Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Disco, deel 1

18 Woorden H10 t/m 18 --- foutloos!!

Jaar 3 (Gymnasium)

dux, duces = leider; aanvoerder
bellum = oorlog
iussi = pf van iubere
iubere = bevelen
monere = waarschuwen
nuntiare = berichten
aura = lucht
perveni = pf van pervenire
pervenire = bereiken; aankomen in
licet mihi = het staat mij vrij; ik mag
fatum = lot; lotsbeschikking
obstare = in de weg staan
petere = zoeken; vragen; trachten te bereiken; gaan naar
iussum = bevel
parare = klaarmaken; voorbereiden
fugere (+acc) = vluchten
postquam = nadat
nonne = toch zeker?; toch wel?
bene (bijw) = goed
accepi = pf van accipere
accipere = ontvangen
invitare = uitnodigen
error, errores = zwerftocht
narrare = vertellen
devenire = terechtkomen
orare (bij: per + acc) = smeken
propter (+acc) = wegens
odi = haten
laesi = pf van laedere
tacui = pf van tacere
tacere = zwijgen
negare = weigeren; ontkennen
conubium = huwelijk
promisi = pf van promittere
promittere = beloven
hodie (bijw) = vandaag
apparui = pf van apparere
sinere = toestaan; laten
cogere = dwingen
invitus = tegen mijn/jouw/zijn zin
lux, luces = dag; licht; daglicht
munus, munera = taak
neglegere = verwaarlozen
postremo = tenslotte
quod (voegw) = omdat
nihil = niets
ira = woede
dolor, dolores = verdriet; pijn
clam = stiekem; heimelijk
caelum = hemel
posui = pf van ponere
ponere = plaatsen
vestis, vestes = kleding; kledingstuk
inferi (mv) = goden; goden van de onderwereld; onderwereld
anima = ziel
vixi = pf van vivere
perfeci = pf van perficere
perficere = voltooien; afmaken
effugere = wegvluchten
effugi = pf van effugere
deserui = pf van deserere 
deserere = in de steek laten; verlaten
poena = straf
fefelli = pf van fallere
fallere = bedriegen; misleiden
sidus, sidera = ster
iurare (bij: per + acc) = zweren
nepos, otes = kleinzoon; nakomeling
manere = te wachten staan
pectus, pectora = borst
coepi (pf) = ik begin; ik begon
nomen, nomina = naam
memoria = herinnering
tenui = pf van tenere
tenere = vasthebben; hebben; houden
avertere = afwenden
averti = pf van avertere
ut = zodra; zoals
consistere = blijven staan
constiti = pf van consistere
excepi = pf van excipere
excipere = opvangen; ontvangen
maestus = bedroefd
armatus = gewapend
quamquam = hoewel
longus = lang
gerere = dragen; voeren
tamen = toch
ignotus = onbekend
meus = mijn
virgo, virgines (v) = meisje; maagd
pulcher, pulchra, um = mooi
tam = zo
quia = omdat
fugare = verjagen
coegi = pf van cogere
solus = alleen
carus = lief
Mars, Martem (acc) = Mars
deposui = pf van deponere
deponere = neerzetten; afleggen
multus = veel
territus = verschrikt; geschrokken
scivi = pf van scire
scire = weten
fui = pf van esse
potestas, potestates (v) = macht
anxius = bang; angstig
cura = zorg
vexare = kwellen
regnum = koninkrijk; rijk; macht; heerschappij
pepuli = pf van pellere
pellere = verdrijven
servus = slaaf
peperi = pf van parere
parere = voortbrengen; baren
iratus = woedend
sedes, sedes (v) = zetel
magnus = groot; luid
vox, voces (v) = stem
quomodo = hoe
puer, pueri (mv groep 2) = jongen
interficere = doden
flumen, flumina (o) = rivier
impius = schurkachtig; goddeloos
misi = pf van mittere
ripa = oever
pastor, pastores (m) = herder
parvus = klein
portare = dragen
itaque = dus
consulere = raadplegen
signum = teken
mons, montes (m) = berg; heuvel
Roma = Rome
consedi = pf van considere
considere = gaan zitten
avis, aves (v) = vogel
qui, quae, quod (betr vnw) = die; dat
feci = pf van facere
colui = pf van colere
cum (voegw) = wanneer; toen
an = of 
ostendi = pf van ostendere
alius = ander
fabula = verhaal
quondam = eens; ooit
novus = nieuw
nondum = nog niet
altus = hoog; diep
labor, labores (m) = werk; inspanning; moeite
domum (acc) = naar huis
cena = maaltijd
qui, quae, quod (vragend vnw) = welke
Romae (gen) = in Rome; te Rome
miser, misera, miserum = ongelukkig
magnitudo, dines (v) = grootte; grootheid
legatus = gezant
finitimus = naburig
celare = verbergen
finxi = pf van fingere
Romam (acc) = naar Rome
conveni = pf van convenire
convenire = samenkomen
multitudo, multitudines (v) = menigte
animum attendere (op: ad + acc) = de aandacht richten
Romanus = Romein; Romeins
iuvenis, iuvenes (m) = jongeman
vulnerare = verwonden; wonden
si = als
homo, homines (m) = mens; man
mortuus = gestorven
populus = volk
vulnus, vulnera (o) = wond
inquit = hij/zij zegt; hij/zij zei
novi = pf van noscere
noscere = leren kennen; kennen
bonus = goed 
opes (mv groep 3) = rijkdom; macht
putare = denken; menen
regnare = koning zijn
serva = slavin
facere (tot + dubb acc) = maken
senator, senatores (m) = senator
ius, iura (o) = het recht; recht
iure = terecht; met recht
deieci = pf van deicere
deicere = naar beneden gooien
vis (v acc) = geweld
vim (abl) = geweld
vi = geweld
salutare (als + dubb acc) = begroeten; groeten
se recipere = zich terugtrekken
miles, milites = soldaat
hic, haec, hoc = deze; dit
pugnare = vechten
ops, opem (acc v) = hulp
timui = pf van timere
dedecus, dedecora (o) = schande
addidi = pf van addere
addere = toevoegen
nisi = als niet
tuus = jouw
nudus = naakt
deprehendi = pf van deprehendere
deprehendere = grijpen; betrappen
interfeci = pf van interficere
tantus = zo groot
perferre = verdragen
dedidi = pf van dedere
se dedere = zich overgeven
vici = pf van vincere 
victor, victores (m) = overwinnaar
vincere = overwinnen
victoria = overwinning
alienus = vreemd; andermans
violare = verkrachten; schenden
iste, ista, istud = die; dat
animus = hart; geest
abesse = afwezig zijn
affirmare = verzekeren; met klem beweren
peccare = verkeerd handelen; zondigen
ille, illa, illud = die; dat 
exemplum = voorbeeld
cor, corda (o) = hart
-que = en...
extraxi = pf van extrahere
extrahere = trekken uit
sanguis, guinem (acc m) = bloed
scelestus = misdadig; schurkachtig
tradidi = pf van tradere
tradere = overhandigen; overleveren
suus = zijn; haar; hun
cupido, ines (v) = verlangen
consul, ules (m) = consul
periculum = gevaar
salus, utes (v) = heil; redding
praeponere (boven + dat) = verkiezen
tempus, ora (o) = tijd
adesse = aanwezig zijn
convertere (op: ad + acc) = richten
prodere = verraden
liberare = bevrijden
processi = pf van procedere
procedere = naar voren gaan
supplicium = doodstraf; straf
verberare = afranselen
dissimulare = verbergen; niets laten merken van
castra (mv groep 2) = legerkamp; kamp
circum (+acc) = rond; rondom
celer, eris, e = snel
temptare = proberen; testen; op de proef stellen
civis, es (m) = burger
vocare = roepen
vocare (+ dubb acc) = roepen; noemen
occidere = doden
securus = onbezorgd
audax, aces = dapper; roekeloos
ferox, oces = moedig; onstuimig
crudelis = wreed
fortitudo, inem (acc v) = dapperheid
ignis, es (m) = vuur
dexter, tra, trum = rechter; rechts
virtus, utes (v) = moed; verdienste
commotus = bewogen; ontroerd
remisi = pf van remittere
remittere = terugzenden; laten gaan
omnis = elk; ieder; geheel
omnes (mv) = alle; allen
fortis = dapper
laudare = prijzen
appellare (+ dubb acc) = noemen

Ingezonden op 08-12-2012 - 1160x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Ik heb de lijst een beetje aangepast aan L-N. Zo moeten wij dat namelijk ook leren. Dat betekent dat de dingetjes erbij (zoals + acc enzo) bij de latijnkant zitten. Nouja voor de rest is de lijst foutloos, succes!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Disco, deel 1

18 Woorden H10 t/m 18 --- foutloos!!