Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
vanalleswat
› 12 na klar h. 1,2 paragraaf 4,5,6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
vanalleswat
, deel duits
12 na klar h. 1,2 paragraaf 4,5,6
Jaar 2 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Hartelijk dank voor uw uitnodiging = Vielen Dank für Ihre Einladung Ik kom uit Nederland = Ich komme aus den Niederlanden Ik zit op het vwo; Ik zit op het gymnasium = Ich gehe aufs Gymnasium Ik fiets naar school = Ich fahre mit dem Fahrrad zur Schule Sorry, dat ik nu pas schrijf = Entschuldige, dass ich jetzt erst schreibe Ik ontbijt = Ich frühstücke 's Avonds ben ik naar de disco gegaan = Am Abend bin ich in die Disko gegangen Waar ben jij op vakantie geweest? = Wo bist du in Urlaub gewesen? Ik vertel je iets over mijn vakantie = Ich erzähle dir von meinen Ferien Het was elke dag heet = Es war jeden Tag heiß Ik heb veel mensen leren kennen = Ich habe viele Leute kennen gelernt Wij hebben op een camping gekampeerd = Wir haben auf einem Campingplatz gezeltet Jullie zijn bruin geworden! = Wie braun ihr geworden seid! Wat vind je van me? = Wie gefalle ich dir? Serieus? Joh, geweldig! = Im Ernst? Mensch, großachtig! Echt. Dat is leuk! = Wirklich. Das macht Spaß! Wacht eens even! = Moment mal! Wat bedoel je? = Was meinst du? Wat is er met je? = Was ist mit dir? Vertel eens! = Erzähl mal! Nou? Hoe zie ik eruit? = Nun? Wie sehe ich aus? Zie je het niet? = Siehst du es nicht? Jawel. Dat wel. = Doch. Schon. Nou en? Zeg dan! = Na und? Sag doch! Je hebt toch ogen in je hoofd? Of niet soms? = Du hast doch Augen im Kopf, oder? Draag je geen bril meer? = Trägst du keine Brille mehr? Precies! Eindelijk heb ik lenzen. = Genau! Endlich habe ich Linsen! Nu zie ik het pas. = Jetzt sehe ich es erst. Dat kan ik nog niet zeggen. = Das kann ich noch nicht sagen. Het is nog even wennen. = Man muss sich noch dran gewöhnen. Ik voel me zo veel beter. = Ich fühle mich so viel besser. Ik wil liever naar de Kaufhof of zoiets. = Ich möchte lieber zum Kaufhof oder so. Die broek is toch verschrikkelijk! = Die Hose ist doch schrecklich! Als jij dat vindt. = Wenn du meinst. Kleren zijn belangrijk. = Kleidung ist wichtig. Vind je? Hoezo? = Glaubst du? Wieso? Mij interesseert het niet. = Mich interessiert es nicht. Ik draag graag een jurk. = Ich trage gern ein Kleid. Een rok staat me toch niet! = Ein Rock steht mir doch nicht! Je ziet er beslist beter uit. = Du siehst bestimmt besser aus. Maakt het je niet uit? = Ist es dir egal? Hast du schöne Ferien gehabt? = Heb je een mooie vakantie gehad? Wo bist du gewesen? = Waar ben je geweest? Reist du nach Frankreich? = Reis je naar Frankrijk? Es wird noch verrückt! = Hij wordt nog gek! Es war so schön! = Het was zo mooi! Wann wirst du ihn wiedersehen? = Wanneer zul je hem weer zien? Ik ben 1,60 lang = Ich bin 1,60m groß Ik heb de groep wel eens gezien = Ich habe die Band schon mal gesehen Wij zouden samen naar het concert kunnen gaan = Wir könnten gemeinsam aufs Konzert gehen Het best bevalt me de zanger = Am besten gefällt mit der Sänger Heb je zin om te komen? = Hast du Lust zu kommen? Wij stonden een uur in de file = Wir standen eine Stunde im Stau Duits is zijn moedertaal = Deutsch ist seine Muttersprache Het concert is zeker snel uitverkocht = Das Konzert ist sicher schnell ausverkauft Het wachten was de moeite waard = Das Warten hat sich gelohnt Het concert heeft bijna drie uur geduurd = Das Konzert hat fast drei Stunden gedauert Mail me zo spoedig mogelijk terug = Mail mir so schnell wie möglich zurück Op zaterdag zijn we met de auto gegaan = Am Samstag sind wir mit dem Auto gefahren Ik houd van hun muziek = Ich mag ihre Musik De stemming was zo gaaf = Die Stimmung war so geil Zeg Rolf! Heb je even tijd? = Du, Rolf! Hast du einen Moment Zeit? Kun je even komen? = Kannst du mal kommen? Kennen jullie elkaar? = Kennt ihr euch? Hallo. Prettig je te zien = Tag! Freut mich Mag ik voorstellen? Stefan = Darf ich vorstellen? Stefan Aangenaam = Angenehm Hoe bevalt het hier? = Wie gefällt es hier? Sorry. Ik moet helaas gaan = Entschuldige. Ich muss leider gehen Ik kom zo terug = Ich komme gleich wieder Akkoord. Tot straks = Einverstanden. Bis nachher Dat is lang geleden = Das ist lange her Neem me niet kwalijk = Verzeihung Al goed. Geeft niets = Schon gut. Macht nichts Ogenblik. Ik kijk even = Augenblick. Ich schau mal nach Het spijt me. Die is er niet = Tut mir Leid. Der ist nicht da Dat is even jammer = Das ist aber schade Wat een pech = So ein Pech Kan ik hem iets doorgeven? = Kann ich ihm etwas ausrichten? Afgesproken. Ik bel later nog een keer = Abgemacht. Ich rufe später noch mal an Tot horens = Auf Wiederhören Dat is een verrassing = Das ist aber eine Überraschung Wat is er? Is er wat gebeurd? = Was gibt's? Ist was passiert? Dat kun je wel zeggen = Das kann man wohl sagen Het is zo vreselijk = Es ist so schrecklich Je maakt me bang = Du machst mir Angst Vertel nou toch! = Erzähl doch! Ik zoek Heinz = Ich suche Heinz Wat moet ik doen? = Was soll ich machen? Dat is toch niet zo erg = Das ist doch nicht so schlimm Dat hoop ik ook = Das hoffe ich auch Vast wel = Bestimmt Dat beloof ik je = Das verspreche ich dir
Ingezonden op 04-11-2012 - 2767x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!