Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Studeo basiswoordenlijst
› 3 Cc
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Studeo basiswoordenlijst
, deel 4
3 Cc
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
circum, 1x woordsoort? + ?, 1x woordsoort = 1 rondom prep. + acc 2 rond(om) adv. circumdo, dare = omgeven circumvenio, venire = omsingelen cito, woordsoort? = snel, adv. civilis = burger-, openbaar civis, gen., geslacht = civis, burger, m civitas, gen., geslacht = civitatis, burgerij, staat, f clamo, clamare = roepen clamor, gen., geslacht = clamoris, geschreeuw, m clarus = helder, beroemd classis, gen., geslacht = classis, vloot, f claudo, claudere, pf, ppp = clausi, clausum, sluiten cliens, gen.,geslacht = clientis, cliënt, beschermeling, m coepi, coepisse, tijd? = pf, begonnen zijn coerceo, ercére, pf, ppp = ercui, ercitum, samenhouden, beteugelen cogito, cogitare = (na)denken cognosco, gnoscere, pf, ppp = gnovi, gnitum, leren kennen, vernemen cogo, cogere, pf, ppp, 2x = coëgi, coactum 1 samenbrengen 2 dwingen colligo, ligere, pf, ppp = legi, lectum, verzamelen collis, gen., geslacht = collis, heuvel, m colloco, locare = (bij elkaar) plaatsen colo, colere, pf, ppp, 3x = colui, cultum 1 verzorgen 2 vereren, respecteren 3 bebouwen color, gen., geslacht = coloris, kleur, m comes, gen., geslacht = comitis, metgezel, vriend, m comitor, comitari = vergezellen commemoro, memorare = in herinnering brengen commendo, mendare = toevertrouwen committo, mittere, 2x, (+ proeliam/pugna, + scelus) = 1 samenbrengen 2 toevertrouwen, (de strijd) aangaan, (een misdaad) begaan commodus = passend commoveo, movére = hevig bewegen, ontroeren communis = gemeenschappelijk, algemeen comparo, parare, 2x = 1 klaar maken 2 vergelijken comperio, perire, pf, ppp = peri, pertum, vernemen, vinden compleo, plére, pf, ppp = plevi, pletum, vullen compono, ponere = bij elkaar plaatsen, vervaardigen comprehendo, prehendere, pf, ppp, 2x = prehendi, prehensum 1 pakken 2 samenvatten, (be)grijpen concedo, cedere, 3x = 1wijken 2 toegeven 3 toestaan concilio, conciliare = (voor zich) winnen concilium = bijeenkomst, vergadering concordia = eendracht concurro, currere, pf, ppp = curri, cursum, te hoop lopen, slaags raken concursus, gen. = concursus, oploop, ontmoeting concidio, gen., geslacht, 2x = concidionis 1 voorwaarde 2 toestand, f condo, dere, pf, ppp, 2x = didi, ditum 1 stichten 2 opbergen confero, ferre, pf, ppp, 2x = contuli, collatum 1 samenbrengen 2 vergelijken conficio, ficere, 2x = 1 vervaardigen 2 afmaken confideo, fidere, ppp + ? = fisus sum + dat., vertrouwen (op) confirmo, firmare = bevestigen conicio, icere, 2x = 1 bijeen werpen 2 gissen coniungo, iungere = samenvoegen coniunx, gen., geslacht, 2x = coniuges 1 echtgenoot 2 echtgenote, m/f coniuratio, gen., geslacht = coniurationis, samenzwering, f conor, conari = proberen conscius + ? = medeplichtig (aan), zich bewust van + gen. conscribo, scribere, 2x = 1 opschrijven 2 recruteren consequor, sequi = achtervolgen, inhalen conservo, servare = redden, bewaren consido, sidere, pf, ppp = sedi, sessum, gaan zitten consilium, 3x = 1 plan 2 raad 3 besluit consisto, sistere, pf = stiti, blijven staan conspectus, gen. = conspectus, aanblik, zicht conspicio, spicere, pf, ppp = spexi, spectum, zien constans, gen. = constantis, standvastig, vastberaden constituo, stituere, pf, ppp = stitui, stitutum, besluiten consto, stare = vaststaan consuesco, suescere, pf, ppp = suevi, suetum, wennen aan consuetudo, gen., geslacht, 2x = consuetudinis 1 gewoonte 2 omgang, f consul, gen., geslacht = consulis, consul, m consulatus, gen. = consulatus, consulaat consulo, consulere, pf, ppp, 3x + ? = consului, consultum 1 overleggen 2 raadplegen 3 zorgen voor + dat. consumo, consumere = gebruiken, opeten contemno, temnaren, pf, ppp = tempsi, temptum, minachten contendo, tendere, pf, ppp, 3x = tendi, tentum 1 spannen 2 zich uitrekken 2 zich haasten contentus = tevreden contineo, tinére, pf, ppp = tinui, tentum, samenhouden, bevatten contingo, tingere, pf, ppp = tigi, tactum, (aan)raken, treffen continuo, woordsoort? = adv. Ononderbroken continuus = aan een stuk door contra, 1x woordsoort, 1 x woordsoort + ? = 1 daarentegen adv. 2 tegen(over) prep. + acc. contrarius = tegenovergesteld controversia = geschil, twistpunt convenio, venire = samenkomen
Ingezonden op 05-11-2012 - 1229x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
woorden Cc blz. 120 Studeo
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!