Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
memorable
› 1 Medische termen 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
memorable
, deel 2
1 Medische termen 1
Jaar 1 (volksuniversiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
acro = lichaamsuiteinden (handen, voeten, neus, oren of kin) acrocyanose = abnormale blauwe verkleuring van de lichaamsuiteinden door zuurstofgebrek acrodermatitis = huidontsteking van de lichaamsuiteinden acromegalie = de lichaamsuiteinden zijn te groot acroparalyse = verlamming van de lichaamsuiteinden acutus = scherp; fel; gevaarlijk acuut = plotseling beginnend en snel verlopend adenectomie = chirurgisch verwijderen van een klier adenitis = klierontsteking adeno/ = m.b.t. klieren adenolipoom; adenolipoma = gezwel van klier- en vetweefsel adenopathie = klierziekte /algie = een toestand van pijn anatomie = ontleedkunde; opensnijding aorta; aorto/ = grote lichaamsslagader atrium = boezem; voorkamer van het hart bicuspidalis = tweeslippig cardi = hart cardia; kardia = hart; mond van de maag cardiaal = betreffende het hart cardialgie = pijn in de hartstreek cardio/ = m.b.t. het hart cardiologie = hartwetenschap cardioloog = hartspecialist cardiomegalie = hartvergroting carditis = hartontsteking chronisch = langzaam, slepend verloop chronos = tijd colon sigmoideum; colon sigmoïd; sigmoïdo/ = s-vormige darm; het laatste deel van de dikke darm coupes = zeer dunne plakjes cox; coxa = heup coxalgie = pijn in de heupstreek cuspis = slip; punt cyano = blauw cyanodermie; cyanoderma = blauwheid van de huid cyanose = abnormale blauwe verkleuring van huid en slijmvliezen /cyt = cel cyto/ = betreffende de cellen cytologie = celwetenschap derma = huid dermatitis = huidontsteking dermato = betreffende de huid dermatologie = huidwetenschap dermatoloog = huidarts dermatoom = instrument dat huidplakjes snijdt voor huidtransplantatie dermatose = huidaandoening /dermie = toestand van de huid differentiatie = proces, waarbij cellen steeds meer gaan verschillen in vorm en functie duodenitis = twaalfvingerigedarmontsteking duodenaal = betreffende de twaalfvingerige darm duodenale sondage; duodenumsondage = onderzoek waarbij een slangetje via mond of neus door de slokdarm tot in de twaalfvingerige darm wordt gebracht duodenum; duodeno/ = de twaalfvingerige darm ec/ = uit /ectomie; excisie; extirpatie; resectie = operatieve verwijdering elektrocardiograaf = het instrument dat de elektrische activiteit van het hart registreert elektrocardiografie = onderzoek van de elektrische activiteit van het hart elektrocardiogram = grafische registraties van de elektrische activiteit van het hart em/ = voor bloed /emesis = braken /emie = toestand van het bloed encefalitis = hersenontsteking encefalomalcie = hersenverweking encefalomeningitis = hersenvliesontsteking encefalomeningopathie = hersenvliesziekte erytro = rood erytrocyt = rood bloedlichaampje; rode bloedcel erytrocytopenie = gebrek aan rode bloedlichaampjes erytrodermie = roodverkleuring van de huid zonder ontsteking expectatief = afwachtend extremiteiten = ledematen gastr = maag gastrectomie = operatieve verwijdering van de maag gastritis = maagontsteking gastro/ = betreffende de maag gastrostomie = een kunstmatige uitmonding van de maag in de twaalfvingerige darm gastrotomie = insnijding van de maag; chirurgische opening van de maag grafie; graphein = opschrijven; registreren; afbeelden gramma = inscriptie; registratie hyper/ = vermeerderd; boven normaal; overmatig; te hoog hyperemesis = overmatig braken hyperemesis gravidarum = zwangerschapsbraken hyperemie = overmatig bloedgehalte van een orgaan of lichaamsdeel hypertrofie = het te dik zijn (van bijv. een spier); volumevermeerdering hypertrofiëren = het dik worden van ………… hypertrofisch = m.b.t. hypertrofie hypo = verminderd; niet geheel; onvolkomen; te laag; onder hypogastrische pijn = pijn in het gebied onder de maag hypogastrium = gebied onder de maag; onderbuik hypothalamus = het regelcentrum dat zorgt voor het handhaven van het interne milieu hypotrofie = onvoldoende groei, ondervoeding hypotrofisch = onvoldoende gebruik maken van de spieren incideren = insnijden incisie = insnijding; chirurgische opening leukemie = witheid van het bloed; bloedkanker leuko/ = wit leukocyt = wit bloedlichaampje; witte bloedcel leukocytopenie = gebrek aan witte bloedlichaampjes leukocytose = tijdelijke verhoging van het aantal witte bloedcellen tijdens infecties leukodermie = witheid van de huid door ontbreken van de natuurlijke huidkleurstof lipo/ = vet lipoom; lipoma = tumor van vetcellen /logie = leer; kennis; wetenschap; kunde logos = theorie luna = maan mania = razernij; waanzin /manie = onbeheersbare neiging /megalie = te groot zijn; vergroting megalo = te groot megalocardie = hartvergroting megalomanie = grootheidswaanzin microtoom = een instrument dat zeer dunne plakjes snijdt /ose; /osis = geeft een (meestal abnormale) toestand aan paralyse = verlamming path/ = ziekte; aandoening /penie = toestand van gebrek penia = armoede; gebrek pigment = natuurlijke huidkleurstof polis = stad pylorotomie = insnijding of chirurgische opening van de maagportier pylorus; pyloro/ = uitgang van de maag; poortwachter naar twaalfvingerige darm pylorushypertrofie = de verdikking van de pylorusspier pyloruspasme = kramptoestand van het maagportier vaak bij een pasgeborene semi = half semilunares = halvemaanvormig sonde = peiler om kanalen, holten en wonden aan de binnenkant te onderzoeken sonderen = met een sonde naar binnen gaan /stomie = het maken van een nieuwe kunstmatige opening /tensie = bloeddruk thalamus = deel van de tussenhersenen met vele belangrijke centra en kernen tom/; /toom = snijden /tomie = insnijding tractus digestivus = spijsverteringskanaal tricuspidalis = drieslippig /trof = voeden /trofie = voedingstoestand; dikte tumor = gezwel valvula = klep in bijv. het hart valvulae = kleppen ventriculus = hartkamer; maag; holte /aal = betreffende; van de abdomen = buik adenoma; adenoom = (goedaardig) kliergezwel arthropathia = gewrichtsziekte artritis = gewrichtsontsteking atherosclerose = aderverkalking artrose = gewrichtsaandoening door slijtage van beenderen en/of het kraakbeen bronchitis = ontsteking van het slijmvlies van de luchtpijpvertakkingen bronchogram = röntgenfoto van de luchtpijpvertakkingen colitis = dikke darmontsteking diagnose = vaststelling van de aard van een ziekte door geneeskundig onderzoek dialyse = het kunstmatig filteren van het bloed waarbij afvalstoffen worden verwijderd diathermie = toepassing van hoogfrequente elektrische stroom voor doorwarming van zieke organen duodenostomie = kunstmatige uitmonding van de twaalfvingerige darm encephalon = de hersenen exspiratio; expiratie = uitademing gastroduodenaal = maag en twaalfvingerige darm betreffende gastroduodenostomie = kunstmatige uitmonding van de maag in de twaalfvingerige darm gastroscopie = kijkonderzoek van de maag /gram = grafische afbeelding hyper/ = vermeerderd hypalgesie = verminderde gevoeligheid voor pijn hyperplasie = toename van cellen hypertensie = geneeskundige verhoogde bloeddruk hypo/ = verminderd hypodontie = het ontbreken van 1 of meer gebitselementen hypoplasie = onvolkomen ontwikkeling van organen hypotensie = te lage bloeddruk; kunstmatig verlaagde bloeddruk hypoxie = te laag zuurstofgehalte van de weefsels of in de inademingslucht /ie = toestand; handeling in/ = in inspiratio; inspiratie = inademing impressie = indruk; invloed; uitholling /itis = ontsteking latens = verborgen leucopenia = vermindering van het aantal witte bloedcellen /loog = specialist /lyse = oplossing mobilis = beweegelijk nefrectomie = operatieve verwijdering van de nier nefritis; nephritis = nierontsteking nefrografie = röntgenonderzoek van de nier nefropathie = nierziekte neuritis = zenuwontsteking neuroloog = zenuwarts neuron = zenuw /ose = ziekte; aandoening ovariitis = eierstokontsteking /plasie = vorming /pressie = drukking; deuking proctitis = endeldarmontsteking proctoscoop = instrument om de binnenkant van de endeldarm te bekijken prognose = voorspelling omtrent het verdere verloop van een ziekte renaal; renalis = betreffende de nier; van de nier /scoop = buis om door te kijken spiratio = ademing stoma = niet-natuurlijke opening die een lichaamsholte met de buitenwereld verbindt sub/ = onder suppressie = onderdrukking (van de ontwikkeling van een orgaan of van een lichaamsdeel) thermometer = instrument om de temperatuur te meten thermos = warm uterinus = van de baarmoeder uniformis = eenvormig ab/ = af; weg van abduceren = het zijwaarts bewegen van het lichaam af abductie = zijwaartse, afvoerende beweging abductor = een spier die een arm of een been zijwaarts van het lichaam af beweegt aberrant = afdwalend abnormaal = afwijkend van het normale ad/ = naar iets toe adduceren = het zijwaarts bewegen naar het lichaam toe adductie = zijwaartse, aanvoerende beweging adductor = een spier die een arm of een been zijwaarts naar het lichaam toe beweegt adenocarcinoom; adenocarcinoma = kwaadaardig kliergezwel adhesie = verkleving adhesief = gemakkelijk hechtend adhesies = door vorming van littekenweefsel treden weefselverklevingen op algos = pijn anestheticum; anaestheticum = verdovingsmiddel artro/ = m.b.t. de gewrichten artroplastiek = kunstmatige gewrichtsvorming artrotomie = chirurgische opening van een gewricht astma; asthma = chronische ziekte van de luchtwegen die benauwdheid veroorzaakt autochtoon = op de plaats zelf ontstaan benigne = goedaardig caecum = blindedarm canule = buisje carcino = kanker carcinofobie; carcinophobia = ziekelijke vrees aan kanker te lijden carcinoma; carcinoom = kankergezwel catabolisme; katabolisme = stofwisseling cefaal = m.b.t. het hoofd cefal/ = hoofd; hersenschedel cefalalgie; cephalalgia = hoofdpijn /cefalie = toestand van de hersenschedel cefalo/ = het gedeelte dat de hersenen omsluit en beschermt: de hersenschedel chondrectomie = operatieve verwijdering van het kraakbeen chondro/ = kraakbeen chondrocostaal = m.b.t. ribkraakbeen chondropathia patellae = aantasting van het kraakbeen van de knieschijf chondropathie = aandoening van het gewrichtskraakbeen die wordt beschouwd als pre-artrose colon = karteldarm; het tussen blindedarm en endeldarm gelegen deel van de dikke darm colon sigmoideum; colon sogmoïd = s-vormige darm; het laatste deel van de dikke darm corpus alienum = vreemd lichaam costa = rib costectomie = verwijdering van een rib of ribben costo/ = ribben cutaan = m.b.t. de huid dentalgie = tand- of kiespijn dento/; odonto/ = betreffende tanden en kiezen dentoïd; odontoïd = tandachtig diaphragma = middenrif difterie = besmettelijke, ernstige ontsteking van de keel en de luchtwegen elektro/ = betrekking hebbend op of geschiedend door elektriciteit elektronystagmografie = registratie van oogbewegingen en/ = in encefal/ = hersenen encefalokèle = aangeboren uitstulping van de hersenen door het schedeldak encefalomalacie; encephalomalacia = hersenverweking encefalopathie = hersenziekte enkephalon; encephalon = hersenen; wat in de hersenschedel zit errare = dwalen error = dwaling /eus; /osus = slijmig; rijk aan slijm faryngitis; pharyngitis = keelholteontsteking /fobie = ziekelijke vrees gastro-enteroloog = maagdarmarts habitueel = telkens terugkerend; tot een gewoonte worden hernia = uitstulping hes/ = kleven; hechten homeopaat = beoefenaar van de homeopathie homeopathie = geneesmethode waarbij middelen worden toegepast die bij gezonden de ziekte juist zouden verwekken hydro/ = water hydrocefaal = iemand met een waterhoofd hydrocefalie = waterhoofd inter/ = tussen intercostaal = tussen de ribben interdentaal = tussen de tanden en kiezen kappa = de letter k karkinos = kreeft; tang kèle = breuk; uitstulping /kèle = met huid bedekte uitstulping kephalé = hoofd laryngitis = ontsteking van het strottenhoofd laryngo/ = m.b.t. het strottenhoofd laryngos = van het strottenhoofd laryngoscoop = instrument om het inwendige van het strottenhoofd te bekijken laryngoscopie = het bekijken van het inwendige van het strottenhoofd larynx = strottenhoofd leuko-encefalitis = ontsteking van de witte stof van de hersenen lien = milt lipoïd = vetachtig; lijkend op vet lipoïden = vetachtige substanties lipoïdose; lipoïdosis = toestand waarbij de stofwisseling van vetachtige substanties (meestal aangeboren) gestoord is lithiasis = geneeskundige steenziekte (nier-, gal- en blaasstenen) luxatie = ontwrichting; uit het lid geraken malacie; malac/ = verweking maligne = kwaadaardig maligniteit = kwaadaardigheid muc/; muco/; mucin/; mucosus; mucus = slijm mukeus; mucineus = slijmig mucoïd = slijmerig; slijmachtig mucosa = slijmvlies nas/; naso/ = neus nasaal = betreffende de neus nefrolithiasis; nephrolithiasis = niersteenziekte odontalgie = kiespijn odontitis = tandontsteking oesophagus; oesofago/ = slokdarm /oïd = /achtig; lijkend op orbita; orbit/ = oogkas orbitaal = m.b.t. de oogkassen orbito/ = oogkassen orbitonasaal = betreffende de oogkassen en de neus orbitonasale encefalokèle = een uitstulping van de hersenen in het gebied van oogkas en de neus oste/; osteo/ = bot osteoartopathie = een ziekte van de beenderen en de gewrichten osteochondritis = ontsteking van bot én kraakbeen osteomalacie = verweking van het beenderstelsel osteoom; osteoma = goedaardig gezwel van beenweefsel osteopathie = ziekte van beenweefsel osteoporose = poreusheid van de botten paratyfus = benaming voor verschillende ziekten die enigzins op tyfus gelijken, maar een milder verloop hebben patella = knieschijf phato/ = ziekte phobos = vrees plastiek = chirurgisch vormherstel; chirurgische vormverandering plastikos = boetseerkunst pneumonie = longontsteking poreus = vol kleine gaatjes poros = klein gaatje praeputium = voorhuid pseudokyste = een door verweking van weefsel ontstane holte pseudolues = ziekte lijkend op syfilis rachitis = engelse ziekte; ziekte waarbij er te weinig kalkzouten in de beenderen worden afgezet radiofarmacon; radiopharmacon = radioactief middel reuma; rheuma = acute en chronische ontstekingsziekten van de spieren, beenderen, gewrichten en het omliggende weefsel rhachis = ruggegraat rhinencephalon = reukhersenen rinitis; rhinitis = ontsteking van het neusslijmvlies rinorroe; rhinorrhoea = hevige rinitus skop/; scop/ = kijken syfilis; syphilis = seksueel overdraagbare aandoening met zweertjes aan slijmvliezen en verlammingen en aantastingen van hersenen in een vergevorderd stadium. therapie = geneeswijze; behandeling thoracaal = m.b.t. de borstkas trache/; tracheo/; trachea = luchtpijp tracheacanule = luchtpijpbuisje tracheostoma = door operatie verkregen opening in de luchtpijp tracheostomie = de vervaardiging van een kunstmatige toegangspoort tot de luchtpijp tracheotomie = luchtpijpsnede; operatieve opening van de luchtpijp trombose = geneeskundige bloedvatverstopping tyfus; typhus = geneeskunde besmettelijke ziekte gepaard gaande met hevige langdurige koortsen en bewustzijns-stoornissen a/; an/ = zonder; niet; on/ adrenaal = de bijnieren betreffende adrenaline = hormoon uit het bijniermerg agenesis = zonder vorming agenesie = uitblijvende vorming van bijv. een orgaan aisthèsis = gevoel /algie; algos = pijn amenorroe = uitblijven van de menstruatie anemie = bloedarmoede; tekort aan rode bloedlichaampjes anestheticum = geneeskunde pijnverdovend middel angio/ = bloedvaten angiografie = radiologische afbeelding van bloedvaten aorta = grote lichaamsslagader apnoe = het tijdelijk ophouden van de ademhaling arteria renalis = nierslagader arterie; arteriën; aterio/ = slagader; slagaders arteriëctasie = slagaderverwijding arteriitis = slagaderontsteking arteriosclerose = slagaderverharding arteriotomie = chirurgische opening van een slagader aspermie = toestand waarbij het zaad niet wordt geproduceerd ather/ = brij atherosclerose = slagaderverharding met ophoping van brijachtige massa blefaritis = ontsteking van een ooglid blefaron; palpebra = ooglid blefaroplastiek = vormherstel van een ooglid blefaroptose; blepharoptosis = het te laag hangen van een ooglid blefarotomie; palpebrotomie = chirurgische opening van een ooglid brady/ = traag; (te) langzaam bradycardie = te langzame hartslag bradyfagie = het te langzaam eten bradyfrenie = traagheid van de geest bradykinesie = trage bewegingen bradypnoe = te langzame ademhaling /cardie = toestand van het hart catheter = buisje dat in het lichaam wordt gebracht voor het afvoeren van vocht of bloed cervicaal = de hals betreffende cervicitis = baarmoederhalsontsteking cervicothoracaal = hals- en borstwervelkolom betreffende cervicovaginaal = baarmoederhals en schede betreffende cervix = hals cervix uteri; cervico/ = baarmoederhals Cheyne-Stokes ademhaling = afwisselend diepe ademhaling met soms tussenpozen van bijna volkomen ademstilstand cholesterol = vet dat in je lichaamscellen zit cholesterolemie = te veel cholesterol in het bloed /cisie; cisio = snijding coïtus = bijslaap; het samengaan colpitis; vaginitis = ontsteking van de vrouwelijke schede colpocystotomie = chirurgische opening van de urineblaas via de schede colpoplastiek = vormherstel van de schede compressie = samendrukking curettage = het uitkrabben van de binnenkant van een hol orgaan bijv. de baarmoeder cyste; cysto/ = blaas cystografie = radiologische afbeelding van de urineblaas cystorafie = hechting van een gescheurde urineblaas derma = huid diameter = doorsnede; middellijn /dipsie; dipsos = dorst dotteren = opheffing van een vernauwing in het bloedvat dys/ = slecht; moeilijk; gestoord; gebrekkig dysfagie = moeilijk kunnen slikken dysgenesie = gebrekkige ontwikkeling dysmenorroe = moeilijke menstruatie dyspepsie = een slechte spijsvertering dyspnoe = moeilijke ademhaling dystrofie = gestoorde voedingstoestand /ectasie = verwijding van een orgaan of een bloedvat ektasis = ontplooiing ektomè = het uitsnijden /ectomie = uitsnijding; chirurgische verwijdering encefalokèle = hersenbreuk endometriose = abnormale toestand van het baarmoederslijmvlies endometritis = ontsteking van het baarmoederslijmvlies endometrium; endometrio/; endometri/ = baarmoederslijmvlies endometriumcurettage = het uitkrabben van het slijmvlies van de baarmoeder ergon = arbeid ergotherapeut = iemand die mensen behandelt met ergotherapie ergotherapie = het begeleiden en trainen van dagelijkse vaardigheden die nodig zijn voor een zo zelfstandig mogelijk leven erytrocyten = rode bloedcellen /esthesie = gevoel /fagie = het eten /fasie = spraak /filia; /filie = neiging; geneigdheid; /liefde /fobie = vrees foramen = opening foramen ovale = eivormige opening in de schedelbasis fren/; phrèn = geest /frenie = toestand van de geest fysiotherapeut = deskundige, die officieel bevoegd is tot de uitoefening van alle vormen van fysiotherapie fysiotherapie = behandeling met massage en lichaamsoefeningen om afwijkingen aan je gewrichten, je spieren of aan je botten, te genezen of te voorkomen gastropexie = het operatief verankeren van een omlaaggezakte maag gastroptose = het te laag hangen van de maag in de buikholte gastrorafie = hechting van een maagperforatie genesis; /genesie = vorming; ontwikkeling gonè = zaad gonorroe = geslachtsziekte veroorzaakt door de gonokokbacterie /grafie = vastlegging; registratie; afbeelding graphein = schrijven gynaec/; gunè; gunaikos = vrouw gynecoloog; gynaecoloog = vrouwenarts haima; hemo/ = bloed hematologie = leer van de samenstelling en de eigenschappen van het bloed hematoloog; haematoloog = de specialist die zich bezighoudt met de wetenschap van de leer van de samenstelling en de eigenschappen van het bloed hematoom; haematoma = een zwelling door een afgegrensde bloeduitstorting hemofilie; haemophilia = bloederziekte hemoglobine = rode bloedkleurstof hemolyse = afbraak van bloed hemolytische anemie = bloedarmoede die ontstaat door abnormale afbraak van bloed hypercholesterolemie = te veel cholesterol in het bloed hyperventilatie = te snelle en/of te diepe ademhaling hysterogram = röntgencontrastopname van de baarmoederholte hysteropexie = operatieve verankering van de baarmoeder hysteroptose = het te laag hangen van de baarmoeder hysterosalpingografie = radiologische afbeelding van baarmoeder en eileiders /iatrie = geneeskunde iatros = geneesheer incisie = insnijding; snede indicatie = medische aanwijzing kardia = hart kinesiologie = bewegingsleer kinèsis; /kinesie = beweging kystografie = radiologische afbeelding van een abnormale blaasvormige holte /logie = leer; wetenschap; kennis; kunde; specialisme logos = theorie, verstand lymfangio = lymfvaten lymfangiografie = radiologische afbeelding van lymfvaten lys/ = losmaken; ontbinden /lyse = afbraak /malacie = verweking malakos = week mania = hartstocht; waanzin /manie = ziekelijke neiging /megalie = vergroting megalos = groot membrum virile; phallus = penis mèn; meno/ = maand /menie = meting menorroe = maandelijkse vloed metron; rhuthmos = maat micrometer = lengte-eenheid van 0,001 mm millimeter = een duizendste meter narcose = verdoving; kunstmatige diepe slaap nefrectomie = chirurgische verwijdering van de nier nefritis = nierontsteking nefrolithiasis = het hebben van nierstenen nefropexie = het vastzetten van een wandelende nier nefroptose; nephroptosis = het omlaag zakken van een nier; wandelende nier nefrose = nieraandoening nephros; nefro/ = nier nierparenchym = nierweefsel odunè; /odynie = pijn oöforectomie; ovariëctomie = chirurgische verwijdering van één of beide eierstokken oöforitis; ovaritis = eierstokontsteking oögenese = vorming van eicellen oon; ovum = vrouwelijke eicel oophoron; ovarium = eierstok /opie; /opsie; opsis = het zien opis = het kijken naar orthopedisch chirurg; orthopaedisch chirurg = heelkundige, die misvormingen van beenderen en gewrichten behandelt ovaal = eivormig; eirond ovariaal = de eierstok betreffende ovariale dysgenesie = een gestoorde ontwikkeling van de eierstokken ovarium; oöforo/; ovario/ = eierstok paideia = opvoeding palpebraal = de oogleden betreffende /pathie = ziektetoestand pathos = het lijden /pedie = behandeling /penie = tekort pepsine = een bestanddeel van het maagsap pepsis; /pepsie = spijsvertering perimeter = toestel voor het bepalen van de omvang van het gezichtsveld /pexie = vasthechting; verankering; fixatie pèxis = het vastmaken phagein; fag/ = eten phasis = spraak philia = vriendschap; liefde phrèn = geest phusis = natuur /plegie = verlamming plègè = slag pnoe; /pnoe = adem; ademhaling porta; portae = poort portio = deel van de baarmoeder dat in de vagina uitsteekt portografie = radiologische afbeelding van de poortader pressio = druk prolaps; prolapsus = geneeskundige verzakking prolapsus ani = uitzakking van {het slijmvlies van} de anus prolapsus cerebri; hersenprolaps = de hersenen die door een schedelwond naar buiten komen prolapsus uteri; uterusprolaps = uitzakking van de baarmoeder door de schede naar buiten prolapsus vaginae = uitzakking van de schede /ptose; ptosis = omlaaghangen /punctie = aanprikking punctio = steek; prik pyelonefritis = ontsteking van nierbekken en nier pyelum; pyelo/ = nierbekken /rafie = hechting re/ = steeds weer ren = nier renaal; renalis = de nier betreffende respiratie = ademhaling respiratorius; respiratoir; respiratoor = m.b.t. de ademhaling /rexie = scheuring rhachia = vloed rhaphè = naad rhèxis = breuk /ritmie = regelmaat /rragie = bloeding salpingografie = radiologische afbeelding van de eileiders salpingogram = röntgencontrastopname van de eileiders salpingo-oöforitis = ontsteking van eileider en eierstok salpinx; tuba = trechtervormige uitloop van de eileider /sclerose = verharding /scopie = het bekijken /sectie = snijding sectio = snede skleros = hard skopia = het uitkijken sperma = zaad spermatogenese = vorming van zaadcellen spermatozoa; spermatozo; spermatozoën; spermatozoon = afzonderlijke zaadcellen; zaaddiertje spirat/ = ademen stoma = een kunstmatige uitmonding /stomie = uitmonding; verbinding tachograaf = toestel waarmee snelheid geregistreerd wordt tachografie = registreren van snelheid tachometer = snelheidsmeter tachos = snelheid tachus = snel tachy/ = (te) snel tachycardie = (te) snelle hartslag tachyfagie = te snel eten tachypnoe = te snelle ademhaling /thanasie = het sterven thanatos = dood therapeia; /therapie = dienst; verering; verzorging; behandeling; genezing tomè = het snijden /tomie = insnijding; snede; chirurgische opening toucher = aanraking tractus = weg tractus respiratorius = ademhalingsweg tractus urogenitalis = urineweg en geslachtsorganen betreffende trofè = voeding tuba auditiva; tuba eustachii = buis van Eustachius tuba uterina; tubae uterinae = eileider; eileiders tuba; salpinx; salpingo/; tubo/ = eileider ureter; uretero/ = urineleider ureteraal = de urineleider betreffende ureterocystostomie = een kunstmatige uitmonding van de urineleider in de blaas ureterokèle = uitstulping van de urineleider in de blaas ureteroliet = een steen in de urineleider ureterolithotomie = chirurgische opening van de urineleider om een steen te verwijderen ureterotomie = chirurgische opening van de urineleider urethra = urinebuis uretraal = de urinebuis betreffende uretrorafie = hechting van een verwonde urinebuis uretrorectaal = urinebuis en endeldarm betreffende uretrorroe = uitvloed van (abnormaal) vocht uit de urinebuis uretrovaginaal = urinebuis en schede betreffende uteropexie = chirurgisch vastzetten of vasthechten van de baarmoeder uterus; hustera; mètra; hystero/; utero/ = baarmoeder vagina; kolpo/; vagino/ = schede vaginaal = de vagina betreffende vaginisme; vaginismus = onwillekeurig aanspannen van de bekkenbodemspieren bij aanraking of benadering van de vagina vena = ader vena portae = poortader {voert aderlijk bloed naar de lever} vena renalis = nierader venapunctie = het aanprikken van een ader om bloed af te nemen voor onderzoek of om een geneesmiddel in de ader te spuiten venasectie = het openen van een ader voor het afnemen van een grote hoeveelheid bloed ventilatie = ademhaling; beademing zoölogie = wetenschap betreffende de dieren zoon = levend wezen; diertje
Ingezonden op 18-07-2012 - 4301x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!