bestedingspatroon = waar mensen hun geld in het algemeen aan uitgeven
sociale beïnvloeding = wanneer vrienden of familie invloed hebben op jouw keuzes
commerciële beïnvloeding = als producenten en verkopers proberen invloed te hebben op jouw keuzes
koopkracht = de hoeveelheid goederen en diensten die je van je beschikbare middelen kunt kopen
koopkrachtontwikkeling = de verandering in koopkracht van huishouders
kinderalimentatie = een bedrag dat niet verzorgende ouders moeten bijdragen aan de verzorgende ouders als bijdragen in de kosten
consumentengedrag = wat consumenten kopen op welke plaats en tijd
inpulsaankoop = een aankoop die niet gepland was
reclame = met reclame probeert de verkoper aandacht te vestigen op een bepaald soort product of dienst
doelgroep = een doelgroep is een groep mensen waar de verkoper zich op richt
informatieve reclame = reclame met veel informatie
actie reclame = wijst mensen erop dat er een reclameactie is
ideële reclame = doel is om de houding van mensen te beïnvloeden
ideale reclame = wil de mentaliteit en het gedrag van mensen beïnvloeden
media = kanalen die reclamemakers gebruiken voor hun boodschap
consumentenorganisaties = verzamelen informatie bij verschillende producenten en vergelijken de kwaliteit en prijs van een product
vergelijkend warenonderzoek = is een onderzoek naar de prijs en kwaliteit van produkten
garantie = de producent verzekert je dat het product goed is
verlenge garantie = je betaalt een extra bedrag en hebt langer techt op garantie
voedsel en warenautoriteit (vwa) = controleurs van de VWA komen langs bij winkelbedrijven, slachterijen en restaurants en controleren de zaak
reserveren = als je specefiek geld spaart of je coputer of fiets te vervangen
sparen = het niet uitgeven maar bewaren van een deel van je inkomsten
rente = is een vergoeding van de bank over jouw spaargeld
betaalrekening = is bestemt voor je dagelijkse geldtransacties
credietsaldo = een tegoed bij de bank
debetsaldo = een schuld bij de bank
poliskosten = als je een verzekering afsluit betaal je poliskosten
transactiekosten = voor het inwisselen van vreemd geld, het incasseren van een cheque of het opnemen van geld met je creditcrd betaal je transactiekosten
lenen= gebruikmaken van geld van anderen voor aankopen
aflossen = geleend geld terugbetalen
termijnen =
BKR (Bureau Krediet Registratie) =
produceren =
consumeren =
groothandel =
industriële bedrijven =
diensverlende bedrijven =
agrarische bedrijven =
productiefactoren/productiemiddelen =
productiefactor natuur =
productiefactor arbeid =
productiefactor kapitaal =
productiefactor ondernemerschap =
economische kringloop =
koopkracht =
inflatie =
deflatie =