Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
memorable
› 4 Geschiedenis begrippen pre-historie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
memorable
, deel 1
4 Geschiedenis begrippen pre-historie
Jaar 1 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Artefacten = Voorwerpen door de mens gemaakt. Band = Vorm waarin een groep jagers/verzamelaars samenleeft. Meestal niet meer dan 100 personen. Carrying Capacity = Draagkracht van een gebied om voor een groep jagers/verzamelaars voldoende op te leveren om van te bestaan. Contextuele archeologie: = Opvatting dat archeologen onderzoek moeten doen naar de unieke omstandigheden waaronder mensen hebben geleefd en bepalen in hoeverre deze omstandigheden het leven van deze mensen hebben beïnvloed. Continuïteit = Een ontwikkeling zet zich voort. Creationisten = Dat zijn mensen die geloven dat de aarde en alles wat hierop leeft het gevolg zijn van een Gecreëerde schepping. Cultuurhistorische archeologie = Opvatting dat archeologen prehistorische culturen aan de hand van uiterlijke kenmerken moeten beschrijven. Discontinuïteit = Een ontwikkeling wordt definitief doorbroken. Egalitair = De verschillen tussen mensen zijn beperkt. Elitair = Behorend tot een bevoorrechte groep. Evolutietheorie = Leer van Charles Darwin waarbij hij er van uitgaat dat de mens langzaam is ontstaan uit aapachtigen. Gedomesticeerd = Dat wil zeggen dat mensen zelf gewassen konden laten groeien, dieren tam maken en deze zelf fokten. Genetische manipulatie = Erfelijke eigenschappen van gewassen en dieren worden door de mens aangepast. Etno-archeologie = Het bestuderen van groepen/stammen die nu ook nog leven van jacht en het verzamelen. Hiërarchie = Opbouw van de staat naar macht en/of inkomen, ook wel sociale piramide genoemd. Hiërarchische opbouw van de samenleving = De bevolking bestond uit verschillende groepen. Elke groep had bepaalde (voor)rechten en plichten. Bovenaan stond een vorst. De eerste verschillen tussen de mensen waren ontstaan door successen in de landbouw. Historisch denken = Veranderingen op de juiste manier in de tijd plaatsen en op een correcte wijze beoordelen of waarderen. Hypothese = Vooronderstelling, een voorlopig antwoord op een onderzoeksvraag. Irrigatielandbouw = Dor de kunstmatige bevloeiing van water vergrootte men de opbrengst van de landbouw. Logogrammen = Schrift van herkenbare afbeeldingen. Rond 3300 voor Christus gebruikt door de Soemeriërs. Megalithische culturen = Zijn culturen waarvan de mensen grote (monumentale) bouwwerken van zwerfkeien ( megalieten) maakten. Mesopotamië = Komt uit het Grieks en betekent tussen de rivieren. men bedoelt er het huidige Irak en delen van Syrië en Iran mee. Monotheïsme = Een cultuur waarin men maar één God vereert. Motief = Doel dat wordt nagestreefd. Neolithische revolutie = De ontdekking van de landbouw. Nomadisch bestaan = Rondtrekkend bestaan. Ohala-cultuur = Cultuur die was ontstaan aan de oevers van het meer van Galilea(in het huidige Israël), in het Paleolithicum, ongeveer 20.000 jaar geleden De Oase theorie = Theorie van Gordon Childe: de Laatste IJstijd zorgde ervoor dat het klimaat in het Nabije Oosten droger werd. Mensen (en dieren) trokken naar plaatsen waar water voorradig was. Daar gingen zij over op het domesticeren van gewassen en dieren om te kunnen overleven. Oorzaak = Waardoor iets ontstaan is. Paleoantropologen = Wetenschappers die onderzoek doen naar de oorsprong en ontwikkeling van mensachtigen en de mens. Polytheïsme = Een cultuur waar men meer dan één God vereert. Prehistorie = "Voorgeschiedenis De tijd waarin er geen schriftelijke bronnen zijn. Deze wordt ingedeeld in 1) Steentijd = 2) Bronstijd = 3) IJzertijd." Primaire Bron = Bron uit de tijd van de gebeurtenis. Processuele Archeologie = Opvatting dat archeologen ontwikkelingen (processen) uit het verleden moeten beschrijven en verklaren. Hierin zouden wetmatigheden moeten worden herkend. Protohistorie = Schriftelijke bronnen zijn nog zo schaars dat een goede reconstructie van het verleden niet mogelijk is in de overgang tussen prehistorie en historie. Redistributie = Herverdeling van, hier wordt de oogst bedoeld Secundaire Bron = Een bron uit later tijd over een vroegere gebeurtenis. Secondary Products Revolution = De bijproducten-revolutie. Sedentaire revolutie = Na de ontdekking van de landbouw gaan mensen op een vaste plek wonen. Sedentair gemeenschap = Een vast verblijf- of standplaats hebben. Soemerisch Schrift = Dit wordt ook wel spijkerschrift genoemd van wege de vorm van de tekens. Sociale verschillen = De samenleving wordt in groepen ingedeeld naar kennis/macht en of inkomen. Stadstaten = Kleine staten bestaande uit een stad met het omringende platteland. Gemiddeld 10.000 inwoners. Steentijd = "Deze wordt onderverdeeld in a) Oude Steentijd: Paleolithicum = b) Midden Steentijd: Mesolithicum = c) Nieuwe Steentijd: Neolithicum." Tijd en Plaatsgebondenheid = Een mening van een persoon wordt niet alleen bepaald door de achtergrond van deze persoon. ook de tijd of de plaats kunnen de mening veranderen. Tell = Heuvels ontstaan door ruïnes van steden boven op elkaar. These = Een bewezen feit/stelling. Virilokale vestigingsregel = De vrouw vestigde zich bij de man. Vruchtbare Halve Maan = Een boogvormig gebied in het Midden Oosten, waar rond 11.000 voor Christus de landbouw is ontstaan. van hieruit werd de landbouw naar Europa verspreid. Ziggurat = Een soort tempel die naast een religieuze functie ook een economische functie had.
Ingezonden op 18-07-2012 - 1803x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!