Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Overhoorlijsten Grandes Lignes vwo 3
› 7 Laissez- nous donc rêver!
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Overhoorlijsten Grandes Lignes vwo 3
7 Laissez- nous donc rêver!
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
l'Hexagone = Europees Frankrijk; Frankrijk la filière = het profiel le bac = het eindexamen les études = de studie la langue = de taal le goût = de smaak; de voorliefde le conseil de classe = de rapportvergadering la matière = het schoolvak la physique = natuurkunde la chimie = scheikunde les SVT; les sciences de la vie et de la terre = biologie la philosophie = filosofie la géographie = aardrijkskunde le dessin = tekenen être contente de; être content de = tevreden zijn met doué; douée = begaafd; talentvol le tour du monde = de wereldreis le métier = het beroep l'avocat; l'avocate = de advocaat; de advocate l'architecte = de architect le conseiller; la conseillère d'orientation = de decaan rêver de = dromen over déterminer = bepalen hésiter = twijfelen souhaiter = wensen exprimer = uitspreken; uiten préparer à = voorbereiden op en avoir marre = er genoeg van hebben le coiffeur; la coiffeuse = de kapper; de kapster le médecin = de arts l'instituteur; l'institutrice = de onderwijzer; de onderwijzeres le pilote = de piloot le pharmacien; la pharmacienne = de apotheker l'archéologue = de archeoloog le dentiste; la dentiste = de tandarts l'entraîneur; l'entraîneuse = de trainer; de trainster le psychologue; la psychologue = de psycholoog le vétérinaire; la vétérinaire = de dierenarts le chef d'entreprise = de bedrijfsleider; de manager l'argent immobilier = de makelaar le comptable = de boekhouder le juge = de rechter le rêveur = de dromer l'imagination = de verbeelding l'association = de vereniging la persuasion = de overredingskracht le fric = de poen; de centen manquer = niet hebben; missen résoudre = oplossen correspondre à = overeenkomen met rendre visite à = bezoeken avoir du mal à = moeite hebben om faire partie de = deel uitmaken van être obligé de; être obligée de = verplicht zijn om grâce à = dankzij il s'agit de = het gaat om l'objet = het ding le truc = het ding le projet = het plan l'avenir = de toekomst la vue = het uitzicht l'impression = de indruk le désir = de wens; het verlangen la colère = de woede la guerre = de oorlog la famine = de hongersnood la pollution = de vervuiling le chômage = de werkloosheid l'insécurité = de onveiligheid la délinquance = de criminaliteit entier, entière = heel; geheel honnête = eerlijk impoli; impolie = onbeleefd raisonnable = redelijk l'île = het eiland la plongée = het duiken la solitude = de eenzaamheid voler = stelen; vliegen passer le bac = eindexamen doen imaginer = voorstellen oser = durven venir de = zojuist souffrir = lijden offrir = aanbieden de toekomst = l'avenir; le futur de taal = la langue biologie = les SVT; les sciences de la vie et de la terre natuurkunde = la physique scheikunde = la chimie filosofie = la philosophie aardrijkskunde = la géographie eindexamen doen = passer le bac slagen; examen halen = réussir à de studie = les études het beroep = le métier de bedrijfsleider; de manager = le chef d'entreprise de piloot = le pilote de rechter = le juge de makelaar = l'agent immobilier de architect = l'architecte de advocaat = l'avocat; l'avocate de journalist = le/la journaliste de onderwijzer = l'instituteur de onderwijzeres = l'institutrice de apotheker = le pharmacien; la pharmacienne de tandarts = le/la dentiste de dierenarts = le/la vétérinaire het ding = l'object, le truc de oorlog = la guerre de woede = la colère de vervuiling = la pollution de werkloosheid = le chômage de onveiligheid = l'insécurité het uitzicht = la vue de indruk = l'impression de wens; het verlangen = le désir het eiland = l'île de dromer = le rêveur de verbeelding = l'imagination het plan = le projet dromen van = rêver de wensen; verlangen = désirer voorstellen = imaginer durver = oser reizen = voyager geld verdienen = gagner de l'argent stelen; vliegen = voler tevreden zijn met = être content de; être contente de verplicht zijn om = être obligée de; être obligé de heel; geheel = entier; entière eerlijk = honnête onbeleefd = impoli; impolie begaafd; talentvol = doué; douée het gaat om = il s'agit de dankzij = grâce à deel uitmaken van = faire partie de samenwonen = habiter ensemble trouwen = se marier scheiden = divorcer er genoeg van hebben = en avoir marre moeite hebben om = avoir du mal à
Ingezonden op 01-12-2012 - 1686x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!