Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Organisatie en Managment
› 4 Samenwerking
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Organisatie en Managment
, deel 1
4 Samenwerking
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Achterstand inhalen = Het resultaat van de samenwerking is gericht op het versterken van de concurrentiepositie in een kernactiviteit. Dit is een offensieve strategie. De onderneming is in de kernactiviteit geen marktleider. Concurrentievermogen = De kracht van een organisatie om vaardigheden te ontwikkelen, die de basis vormen voor de ontwikkeling van nieuwe generaties producten. Filiaalbedrijf = Een detailhandelsbedrijf waarbij alle winkelvestigingen eigendom zijn. Franchising = Hierbij spreken we van een franchisegever en franchisenemer (de winkelier). De franchisenemer is via een contract strikt gebonden aan uniforme richtlijnen die betrekking hebben op winkelinrichting, inkoop, verkoopbevordering en marketing, prijs- en assortimentspolitiek. De franchisenemer betaald in ruil een fee aan de franchisegever. Franchisenemers en -gevers blijven zelfstandige ondernemingen. Fusie = Hierbij gaan twee gelijkwaardige ondernemingen samen, waarbij deze hun volledige economische en juridische zelfstandigheid verliezen en waarbij de partners in overleg uitmaken wat de doeleinden van de samenwerking en de wijze van realisatie ervan zullen zijn. Handhaven = Het resultaat van de samenwerking heeft geen betrekking op de kernactiviteit van de marktleider. De onderneming is in de activiteit wel marktleider. Dit is een defensieve strategie. Herstructureren = Het resultaat van de samenwerking is gericht op het versterken van een niet-kernactiviteit. De herstructurering kan zover gaan dat deze activiteit op termijn wordt afgestoten. De onderneming heeft geen leidende positie in de activiteit. Inkoopcombinatie = Een organisatie waarbij detaillisten uit eenzelfde branche zich hebben aangesloten om door samenbundeling een aantal voordelen te verkrijgen. Internationale strategie = Hierbij is ook sprake van een centrale strategie, maar kunnen er wel lokale verschillen bestaan. Joint venture = Als twee of meer ondernemingen op basis van min of meer gelijkwaardigheid en onder inbreng van management een gezamenlijke dochteronderneming oprichten om gezamenlijke bepaalde activiteiten te ontplooien. Licentie = Hierbij geeft een onderneming een andere onderneming recht om tegen een bepaalde vergoeding haar producten te maken. Multinationale strategie = De internationale bedrijfsonderdelen zijn bij deze vorm autonoom. NMa = De Nederlandse Mededingingsautoriteit handhaaft het verbod op kartels of misbruik van een economische machtspositie en toetst fusies en overnamen. De NMa werkt aan effectieve concurrentie die ten goede komt aan de consument en het bedrijfsleven. Offshoring = Het grensoverschrijdend verplaatsen van activiteiten. Organisatorisch netwerk = Een cluster van afhankelijke organisaties die zich op enigerlei wijze gebundeld hebben om als collectiviteit een bepaald doel te bereiken. Overname = Hiervan is er sprake als een onderneming zich volledig en eenzijdig moet schikken naar de doelstellingen en plannen van de partner. Publiek- private samenwerking = Een samenwerkingsverband tussen overheid en bedrijfsleven. Dit kan op tal van gebieden plaatsvinden. Strategische alliantie = Hiervan is er sprake als twee of meer ondernemingen op basis van een overeenkomst samenwerken. Synergie = Hiervan is er sprake als organisaties elkaar aanvullen of versterken, doordat bijv. deskundigheid wordt gebundeld (1+3 effect). Transnationale strategie = Hierbij wordt gekozen voor een duidelijke, wereldwijde integratie van de bedrijfsonderdelen, waardoor wereldwijde efficiency kan worden behaald. Uitbesteden = Dit is het afstoten van bepaalde activiteiten naar andere ondernemingen. Verdedigen = Het resultaat van de samenwerking ligt op het beschermen van de concurrentiepositie van de kernactiviteit van de marktleider. Het is een defensieve strategie. Vrijwillig filiaalbedrijf = Een onder een eenheidsnaam werkende centraal geleide organisatie bestaande uit een of meer gelijksoortige detailhandelsondernemingen, waarbij eigendom en exploitatie in handen van de afzonderlijke deelnemers blijven. Wereldwijde strategie = Hierbij wordt een centrale strategie binnen alle landen/regio's geimplementeerd. Doelen samenwerkingsverbanden = Het verminderen van de concurrentie, het spreiden van risico's, het samenwerken op specifieke ondernemingsgebieden of het wegnemen van specifieke barrieres. Samenwerkingsverband vaak gebaseerd op = Het uitwisselen en samen ontwikkelen van kennis, een kennisvoorsprong is een goede basis voor een krachtige concurrentiepositie. Samenwerkingsverbanden zijn = Strategische alliantie, organisatorisch netwerk, joint-venture, overname, fusie, outsourcing, licentievorm en franchising. Fasen internationalisering ondernemingen = Fase van export- en/of importgerichtheid, fase van vertegenwoordiging, fase van het aangaan van een samenwerkingsverband. Basisvormen internationaal organiseren = Multinationale strategie, transnationale strategie, wereldwijde strategie, internationale strategie. Combinatie twee dimensies = De mate van lokale differentiatie (laag of hoog) en de mate van wereldwijde integratie van de activiteiten (laag of hoog). Motieven voor samenwerking = Offensief (achterstand inhalen, herstructureren) of defensief (verdedigen, handhaven). Redenen om samenwerkingsverband aan te gaan = Kostengericht, positioneringsgericht, op leren gerichte samenwerking. Bij beoordeling succes van samenwerkingsverband = Wordt er gekeken naar het opgebouwde concurrentievermogen. Dit is de kracht van een organisatie om vaardigheden te ontwikkelen die de basis vormen voor de ontwikkeling van nieuwe generaties producten. Redenen voor samenwerking tussen concurrenten = Een zelfstandige productontwikkeling is onbetaalbaar, een penetratie op nieuwe markten wordt mogelijk gemaakt, de productie efficiency en de kwaliteitsbewaking wordt vergroot/verbeterd. Samenwerking tussen niet-concurrenten = In de detailhandel, publieprivatie samenwerking en uitbesteding. Fusies en overnames = Hebben goedkeuring nodig van de NMa. Het NMa is gebaseerd op het Europese mededingingsrecht. Er moet veel nadruk worden gelegd op de fase na de fusie, de implementatie.
Ingezonden op 30-10-2012 - 2567x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
31-10-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!