Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Libre Service, deel 2

2 2a Vocabulaire zonder extra

Jaar 4 (havo)

aborder = aansnijden
amener sur = brengen op
animer = bezielen
selon = volgens
avis = mening
d'ailleurs = overigens
impatient = ongeduldig
attirer = aantrekken
se confier = zijn hart uitstorten
sociable = gemakkelijk in de omgang
tendre = zachtaardig
découragement = moedeloosheid
détresse = wanhoop
appliquer = toepassen
guérir = genezen
repère = houvast
lorsque = toen
réussite = succes
sommet = top
pareil = net zo
plaire = bevallen
régner = heersen
se consoler = elkaar troosten
dans le domaine = op het gebied van
tellement = zo
violent = hevig
enfermé = opgesloten
forcément = noodzakelijkerwijs
foule = menigte 
se taper dessus = elkaar in elkaar slaan
pouvoir = macht
puissant = machtig; invloedrijk
considérer = beschouwen
contradictoire = tegenstrijdig
détenir = in handen hebben 
sans détour = zonder omwegen
davantage = meer
profit = winst
s'attacher = zich verbinden
valeur = waarde
privilège = voorrecht
à la portée de = binnen het bereik van
intérêt = belangstelling
plutôt = nogal
point d'interrogation = vraagteken
représenter = vertegenwoordigen
se moquer de = spotten met
sur le tas = in de praktijk
mise au point = afstelling
syllabe = lettergreep
volant = stuur
batterie = slagwerk
cultivé = ontwikkeld
engagé = maatschappelijk bewust
époque = tijd(perk)
face = gezicht; aanzien
maternel = moeder-
particularité = bijzonderheid
s'étonner = zich verbazen
moe = fatigué
lachen = rire
verplichten = obliger
gebruiken = utiliser
leven = vivre
mensen = les gens
regelmatig = régulièrement
tegenwoordig = actuellement
buitenwijken = la banlieue
inlichting = le renseignement
omschrijven = définir
geheel = le ensemble
grens = la frontière
kort = en bref
omdat, immers = puisque
geweld = la violence
tegen,omstreeks = vers
uitleggen = expliquer
zich uitdrukken = s'exprimer
herkennen = reconnaître
werken = fonctionner
kunst = l'art
oorsprong = l'origine
liegen = mentir
apotheek = la pharmacie
vragen = demander
verdwaald = perdu
(aan)wijzen = indiquer
plattegrond = le plan
(om)keren = faire demi-tour
aan het eind van = au bout de
afslaan = tourner
brug = le pont
dichtbij = proche
doorgaan,doorrijden = continuer
hoeveel= combien
komen langs = passer devant
omkeren = retourner
kruispunt = le carrefour
straat = la rue
laan = l'avenue
weg = la route
links = à gauche
rechts = à droite
nemen = prendre
parkeerterrein,-kelder = le parking
plein = la place
rechtdoor = tout droit
richting = la direction
rotonde = le rond-point
stadscentrum = le centre-ville
stoplicht = le feu rouge
tegenover = en face de
ver = loin
volgen = suivre
VVV-kantoor = l'office du tourisme
ziekenhuis = l'hôpital
kennen = connaître
afstand = la distance
luchthaven = l'aéroport
snel = vite
stadion,sportveld = la stade
zoeken = chercher
te voed = à pied
wisselkantoor = le bureau de change
na = après

Ingezonden op 03-12-2012 - 2234x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 17-01-2013.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Sorry als er fouten in zitten, veel succes met leren

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Libre Service, deel 2

2 2a Vocabulaire zonder extra