Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Libre Service

2 Moi et les autres

Jaar 5 (vwo)

détenir = vasthouden; gevangen houden
les renseignements = de inlichtingen
notamment = met name
l'autorisation (f) = de toestemming
s'engager = aangaan (van verplichtingen); aangaan; aangaan van verplichtingen
déranger = storen
se rendre compte = zich realiseren
lâcher = (los)laten; loslaten; laten
le rôle principal = de hoofdrol
enlever = weghalen; verwijderen
se rappeler = zich herinneren
féroce = wild
le besoin = de behoefte
lutter = vechten; strijden
la tribu = de stam
semblable = gelijk(waardig); gelijkwaardig; gelijk
dès que = zodra
la cohabitation = het samenwonen
par conséquent = dientengevolge
afin de = om te
l'envie (f) = de behoefte
favoriser = bevorderen
la division = de verdeeldheid
vestimentaire = kleding-
la capacité = het vermogen
annuler = afzeggen
généralement = in het algemeen; meestal
survivre = overleven
côte à côte = naast elkaar
éprouver = voelen
en plus de = naast; boven op
nécessiter = nodig maken
traîner = (rond)hangen; rondhangen; hangen
un solitaire = een kluizenaar
percevoir = waarnemen; opmerken
traiter de = behandelen
la confiance en soi = het zelfvertrouwen
consécutif = achtereenvolgend
la perception = de waarneming
mentionner = noemen
se mettre à = beginnen met
la facilité = de gemakzucht
inférieur à = lager dan
la conviction = de overtuiging
à cause de = vanwege
estimer = schatten
la paresse = de luiheid
contredire = tegenspreken
ainsi que = evenals
désigner = aanwijzen
renvoyer = verwijzen
lié = verbonden
la donnée = het gegeven
l'idée reçue (f) = de heersende opvatting
vain = vergeefs
le regard = de blik
d'après = volgens
volontiers = graag
beschuldigen = accuser
wanhopig = désespéré
ontbreken; missen = manquer
gehaast = pressé
werken = bosser 
zich ongerust maken = s'inquiéter de
de inkomsten = les revenus (m)
overwegen = envisager
het geld = les sous
ondersteboven = bouleversé
gebeuren = se passer
omdat = comme
uit; afgezet = éteint
ontslaan = renvoyer
woedend = furieux
wantrouwen = se méfier de
verdenken = soupçonner 
de diefstal = le vol
ik kan wat ik wil ... = j'ai beau
schuldig = coupable
Ik stuur je een mail omdat je mobiel staat. = Je t'envoie un mail parce que ton portable est éteint.
Ga jij de politie meteen waarschuwen? = Tu vas prévenir la police tout de suite?
Maak je niet ongerust, ik ben onschuldig. = Ne t'inquiète pas, je ne suis pas coupable.
Het probleem is dat ik geen inkomsten meer heb. = Le problème est que je n'ai plus de revenus.
Mijn baas heeft me gisteravond ontslagen. = Mon patron m'a renvoyé hier soir.
Mijn ouders vertouwen me niet meer. = Mes parents ne me font plus confiance.
Ik weet niet wat ik moet doen na wat er is gebeurd. = Je ne sais plus quoi faire après ce que s'est passé.
Ik kon protesteren wat ik wilde, hij luisterde niet. = J'avais beau protester, il n'écoutait pas.
Men heeft mij beschuldigd van diefstal. = On m'a accusé de vol.
Er ontbrak geld en ik overwoog weg te gaan. = Il manquait de l'argent et j'ai envisagé de partir.
embêter = pesten; lastig vallen
se presser = zich haasten
au contraire = in tegendeel
aboutir à = uitlopen op
la tension = de spanning
une béquille = een kruk
lâche = laf
hostile = vijandelijk
moche = lelijk
se décaler = afwijken
se vanter de = opscheppen over
la thèse = de stelling
assumer = aanvaarden; aannemen
d'une part... d'autre part = aan de ene kant ... aan de andere kant
incessant = onophoudelijk
sembler = lijken
finir par (+ infinitif) = uiteindelijk (+ infinitief) 
apaisé = rustig; bedaard
se moquer de = plagen; voor de gek houden
fréquenter = omgaan met
minoritaire = in de minderheid
se ruer sur = zich storten op
la tentation = de verleiding
exclu = buitengesloten
au-delà de = afgezien van
l'enjeu (m) = de inzet

achtervolgen = poursuivre
irriteren = énerver
heel blij; verrukt = ravi
aandringen = insister
de scheiding = le divorce
verdragen = supporter
de indruk hebben = avoir l'impression
de zorg = le souci
bezighouden = occuper
de jongere broer, zus = le cadet, la cadette
ervandoor gaan = filer
iets drinken = boir un coup
tot zo meteen = à tout à l'heure
storen = déranger
gebeuren = arriver
omringen = entourer
grappig = rigolo
de universiteit =le fac
een dagboek bijhouden = tenir un journal
waanzinning = follement
een tussenpersoon =un/une intermédiaire
zich redden = se débrouiller
vervelend = emêtant
ernstig = grave
de kleuterschool = la maternelle
eruitzien = avoir l'air
het recht hebben = avoir le droit
ruziemaken = se disputer
de pauze = le récré
bekennen = avouer
Mijn broers zijn ouder dan ik. = Mes frères sont plus âgés que moi. 
Ze zijn zo vervelend, dat stoort me. = Ils sont tellement embêtants, ça me dérange.
Jij bent nooit alleen en altijd omring door vrienden. = Tu n'es jamais seul(e) et toujours entouré(e) d'amis.
Je hebt het recht om te weigeren. = Tu as le droit de refuser.
Ik heb de indruk dat jij je amuseert met je vrienden. = J'ai l'intention que tu t'amuses avec tes amis.
Ik maak op het ogenblik vaak ruzie met mijn zus. = En ce moment, je me dispute souvent avec ma soeur
Ik kan er niet tegen dat ik helemaal alleen ben. = Je ne supporte pas d'être tout(e) seul(e).
Waarom interesseer je je voor hem? = Pourquoi tu t'intéresses à lui?
Ik ga ervandoor, ik heb tennisles. = Je file, j'ai un cours de tennis.
Ken jij je vriend al lang? = Tu connais ton copain depuis longtemps?

Ingezonden op 04-10-2012 - 1030x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

hele lijst

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Libre Service

2 Moi et les autres