Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Follow Up Amy
› 1000 p9a alle woorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Follow Up Amy
1000 p9a alle woorden
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
maze = doolhof to scatter = verspreiden to spot = ontdekken to assimilate = zich aanpassen assimilation = aanpassing knight = ridder to restore = teruggeven restoration = teruggave to consume = verbruiken provided = mits regional = regionaal to linger = achterblijven to advance = voorschieten Ascension Day = hemelvaartsdag regardless of = ongeacht irrespective of = ongeacht to annihilate = vernietigen curse = vloek to urge = aansporen to erect = oprichten barren = onvruchtbaar to dwell = wonen to subsist on = bestaan van subsistence = bestaan vapour = waterdamp adverse = ongunstig notwithstanding = ondanks to rage = woeden borough = stadswijk to part = uit elkaar gaan ancestry = afstamming ancenstral = voorouderlijk flaw = foutje in vogue = in de mode conspicuous = opvallend garment = kledingstuk appropriate = passend undertaker = begrafenisondernemer greed = hebzucht subject to = afhankelijk van greedy = hebzuchtig distinct = duidelijk all but = bijna exquisite = voortreffelijk on no account = in geen geval whereas = terwijl sewer = riool sewage = rioolwater greedy = gulzig to stroll = rustig wandelen blaze = brand ablaze = in brand to stifle = onderdrukken aisle = gangpad subject to = onderhevig aan subsequent = later interminable = eindeloos to retard = vertragen retarded = zwakbegaafd remainder = rest succession = opvolging as for = wat betref to culminate in = eindigen in zodiac = dierenriem to adjourn = schorsen to frequent = vaak bezoeken zenith = hoogtepunt in due course = te zijner tijd hitherto = tot nu toe at any rate = in ieder geval precocious = vroegrijp to review = nog eens bekijken outset = begin to age = ouder worden to defer = uitstellen to precipitate = versnellen to persist = doorzetten to persistence = doorzettingsvermogen persistent = aanhoudend imminent = nabij arrears = achterstand to coincide = samenvallen sheer = puur dawn = ochtendschemering to dawn on = doordringen tot dusk = avondschemering twilight = schemering former = eerstgenoemde presently = dadelijk customary = gebruikelijk mature = volwassen durability = duurzaamheid lifespan = levensduur initially = eerst prior to = voor invariably = altijd to crop up = zich voordoen prime = bloei incessant = onophoudelijk brief = kort a fortnight = veertiend dagen heyday = bloeiperiode to avail oneself of = gebruikmaken van prompt = vlot lapse = tijdverloop to elapse = voorbijgaan ceaseless = onophoudelijk in the wake of = vlak na curfew = avondklok cash dispenser = geldautomaat wallet = portefeuille to yield = opleveren merchant = koopman merchandise = koopwaar briefcase = aktentas settlement = regeling prerequisite = noodzakelijke voorwaarde to thrive = bloeien to consolidate = versterken commodity = handelswaar to authorise = machtigen magnate = magnaat to exercise = uitoefenen to settle = regelen premises = pand revenue = inkomsten to relate to = in verband staan met affluent = rijk affluence = rijkdom to amount to = bedragen due = verschuldigd expenditure = uitgaven funds = fondsen to provide for = zorgen voor provision = voorziening provisions = proviand plight = toestand with a view to = met het oog op idle = werkloos to lay off = ontslaan to accomplish = bereiken accomplished = talentvol to collaborate = samenwerken clause = bepaling to attribute to = toeschrijven aan scope = ruimte to opt for = kiezen to opt out = kiezen om iets niet te doen craft = ambacht zeal = ijver zealous = gretig component = onderdeel to sustain = volhouden sustained = langdurig crux = kern workforce = personeel to give notice = ontslaan to shirk = zich onttrekken aan to resume = hervatten to undertake = op zich nemen precarious = onzeker to appeal to = een beroep doen op appeal = beroep grievance = grief grim = somber to gain = krijgen gain = winst salvage = berging enigma = raadsel to impede = belemmeren impediment = belemmering navigation = scheepsvaart stern = achtersteven bow = boeg porthole = patrijspoort bound for = op weg naar distress = nood craft = vaartuig to propel = voortstuwen to equip = uitrusten haphazard = op goed geluk venture = waagstuk to venture = zich wagen proper = goed discomfort = ongemak to conform with = in overeenstemming zijn met to fuel = van brandstof voorzien to scan = afspeuren peril = gevaar periloud = gevaarlijk to toss about = heen en weer slingeren tentative = voorzichtig posh = deftig property = eigendom to fuel = aanwakkeren to disrupt = ontwrichten disruption = ontwrichting occurrence = gebeurtenis to ascribe to = toeschrijven aan to divert = omleiden diversion = omleiding verge = berm coach = koets to convey = vervoeren conveyance = vervoer to be due = moeten aankomen to pull up = stoppen kerb = stoeprand alley = steeg gently = zacht commonplace = gewoon to puncture = een gaatje maken to dazzle = verblinden vicinity = buurt to reverse = achteruitrijden rear = achterkant ramshackle = gammel grease = vet rag = lap to signify = betekenen glimpse = glimp to dipense with = zonder kunnen to avert = vermijden to inflate = oppompen exhaust = uitlaat awkward = lastig frail = zwak to regain = terugkrijgen defective = gebrekkig to withstand = weerstaan delicate = zwak acute = scherp constitution = gezondheid sound = gezond agony = hevige pijn to groan = kreunen to recur = terugkomen to relinguish = opgeven to torment = kwellen hideous = afschuwelijk to convalesce = herstellen to behead = onthoofden to sever = scheiden to pinpoint = precies aanwijzen wreath = krans tranquil = rustig to monitor = controleren to administer = toedienen to issue = tevoorschijn komen to be bound to = wel moeten safequard = bescherming property = eigenschap benefit = voordeel beneficial = goed to affect = aantasten complexion = gelaatskleur vigour = kracht vigorous = sterk to ache = pijn doen feeble = zwak to decline = achteruitgaan to crush = verpletteren to caress = strelen to stagger = wankelen to twist = draaien to jerk = rukken to glance = even kijken to doze = dutten to fling = gooien to dodge = ontwijken to suffocate = stikken to drench = doorweken fatigued = vermoeid to frown = het voorhoofd fronzen to grab = smijten to stir = zich bewegen to cast = werpen exhaustion = uitputting inexhaustible =onuitputtelijk senseless = bewusteloos to toil = zwoegen to limp = hinken to soak = doorweken to stir = roeren weary = vermoeid
Ingezonden op 12-10-2012 - 4403x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!