Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Lijsten van coolebassist :D
› 4 Duits idioom hoofdstuk 4 - 4.01 Gevoelens
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Lijsten van coolebassist :D
, deel 1
4 Duits idioom hoofdstuk 4 - 4.01 Gevoelens
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
empfinden = voelen das Gefühl = gevoel übertragen = overdragen der Instinkt = instinct emotional = emotioneel erleben = beleven, meemaken das Erlebnis = ervaring, belevenis die Laune = humeur Sie ist heute guter/schlechter Laune. = Ze is vandaag goed/slecht gehumeurd. glücklich = gelukkig das Glück = geluk fröhlich = vrolijk froh = blij lachen = lachen lächeln = lachen, glimlachen genießen = genieten begeistert = enthousiast die Freude = vreugde Es ist mir eine Freude, Sie in unserem Haus begrüßen zu dürfen! = Ik ben blij u in ons huis te mogen verwelkomen! dankbar = dankbaar bewundern = bewonderen mögen = mogen, aardig vinden verliebt = verliefd sich verlieben = verliefd worden lieben = houden van, beminnen lieb haben = liefhebben, houden van Ich habe dich lieb! = Ik hou van je! gern = graag leiden können = verdragen, houden van küssen = kussen der Kuss = kus das Vertrauen = vertrouwen trauen = vertrouwen In der Nacht traut sie sich nicht alleine aus dem Haus zu gehen. = 's Nachts durft zij niet alleen het huis uit te gaan. sich verlassen = vertrouwen op die Hoffnung = hoop die Lust = zin Habt ihr Lust, heute Abend ins Kino zu gehen? = Hebben jullie zin om vanavond naar de bioscoop te gaan? sich freuen = zich verheugen aufregen = opwinden die Aufregung = opwinding traurig = treurig, bedroefd Sie sind traurig. = Ze zijn bedroefd. Das ist eine traurige Geschichte. = Het is een droevige geschiedenis. unglücklich = ongelukkig heulen = huilen, janken weinen = huilen die Träne = traan der Kummer = verdriet entsetzt = ontzet, ontdaan die Sorge = zorg besorgt sein = bezorgd zijn das Mitleid = medelijden das Heimweh = heimwee vermissen = missen die Angst = angst Hast du Angst vor der Prüfung? = Ben je bang voor het examen? ängstlich = angstig die Furcht = vrees fürchten = vrezen, bang zijn befürchten = vrezen der Schreck = schrik erschrecken = schrikken die Panik = paniek Nur keine Panik! = Geen paniek! nerös = nerveus, zenuwachtig der Stress = stress Er ist im Stress = Hij staat onder stress. depressiv = depressief langweilig = saai, vervelend Ihm ist langweilig = Hij verveelt zich. die Enttäuschung = teleurstelling enttäuschen = teleurstellen die Verzweiflung = vertwijfeling, wanhoop beruhigen = kalmeren; geruststellen Haben Sie sich wieder beruhigt? = Bent u weer gekalmeerd? Ich kann Sie beruhigen. = Ik kan u geruststellen. treffen = treffen, raken verletzen = kwetsen die Beleidigung = belediging beleidigen = beledigen sich schämen = zich schamen schwer fallen = moeilijk vinden, moeite hebben met Es fällt mir schwer, Ihnen mitzuteilen, dass ich Ihnen kündigen muss. = Ik vind het moeilijk u mee te delen dat ik u moet ontslaan. unterdrücken = onderdrukken belasten = belasten die Belastung = belasting ärgern = ergeren der Ärger = narigheid ärgerlich = vervelend, naar reizen = irriteren, ergeren böse = kwaad Bist du immer noch böse auf mich? = Ben je nog steeds kwaad op me? die Wut = woede wütend = woedend sauer sein = kwaad, woedend zijn Ich bin sauer auf dich = Ik ben kwaad op je. reichen = voldoende zijn, genoeg van iets hebben Mir reicht es jetzt! Ich gehe! = Nu heb ik er genoeg van. Ik ga! satt = genoeg Ich habe es satt, immer dieselben Entschuldigungen zu hören. = Ik heb er genoeg van steeds dezelfde verontschuldigingen te moeten horen. aushalten = uithouden der Hass = haat hassen = haten, een hekel hebben aan beneiden = benijden neidisch = afgunstig, jaloers eifersüchtig = jaloers die Abneigung = afkeer, aversie das Misstrauen = wantrouwen ahnen = een voorgevoel hebben wohl = lekker Mir ist nicht ganz wohl bei der Sache! = Ik vertrouw de zaak niet helemaal!
Ingezonden op 31-10-2012 - 990x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!