Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

lalalala, deel 3

3 latijn woorden 156-157

Jaar 5

reperio = vinden, te weten komen
res rei = zaak; ding
res publica = staat
resisto = zich verzetten
respicio = omkijken bemerken
respondeo = antwoorden
restituo = herstellen
retineo = vasthouden, behouden
revertor = terugkeren
rex regis = koning
rideo = lachen
ripa = oever
rogo = vragen
romae = in rome
romam = naar rome
romanus = romeins romein
ruina = instorting puinhoop
rumor = gerucht
rumpo = breken
ruo = instorten
rursus = weer; terug
sacer = heilig, gewijd aan
saeculum = eeuw; generatie
saepe = vaak
saevitia = wreedheid
saevus = woest; wreed
salus = redding
saluto = begroeten
sanguis = bloed
sapiens = wijs de wijze
sapientia = wijsheid
satis = voldoende
saxum = steen; rots
scelus = misdaad
scio = weten
scribo = schrijven
se = zij, zich
seco = snijden
secundum = langs na volgens
secundus = tweede, gunstig
sed = maar
sedeo = zitten
sedes = plaats, woonplaats
semper = altijd
senator = senator
senatus = senaat
senatus consultum = besluit van de senaat
senex = oude man
sententia = mening
sentio = voelen
septem = zeven
septuaginta = zeventig
sequor = volgen
sermo sermonis = gesprek
serva = slavin
servitium = slavernij
servitus = slavernij
servo = beschermen
servus = slaaf
seu = of
sexaginta = zestig
sex = zes
si = als
sibi = hem/haar/hun/hen
sic = zo
sicut = zoals
signum = teken, veldteken
silentium = stilte
silva = bos
similis = gelijk aan gelijkend op
simul = tegelijkertijd
simulo = doen alsof
sine = zonder
singuli = een voor een
sino = toelaten
socius = bondgenoot, makker
sol solis = zon
soleo = de gewoonte hebben
soltiudo = eenzaamheid
solus solius = alleen
somnium = droom
somnus = slaap
sono = klinken
soror sororis = zuster
spatium = ruimte, duur
species = aanblik, uiterlijk
spectaculum = schouwspel
specto = kijken naar; zien
spero = hopen
spes = hoop
stare= staan
statim = meteen
statua = standbeeld
statuo = plaatsen, vaststellen besluiten om
sterno = neerwerpen
sto = staan
strepitus = lawaai
studium = ijver studie
sub = onder
subito = plotseling
sufficio = voldoende zijn; genoeg zijn
sui = hem/haar/hen, zijn/haar/hun
sui = de zijnnen
sum = zijn
summus = grootste; hoogste
sumo = nemen
sunt = zij zijn
sunt qui = er zijn mensen die
super = boven
superbus = trots
supero = overwinnen overtreffen
supersum = over zijn; overblijven
supra = boven
surgo = opstaan; opstijgen
sustineo = omhooghouden uithouden
suus = zijn
taceo = zwijgen
talis = zo'n
talis qualis = zo... als
tam = zo
tamquam = als alsof
tandem = tenslotte
tango = aanraken
tantum = alleen maar; slechts
tantus = zogroot zoveel
te = jou
tectum = dak; huis
tego = bedekken
telum = werktuig
templum = Tempel
tempto = proberen
tempus = tijd
tenebrae = duisternis

Ingezonden op 30-09-2012 - 1379x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

lalalala, deel 3

3 latijn woorden 156-157