Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
lalalala
› 4 Latijn woorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
lalalala
, deel 4
4 Latijn woorden
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
evado = ontsnappen evenio = gebeuren ex = uit ex eis = van hen excedo = uitgaan excito = opwekken, opjagen exclamo = uitroepen exemplum = voorbeeld exercitus = leger exitus = uitgang, einde existimo = achten, oordelen expello = verdrijven expugno = veroveren exsequor = volgen, uitvoeren exspecto = verwachten exstinguo = blussen, vernietigen extra = buiten facies = gedaante, gezicht facilis = gemakkelijk facinus = misdaad facio = maken, doen factum = daad, feit factum est = het is gedaan het is gebeurd fallo = bedriegen ontgaan fama = gerucht reputatie fames = honger fateor = bekennen fatigus = vermoeid fatum = lot, lotsbepaling fax facis = fakkel femina = vrouw fere = bijna ferio = slaan ferme = bijna fero = dragen verdragen feorix = strijdlustig fel ferrum = ijzer zwaard dies = trouw vertrouwen filia = dochter filius = zoon fingo = verzinnen vormen finio = beeindigen finis = grens gebied fio = worden gebeuren gemaakt worden flamma = vlam flecto = buigen veranderen fleo = huilen flumen = rivier fluvius = rivier foedus = verdrag fons fontis = bron fore = te zullen zijn forma = gestalte schoonheid forte = toevallig fortis forte = sterk fortuna = geluk lot ongeluk frango = breken frater = broer fraus fraudis = bedrog frigus = kou frons frontis = voorhoofd front frumentum = graan frustra = vergeefs fuga = vlucht verbanning fugio = vluchten fuit = hij was fundo = gieten op funus funeris = begravenis futurus esse = te zullen zijn gallus = gallier gaudeo = blij zijn zich verheugen over gaudium = vreugde gens gentis = volk genus generis = afkomst soort germanus = germaans gero = dragen uitvoeren voeren gladius = zwaard gloria = roem graecia = griekenland graecus = griek gratia = charme, geliefdheid, dankk gratia = om te gravis grave = ernstig habeo = hebben beschouwen als habito = bewonen habitus = houding toestand haec = deze deze harena = zand haud = helemaal niet herba = kruid hic = hier hic haec = deze hinc = hiervandaan hoc = dit hoc modo = op deze manier homo hominis = mens man honestus = eervol fatsoenlijk honor honoris = eer hora = uur hortor = aansporen hostis = vijand huc = hierheen humanus = menselijk iaceo = liggen iacio = gooien iam = al non iam = niet meer ibi = daar id = dit idem = dezelfde ideo = daarom igitur = daarom ignarus = onkundig van ignis = vuur ignosco = vergeven ille = deze/dit hij illic = daar illuc = daarheen immitto = erop afsturen laten gaan immortalis = onsterfelijk impedio = verhinderen imperator = opperbevelhebber keizer imperium = macht rijk impero = bevelen impetus = aanval impius = goddeloos
Ingezonden op 16-09-2012 - 1431x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!