Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

HCE Examenidioom Duits Amy

1001 P9b van Duits naar Nederlands

Jaar 6 (vwo)

die Etymologie = de etymologie
die Ästhetik = de esthetica
die Nachahmung = de nabootsing
der Schöpfer = de schepper
das Bildungsideal = het vormingsideaal
römisch = Romeins
schlagartig = plotseling
zugrunde liegen = ten grondslag liggen aan
das Selbstverständnis = het zelfbesef
in den Vordergrund rücken = op de voorgrond treden
hingegen = daarentegen
folgerichtig = consequent
die Erkenntnis = de kennis
ausschlieBlich = uitsluitend
im Nachhinein = achteraf
der Gedankenvorgang = het denkproces
schöpfen = scheppen
schlieBen = sluiten
der Nerv = de zenuw
der Gerichtsreferendar = de stagiair bij het gerecht
albern = onnozel
der Verleger = de uitgever
der Liebeskummer = het liefdesverdriet
anrührend = ontroerend
bislang = tot nu toe
die Forschung = het wetenschappelijk onderzoek
prüfen = toetsen
herleiten = afleiden
die Vorlesung = het hoorcollege
das Innere= het binnenste
beobachten = gadeslaan
nachhaltig = duurzaam
veranlassen = aanleiding geven tot
die überlegung = het overleg
ausgeglichen = evenwichtig
die Grundlage = de grondslag
die Konstitution = de constitutie
der Vorwurf = het verwijt
grundlegend = fundamenteel
anregen = aanzetten
ringen mit = worstelen met
schlicht = eenvoudig
der Nutzen = het nut
aufschimmern = opflikkeren
die Verfügbarkeit = de beschikbaarheid
verfügen über = de beschikking hebben over
angesiedelt = gevestigd
die Trennung = de scheiding
der Irrtum = de vergissing
getäuscht = vergist
in die Irre führen = op een dwaalspoor bregen
tauglich = geschikt
fassbar = te vatten
unmittelbar = onmiddelijk
die Gläubigkeit = het geloof
die Frömmigkeit = de vroomheid
die Tugend = de deugd
die Vorraussetzung = de voorwaarde
hemmen = afremmen
der Befund = de bevinding
die Binsenweisheit = de waarheid als een koe
überdurchschnittlich = bovengemiddeld
die Erkenntnisse = de inzichten
widerlegen = weerleggen
sich vorknöpfen = onderhanden nemen
auszeichnen = bekronen
die Auswahl = de keuze
das Sozialverhalten = het sociale gedrag
unverzichtbar = onontbeerlijk
nachweislich = aantoonbaar
entscheidend = beslissend
das Abwegige = het verkeerde
der Proband = de testpersoon 
ausblenden = geen aandacht besteden aan
auf Anhieb = per direct
der Reiz = de prikkel
die Mittel = de middelen
der Beleg = het bewijs
auf die Sprünge helfen = op weg helpen
Regie führen = beheersen
mühelos = moeiteloos
die Windungen = de krommingen
die Schleifen = de lussen
mittlerweise = ondertussen
speichern = opslaan
gewähren = toestaan
einzigartig = uniek
erstaunlich = verbazingwekkend
die Beunruhigung = de verontrusting
die Färbung = de kleuring
sich erschlieBen = zich openstellen
nachempfinden = navoelen
die Wohltätigkeitsorganisation = liefdadigheidsorganisatie
der Botschaftler = de ambassadeur
der AuBenseiter = de buitenstaander
verständnislos = zonder begrip
erstellen = opstellen
die Redewendung = de zegswijze
die Eigentümlichkeit = de eigenaardigheid
einfühlsam = meelevend
das Staunen = de verbazing
brodeln = borrelen
zerbrechlich = breekbaar
die ära = het tijdperk
die Fehleinschätzung = de taxatiefout
fehlschlagen = mislukken
verheerend = verwoestend
die Nebenwirkung = de bijwerking
die Verhältnisse = de verhoudingen 
grassieren = woeden
auslösen = in werking zetten
die Leistung = de presentatie
das Gewebe = het weefsel
der Nachweis = het bewijs
der Erreger = de veroorzaker
der Erlöser = de verloser
gefährden = in gevaar brengen
die Beharrung = de volharding
untrennbar = onscheidbaar
der Keim = de kiem
schlichtweg = gewoonweg
die Seuche = de epidemie
die Rate = het percentage
belegen = bewijzen
herbeisehnen = sterk verlangen naar
das Versprechen = de belofte
die Absicht = de bedoeling
die Fahndung = het intensief onderzoek
durchforschen = onderzoeken
verseuchen = besmetten
der Rückfall = de terugval
ignorieren = negeren
qualvoll = kwellend
zwangsbehandeln = gedwongen
scheitern = mislukken
der Maler = de schilder
der Ehrgeiz = de ambitie
niederträchtig = gemeen
widersprüchlich = tegenstrijdig
das Kanzleramt = de bondskanselarij
reizbar = prikkelbaar
der Ekel = de weerzin 
die Widersprüchlichkeit = de tegenstrijdigheid
das Schaffen = het werk
zerstören = verwoesten 
süchtig = verslaafd
schielen = loensen
ungelenk = stijf
unweit = niet ver
die Leidenschaft = de hartstocht
üppig = weelderig
der Dübel = de plug
die Düse = de sproeier
vorantreiben = versnellen
erzeugen = doen ontstaan
die Beharrlichkeit = de volharding
scheitern = milukken
das Auswahlverfahren = de selectiemethode
die Grundlage = de basis
der Auftrieb = de impuls
sämtlich = al
derart = dusdanig
vernachlässigen = verwaarlozen
die Förderung = de bevordering
ausstatten mit = uitrusten met
das Leistungsstipendium = de prestatiebeurs
der finanzielle Aufwand = de kosten
die Nachwuchskraft = de jonge krachten
die Umsetzung = de realisatie
die Anstrengung = de inspanning
einheitlich = uniform
auswählen = selecteren
hohe Anforderungen stellen = hoge eisen stellen
grundsätzlich = principieel

Ingezonden op 04-10-2012 - 1513x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 06-02-2013.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

HCE Examenidioom Duits Amy

1001 P9b van Duits naar Nederlands