Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Organisatie en Managment
› 2 Omgevingsinvloeden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Organisatie en Managment
2 Omgevingsinvloeden
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Afstemming = Het richten van de organisatie op de omgeving. Douane-unie = Een vrijhandelszone waarbij tevens een gemeenschappelijke handelspolitie wordt gevoerd. Duurzaam ondernemen = Duurzame, bewuste en structurele invulling aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid op een wijze die verdergaat dan wettelijke plicht. Economische unie = Lidstaten dragen hun economische en politieke soevereiniteit over aan gemeenschappelijke instituties. Een vorm van integratie waarbij tevens het monetaire beleid en de financiele overheidspolitiek geharmoniseerd zijn. Gemeenschappelijke markt = Vrijhandelszone zonder belemmeringen op het gebied van productiefactoren. Nearshoring = Het uitbesteden van werk aan lagelonenlanden die dichtbij liggen. Omgeving = De maatschappij die bestaat uit partijen en belanghebbenden. Omgevingsinvloeden = Factoren die in mindere mate door de organisatie te beinvloeden zijn. Politieke en economische unie = Hierbij gaan landen geheel samen, VS. Vrijhandelszone = Onderlinge handelsbelemmeringen door en voor deelnemende landen zijn afgeschaft. Maar handelspolitiek is niet geharmoniseerd. Voorbeelden van partijen = Afnemers, leveranciers, concurrenten, vermogensverschaffers, werknemers, belangenbehartigingsorganisaties, overheidsinstellingen, media. Omgevingsfactoren = Milieu, Technologie, Demografie, Economie, Politiek, Maatschappelijk. Milieufactoren = Politieke keuzen en veranderende opvattingen zullen van grote invloed zijn op het gedrag van organisaties. Technologische factoren = door technologische ontwikkelingen zijn organisaties in staat over te gaan op nieuwe productiemethoden en/of nieuwe producten waardoor een voorsprong ten opzichte van de concurrentie kan worden opgebouwd. Demografische factoren = veranderingen in de omvang, samenstelling en groei van de bevolking. Organisaties moeten daar de komende jaren mee rekening houden. Economische factoren = Bepalen in belangrijke mate het succes van organisaties. Belangrijke ontwikkelingen zijn die van het nationaal inkomen, deze hebben invloed op het bestedingspatroon. Politieke = De overheid geeft sturing via haar politieke functie. Maar deze macht verplaatst zich buiten nationale grenzen, binnen de Europese unie zal besluitvorming en beleidsvorming gaan plaatsvinden. Maatschappelijke factoren = Organisaties gaan steeds meer rekening houden met wensen uit de maatschappij en gaan zich steeds meer richten op duurzaam ondernemen. Het bedrijf geeft een bewuste en structurele invuling aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid op een wijze die verdergaat dan de wet verplicht. Dit leidt tot toegevoegde waarde voor de samenleving als het bedrijf.
Ingezonden op 16-10-2012 - 1391x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!