Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Carte Orange Apprendre's
› 3 Apprendre 1/5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Carte Orange Apprendre's
, deel 1564786321
3 Apprendre 1/5
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Apprendre 1 le film policier = de thriller le film d'action = de actiefilm le film d'horreur = de horrorfilm le film de science-fiction = de science-fictionfilm le film classique = de klassieker la comedié = de komedie le documentaire = de documentaire le dessin animé = de tekenfilm la séance = de (film)voorstelling le programme = het programma l'entracte = de pauze le chanteur = de zanger la chanteuse = de zangeres le musicien = de musicus le billet = het kaartje la salle = de zaal réserver = reserveren ça finit à = het is afgelopen met Apprendre 2 le silence = de stilte tourner = draaien le Midi = het zuiden (van Frankrijk) il écrit = hij schrijft le centre = het centrum le monde = de wereld faux = fout deviner = raden le film se passe = de film speelt zich af il faut = er is nodig; er zijn nodig sélectionner = selecteren la resistance = het verzet; de weerstand la guerre = de oorlog principal = belangrijkste; voornaamste bu = gedronken autour de = rondom pour cela = daarom la route = de weg je te tiens au courant = ik hou je op de hoogte Apprendre 3 je suis arrivé = ik ben aangekomen; ik kwam aan tu es arrivé = jij bent aangekomen; jij kwam aan il est arrivé = hij is aangekomen; hij kwam aan elle est arrivé = zij is aangekomen; zij kwam aan on est arrivé = men is aangekomen; men kwam aan nous sommes arrivés = wij zijn aangekomen; wij kwamen aan vous êtes arrivé(s) = jullie zijn aangekomen; jullie kwamen aan; u bent aangekomen; u kwam aan ils sont arrivés = zij zijn aangekomen; zij kwamen aan elles sont arrivées = zij zijn aangekomen; zij kwamen aan Apprendre 4 Le trois november, on est partis. = Op 3 november zijn we weg. Je n'ai pas envie d'aller avec lui. = Ik heb geen zin om met hem te gaan. Je ne sais pas encore. = Ik weer het nog niet. Tu veux aller au concert avec moi? = Wil jij met me meegaan naar het concert? Pour le concert, je peux. = Wat het concert betreft, ik kan. Moi, je ne peux pas. = Ik kan niet. J'y vais avec Véronique. = Ik ga er met Véronique heen. Apprendre 5 le concert = het concert parti = weg; vertrokken lui = hem presque = bijna amoureux; amoureuse = verliefd dehors = buiten tu pars en vacances = jij gaat met vakantie le stade = het stadion appeler = opbellen tant pis = niets te doen attendu = gewacht
Ingezonden op 04-12-2012 - 1221x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!