Waardoor vormde de Republiek geen economische eenheid? De economie van de Republiek werd geschaad door de grote autonomie van steden en gewesten. Steden en gewesten konden bijvoorbeeld tol heffen op de wegen of de invoer van bepaalde goederen beperken. Daardoor was er rond 1588 sprake van vele stedelijke en regionale economieën die van elkaar gescheiden werden door onder andere tolbarrières en gewestelijke handelsbeperkingen. b Waardoor konden Holland en Zeeland wel een gezamenlijke markt vormen? Alleen Holland en Zeeland vormden een gezamenlijke markt door het beleid van kooplieden-regenten. Zij lieten zich leiden door hun gemeenschappelijke economische belangen. Ze onderhielden ook banden tussen steden in de twee gewesten door hun familierelaties en persoonlijke kennissenkring (hun ‘netwerk’).
Ingezonden op 06-07-2012 - 1608x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
09-07-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!