Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
latijn DANIQUE
› 0 3 ABC + 4 ABC
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
latijn DANIQUE
0 3 ABC + 4 ABC
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
dea = godin filia = dochter mater,matrem = moeder est = hij is dominus = heerser deus = god soror,sororem = zuster pater,patrem = vader et = en;ook uxor,uxorem = vrouw ; echtgenote filius = zoon sed = maar quoque = ook {Benadrukt het woord waar het achter staat!} regina = koningin etiam = ook; zelfs populus = volk sedet =hij zit amat = hij houdt van in templo = in de tempel nam = want servat = hij beschermt; hij bewaart; hij behoudt timet = hij vreest ; hij is bang (voor) in Italia = in Italiƫ saepe = vaak; dikwijls habet = hij heeft ; hij houdt bellum = oorlog mittit = hij zendt ; hij stuurt defendit = hij verdedigt ; hij beschermt regnat = hij regeert ; hij heerst ignis,ignem = vuur vincit = hij overwint relinquit = hij verlaat ; hij laat achter habitat = hij woont ; hij bewoont curat = hij zorgt voor ; hij verzorgt pervenit = hij komt aan ; hij bereikt templum = tempel urbs,urbem = stad semper = altijd amor,amorem = liefde rex, regem = koning mors, mortem = dood regnum = heerschappij vir, virum = man bonus, bona, bonum = goed malus, mala, malum = slecht frater, fratrem = broer necat = doodt nunc = nu novus, novam, novum = nieuw pulcher, pulchra, pulchrum = mooi puella = meisje in + acc = naar, naar binnen ducit = leidt, brengt facit = maakt laetus, laeta, laetum = blij apud + acc = bij silva = bos magnus, magna, magnum = groot obscurus, obscura, obscorum = donker, duister fluvius = rivier parvus, parva, parvum = klein ambulat = wandelt ad + acc = naar, bij, tot aqua = water subito = plotseling videt = ziet cupit = verlangt naar, begeert valde = erg, zeer lacrimat = huilt clarus, clara, clarum = helder, beroemd gloria = roem deinde = daarna, vervolgens non iam = niet meer morbus = ziekte verus, vera, verum = echt, waar causa = de reden, de oorzaak cognoscit = leert kennen, verneemt iratus, irita, iratum = boos cogitat = denkt aan, overweegt miser, misera, miserum = ongelukkig solus, sola, solum = alleen, als enige timidus, timida, timidum = bang ubi? = waar? sunt = zijn filii = zonen quis? = wie? meus, mea, meum = mijn
Ingezonden op 28-10-2012 - 785x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!