Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Oxford 300
› 2 List 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Oxford 300
2 List 2
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to abandon = verlaten; opgeven active = actief; werkzaam again = weer; opnieuw although = hoewel; ofschoon anyone; anybody = iedereen to arrive = aankomen; arriveren the audience = het publiek a barrier = een barriere to bend = buigen a bend = een bocht the body = het lichaam brightly = helder calmly = kalm to cause = veroorzaken a cause = een oorzaak cheerful = vrolijk to climb = klimmen to comment = opmerkingen maken a comment = een opmerking confident = zelfverzekerd continuously = voortdurend a couple = een paar the culture = de cultuur; de beschaving the death = de dood to depress = deprimeren; neerdrukken a difficulty = een moeilijkheid to dissolve = oplossen; ontbinden dressed = gekleed effective = effectief; doeltreffend to empty = leegmaken empty = leeg; hol equivalent = gelijkwaardige the excitement = de opwinding an eye = een oog a fault = een fout to set fire to = aansteken; in brand steken to forget = vergeten the fuel = de brandstof the geography = de aardrijkskunde the grammar = de grammatica to hang = ophangen; hangen here = hier a hotel = een hotel immoral = immoreel; onzedelijk industrial = industrieel intelligent = intelligent an item = een object a kind = een soort kind = aardig to launch = lanceren; uitbrengen to like = houden van; zoals; als; zo a lord = een heer a manner = een manier; een wijze the medicine = het geneesmiddel medicine = geneeskunde a minute = een minuut; een ogenblik the movement = de opwelling; de beweging to need = nodig hebben, vereisen a need = een behoefte a nose = een neus an officer = een beambte; een ambtenaar; een agent the original = het origineel original = origineel the paper = het papier; het document perfectly = volmaakt the pipe = de pijp; de buis; de tabakspijp politely = beleefd to prefer = verkiezen; de voorkeur geven probably = waarschijnlijk a pub = een pub; een café; een herberg the racing = het wedrennen; de rensport; het racen the reception = de receptie; de ontvangst to respect = eerbiedigen; respecteren the respect = het aanzien; de eerbied the road = de weg to sail = varen; zeilen a sail = een zeil; een molenwiek a seat = een zitplaats to settle = vestigen; zich vestigen; afhandelen short = kort a sister = een zuster a society = een samenleving; een maatschappij specifically = specifieke to stay = blijven; verblijven; logeren a stay = een verblijf strictly = streng to suit = passen a suit = een pak a swelling = een zwelling; een gezwel the technology = de technologie the thinking = het denken the toilet = de wc; het toilet to transport = vervoeren; transporteren unable = niet in staat unnecessary = onnodig; niet noodzakelijk a variety = een verscheidenheid; een variëteit to wander = dwalen; zwerven; rondzwerven a wheel = een wiel; een rad the winter = de winter to yawn = gapen a yawn = een geeuw
Ingezonden op 01-12-2012 - 1053x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!