Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

De Geo, deel 2

1 §1 t/m §5 Zuid Afrika en Argentinie, twee gezichten

Jaar 2 (havo/vwo)

Aanlandige wind 	=	Wind van zee naar land
Kleurlingen 			=Mensen van een gemengd ras
Apartheid 	 =Het gescheiden wonen en leven van mensen op basis van hun huidskleur
Thuislanden		=	Woongebieden voor zwarten in Zuid-Afrika
Townships			=Woonwijken voor zwarten en kleurlingen in Zuid-Afrika
Segregatie 			=Scheiding
Krottenwijken =		 Illegale zelfbouwwijken met slechte huizen en voorzieningen
Integratie 	=		 Samengaan van verschillende groepen in een samenleving
Shacks			=	Illegale zelfgebouwde huisjes van hout en golfplaten.
Black Diamonds =		Rijke(re) zwarten
Suburbs 		=	 Blanke, rijke(re), woonwijken
Armoedegrens 	= 	€ 5,00 per dag
Gated Communities= 	Omheinde, rijke(re), bewaakte woonwijk
BNP			=	 Bruto Nationaal Product
Khayelitsha			=Betekent in Xhosa-taal ‘nieuw thuis’
Zelfverzorging =		 Om je eigen behoefte te voorzien
Commercieel		=	Bedrijf die winst probeert te maken
Mechanisatie			=Arbeid door machines laten uitvoeren
Landhervorming=	 Het opnieuw verdelen van het land
Urbanisatie	= Verstedelijken
Columbus		=	Ontdekkingsreiziger in Spaanse dienst
Plaza				=Plein
Latifundia			 =Groot landbouwbedrijf
Mini fundia=			Klein landbouwbedrijf

§1	Regio in beeld: Zuid Afrika
Zuid Afrika = zonnig klimaat
Oostelijk kustgebied= warm en vochtig, aanlandige wind die lucht vanaf de Indische oceaan aanvoert, korte hevige buien daarna zon.
Hoogvlakte= droger en koeler, zomers niet warm, ‘s winters paar graden vrienden
Verder naar het westen = bijna geen regen. Steppen en (half)woestijnen
Binnenland van Zuid-Afrika = hoogvlakte 1000-2000 meter
Grootste stad = Johannesburg 1700 meter
Oosten wordt de hoogvlakte begrenst door een gebergte = de Drakenberg (toppen boven de 3000 meter)
Kuststreek en westen van het land = lager
Eerste Europese Immigranten = Nederlanders
1651 = Stichten Kaap de Goede hoop als bevoorradingstation voor schepen naar Indië.
1800 = Britten namen de macht over. Nederlandse kolonisten trokken verder naar het noorden naar Woongebied van de zwarten stammen Zulu en de Xhosa
Indiërs werden naar indien gehaald om te werken op de plantages van de blanken samen met de kleurlingen.
Blanken zwarte Indiërs = bevolkingsgroep Zuid-Afrika
1948 - 1990 = apartheid
zwarte woonwijken waren strikt gescheiden van de blanke woonwijken.
1994 = kwam er een zwarte regering van Zuid-Afrika
Bijna nergens in de wereld zijn de verschillen tussen arm en rijk zo groot.
9% blanken in Zuid-Afrika verdient de helft van al het inkomen
Rijkdom aan goud, diamanten en andere dure metalen.
Mijnen = omgeving van Johannesburg
Zuid Afrika één van de rijkste landen van Zwart Afrika
BNP = Bruto Nationaal Product 11000 dollar per inwoner
Minder goed met andere ontwikkelingskenmerken zoals: Geen schoon drinkwater, analfabetisme, artsendichtheid of levensverwachting. Grote armoede zwarte bevolking.
30% werkloos, bij de zwarte ligt het % veel hoger
§2	Tweedeling Kaapstad
•	Tweedeling Kaapstad komt door de apartheid.
o	Zuid-Afrikaanse stad bestaat uit centrum, blanke wijken eromheen en kilometers verder de townships.
o	De zwarte mochten vroeger alleen met een pasje en voor een bepaald doel naar het blanke gebied. 
•	In de thuislanden was weinig werk en de voorzieningen waren slecht.
o	Immigranten trokken daarom illegaal naar de stad.
•	De krottenwijken lagen aangeplakt tegen de townships.
•	Nieuwe regering wil een integratie.
•	Subrubs van Kaapstad liggen in het westen van de stad, langs de kust en rond de Tafelberg.
•	Subrubs = ruim opgezette wijken met vrijstaande huizen en grote tuinen vaak met een zwembad.
o	Subrubs waren meestal zwaar bewaakt.
•	Contrast ( verschil ) met de Kaapse vlaktes in het oosten van de stad is enorm.
•	Veel wijken zijn bijna 100% zwart, in andere wijken wonen bijna 100% kleurlingen.
•	¾ van huishoudens in de townships leeft onder de armoedegrens van 5 euro per dag.
o	Zij hebben geen baan en kunnen nauwelijks overleven.
o	Er stromen nog elke dag migranten uit de thuislanden toe. 
o	Zij komen terecht in krottenwijken.
•	De Black Diamonds = Kleine groep zwarte die het beter heeft.
o	 goede baan, goed inkomen, 3.000.000 mensen oftewel 10% van de bevolking.
§3	Leven in Khayelitsha
•	Khayelitsha
o	Ligt op 35 kilometer van het centrum van Kaapstad.
o	Na 1983 is de wijk gebouwd.
o	Nu wonen er bijna 500 000 tot 1 miljoen inwoners, bijna alleen zwarte.
o	Het is het op een na grootste township van Zuid-Afrika.
o	Khayelitsha = betekend in Xhosa-taal ‘nieuw thuis’.
o	Veel kleine, stenen huisjes met tuintjes. 
o	Ze zijn vrijstaand en hebben 2 of 3 kleine kamers.
o	Voorzieningen als leidingwater, riool en elektriciteit.
o	De huizen zijn door de overheid gebouwd.
•	In Khayelitsha zijn ook 10000 shacks (hutten, krotten): illegale zelfgebouwde huisjes van hout en golfplaten.
o	Ze staan aan de rand van een township en staan heel erg dicht op elkaar.
o	Overdag is het heet ’s nachts koud en als het regent lekt het door het dak.
o	Meer dan de helft geen water en licht.
o	Paraffine werd gebruikt als brandstof voor kaarslicht
•	Alleen Soweto bij Johannesburg is groter met meer dan 2 miljoen inwoners.
•	Slechte levensomstandigheden door armoede
o	70% werkloos
o	Leven onder armoede grens
o	Niet voorzien van de 4 basisbehoefte: inkomen, voedsel, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
•	Van oudst zijn Townships slaapsteden, geen kantoor, winkels en fabrieken.
•	Nu is er aandacht voor de verbetering van de 4 basisbehoeften.
o	Shacks worden vervangen door stenen huizen
o	Projecten in het onderwijs en strijd tegen AIDS
§4	 Zuid-Afrika een ontwikkelingsland?
•	Tegenstellingen op het platteland
o	Verdeling landbouwgronden ongelijk
o	 85% alle grond van blanke boeren
o	 Rest verdeeld over miljoenen zwarten boeren
o	 Zelfverzorging = om je eigen behoefte te voorzien
o	 Commercieel = bedrijf die winst probeert te maken
o	 Mechanisatie = Machines
•	Zwarte bevolking leven armoedig.
o	Landbouw op onvruchtbare gronden brengt niet veel op.
o	Veel zwarte werken als seizoensarbeiders
o	Landhervorming = De zwarte regering beloofd land blanke boeren verdelen over zwarte boeren en kleine boeren (Onteigening grond is heel duur)
•	Migratie naar de stad
o	Bestaan is moeilijk
o	Buiten de landbouw weinig werk
o	Werkloosheid erg hoog
o	Voorzieningen erg slecht
o	Zwarten aangewezen op stedelijke gebieden
o	Verlaten platteland en verhuizen naar krottenwijken bij grote steden voor werk
o	Werken in vluchtsector of zijn werkloos
o	Urbanisatie (verstedelijken) = de groei van het aantal stadbewoners
•	Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
o	Urbanisatiegraad = Stijging % aantal stadsbewoners
o	Snelle migratie is belangrijk demografisch kenmerk
o	Demografie = de wetenschap die de bevolkingsaantallen bestudeerd
•	Afnemende bevolkingsgroei
o	De bevolking Afrika tussen 1960- 2000 verviervoudigd van 200 miljoen naar 800 miljoen mensen
o	Kinderen per vrouw gedaald, familieplanning
o	Gemiddeld 2,7 kinderen per vrouw
o	Sterven veel mensen, niet ouder dan 47 jaar
o	Lage levensverwachting door AIDS
o	6 miljoen mensen besmet
o	AIDS virus vooral bij zwarte bevolking
§5 Regio in Beeld: Argentinië
Landschap en klimaat
•	Verdeling in 4 grote landschappen
o	 Midden PAMPA'S = droge natuurlijke grasvlakten (steppe)
o	 Oosten VRUCHTBAAR, boeren hebben akkers en verbouwen graan
o	 Westen en zuiden landschap DROGER
o	 PAMPA'S zomers heet, s'winters fris
•	Oosten laagvlakte, lager dan 200 meter met savannes en moerassen. Vochtigste deel van Argentinië
o	Westen Andesgebergte, grens van Chili, toppen boven de 6000 meter.
o	Begroeiing cactussen en struiken
•	Zuiden koud steppen en woestijngebeid: Patagonië
o	Hoogvlakte hoger dan 500 meter
o	Droog
o	Uiterste zuiden "VUURLAND" valt 500 mm neerslag
Een Europees land
•	Argentinië is een vestigingscolonie
o	1870 - 1914 6 miljoen Europese immigranten naar toe verhuisd, vooral uit Spanje en Italië
•	Buenos Aires grootste stad van het land: 12.5 miljoen inwoners
o	Brede boulevards
o	Chique winkelcentra
o	Indrukwekkende gebouwen
o	Rand van de stad zijn sloppenwijken
Spaanse invloeden
•	Invloed Spaanse cultuur heel belangrijk, geldt voor de meeste landen in Latijns-Amerika
o	Amerika is ontdekt door Columbus
o	Columbus = ontdekkingsreiziger in Spaanse dienst
o	Spanjaarden veroverde bijna heel Zuid-Amerika
o	Oostelijke deel in handen Portugezen
o	Taal in Brazilië: Portugees
o	In de meeste andere landen Spaans
o	Talen afgeleid van Latijns, vandaar Latijns-Amerika
•	Spanjaarden stichten veel nieuwe steden.
o	Plaza = plein, er staat altijd een rooms-katholieke kerk in opdracht Spaanse koning
o	Geloof in Latijns-Amerika: rooms-katholiek
•	Spaanse koning invloed platteland, gaf grote stukken land aan mensen die hem grote diensten hadden bewezen
o	Ontstonden grote landbouwbedrijven: Latifundia
o	Bijna alle grond kwam in handen van een kleine groep grootgrondbezitters: De Estancieros
•	Mini fundia = kleine landbouwbedrijfjes

Ingezonden op 28-11-2012 - 7069x bekeken.
Waardering 5.6 (aantal stemmen: 9)

voting system
1
2
3
4
5

§1 Regio in beeld: Zuid Afrika
§2 Tweedeling Kaapstad
§3 Leven in Khayelitsha
§4 Zuid-Afrika een ontwikkelingsland?
§5 Regio in Beeld: Argentinië

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

De Geo, deel 2

1 §1 t/m §5 Zuid Afrika en Argentinie, twee gezichten