Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Ct-week frans
› 1 persoonlijke gegevens
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Ct-week frans
, deel pers gegev
1 persoonlijke gegevens
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Bonjour. = Goedemorgen. dire bonjour à quelqu'un = iemand begroeten Salut. = Hallo. ; Dag. Bonsoir. = Goedenavond. présenter quelqu'un = iemand voorstellen. enchanté. = aangenaam ; prettig kennis te maken s'appeler = heten ; ontmoeten le nom = de naam le prénom = de voornaam épeler = spellen vivre = leven ; wonen vivre à = leven in ; wonen in vivre dans = leven in ; wonen in habiter = wonen le numéro = het nummer le numéro de téléphone = het telefoonnummer l'adresse = het adres l'adresse e-mail = het e-mailadres monsieur = meneer madame = mevrouw mademoiselle = mevrouw (ongetrouwd) être = zijn l'âge = de leeftijd à l'âge de = op de leeftijd van l'anniversaire = de verjaardag jeune = jong vieux, vieil, vieille = oud l'an = het jaar avoir ... ans = .... jaar oud zijn l'enfant = het kind l'adulte = de volwassene Au revoir. = Tot ziens. A bientôt. = Tot gauw. Je m'appele... = Ik heet... Comment vas-tu? = Hoe gaat het met jou? Comment allez-vous? = Hoe gaat het met u? ; Hoe gaat het met jullie? Ça va? = Hoe gaat het? Bien, merci. Et toi? = Goed, bedankt. En jij? Bien, merci. Et vous? = Goed, bedankt. En u? ; Goed, bedankt. En jullie? D'où venez-vous? = Waar komt u vandaan? ; Waar komen jullie vandaan? Je viens de... = Ik kom uit... Qu'est-ce que tu fais dans la vie? = Wat voor werk doe je? Qu'est-ce que vous faites dans la vie? = Wat voor werk doet u? ; Wat voor werk doen jullie? Parlez vous français? = Spreekt u Frans? ; Spreken jullie Frans? Non, je suis désolé. = Nee, het spijt me. petit = klein grand = groot les lunettes = de bril porter des lunettes = een bril dragen les cheveux = het haar blond = blond brun = bruin ; donkerroodharig roux, rousse = rood pâle = bleek bronzé = gebruind la taille = de lengte le poids = het gewicht gros, grosse = dik mince = slank la barbe = de baard la moustache = de snor joli = leuk ; aardig beau, bel, belle = mooi laid = lelijk chic = deftig ; vriendelijk ressembler à quelqu'un = op iemand lijken la caractère = het karakter avoir bon caractère = een goed karakter hebben avoir mauvaise caractère = een slecht karakter hebben le tempérament = het temperament l'humeur = het humeur être de bonne humeur = een goed humeur hebben être de mauvaise humeur = een slecht humeur hebben drôle = grappig sympathique = sympathiek gentil, gentille = aardig ; vriendelijk aimable = vriendelijk intelligent = intelligent sérieux, sérieuse = serieus bête = stom idiot = idioot stupide = dom méchant = gemeen difficile = moeilijk
Ingezonden op 01-12-2012 - 1338x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!