Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
wat ik nog moet leren
› 0 woorden 4sgl latijn module 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
wat ik nog moet leren
, deel 1
0 woorden 4sgl latijn module 1
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
abesse = weg zijn accipere = aannemen aedificare = bouwen aestus = hitte ager = akker alii...alii = sommige... andere alio = ergens anders heen aliquis = iemand alius = ander animus = geest annus = jaar appelare = noemen arbitrari = menen atque = en audere = durven auxilium = hulp bellum = oorlog capere = grijpen caro = vlees causa = reden cedere = weggaan certus = zeker circum = rondom cogere = bijeenbrengen communis = gemeenschappelijk comparare = bijeenbrengen concilium = bijeenkomst confirmare = bevestigen considere = gaan zitten consistere = gaan staan consuetudo = gewoonte contendere = zich inspannen continere = bevatten copia = voorraad corpus = lichaam cupidatis = begeerte defendere = verdedigen differre = uitstellen; verschillen diu = lange tijd domus = huis ducere = leiden dux = leider exercere = oefenen existimare = schatten expellere = verdrijven extra = buiten facere = doen; maken fama = gerucht ferre = dragen fides = trouw fieri = worden finis= grens flumen = rivier fortis = dapper frigus = kou gens = geslacht genere = dragen; doen hic,haec,hoc = deze hospes = gast humanitas = menselijkheid humilis = laag; gering idem = hetzelfde iniuria = onrecht inter = tussen intra = binnen ipse = zelf is,ea,id = hij;zijn;het ius = recht iustitia = rechtvaardigheid iuventus = jeugd labor = werk latus = breed laus = roem lex = wet lingua = taal locus = plaats longus = lang magistratus = magistraat maior = groter manere = blijven maximus = grootst mercator = koopman minimus = kleinst minuere = verminderen; verkleinen mittere = zenden modus = maat multitudo = menigte ne = dat niet ne....quidem = ook niet neque = en niet nex = dood noster = ons notus = bekend nullus = geen numerus = getal occupare = bezetten omnis = geheel ops = macht opes = rijkdom opinio = mening oriri = ontstaan pars = deel parvus = kleinst patere = openstaan pax = vrede pecunia = geld plebs = het gewone volk polliceri = beloven postea = later potens = machtig praeesse = aan het hoofd staan van princeps = leider probare = keuren proelium = gevecht prohibere = verhinderen propius = eigen propter = wegens propterea quod = omdat provincia = provincie proximus = dichtst bij putare = denken qua de cause = waarom quantus = hoe/wat groot qui,quae,quod = die quicumque = wie/wat ook quisquam = iemand quisque = ieder quoniam = aangezien regio = gebied res,rei = zaak sacrificum = offer sanctus = heilig sedes = zitplaats sequi = volgen silva = bos singuli = telkens één studere = streven naar summus = hoogst superare = overtreffen suus = zijn; haar; hun tempus = tijd timor = angst tollere = opheffen trans = over transire = oversteken turpis = schandelijk tutus = veilig ut = dat, opdat uti = gebruiken vastare = verwoesten velle = willen videri = schijnen sibi videri = geloven vincere = overwinnen violare = geweld aandoen virtus = dapperheid vitare = mijden vis = kracht vires =krachten
Ingezonden op 01-12-2012 - 1366x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!