Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels vocabulary 1 t/m 8
› 4 Vocabulary 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels vocabulary 1 t/m 8
, deel 1
4 Vocabulary 4
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
peasant = boer, iemand van het platteland to improve = verbeteren to mention = noemen derivative = afgeleide, (hier) iets wat te maken heeft met ... nonetheless (= nevertheless) = (desal)niettemin, toch to charge with =verantwoordelijk maken voor to starve = honger lijden arcane = stiekem, heimelijk, onbekend famine = hongersnood to unfold = zich ontvouwen,zich ontwikkelen, (hier) verlopen to fail = (hier) wegblijven, mislukken harvest = oogst belly = buik aid = hulp slight = lichtelijk, een beetje catastrophe = ramp insurance = verzekering body = lichaam, (hier:) orgaan, instelling on their behalf = namens, voor policy = polis to issue = uitgeven bond = obligatie mediocre = middelmatig interest = rente drought = droogte principal sum = (geïnvesteerd) kapitaal to strike (strike – struck – struck) = toeslaan to demand = eisen to tempt = verleiden current(ly) = op dit moment exposure to = blootstelling aan, (hier) te maken met hemisphere = halfrond to diversify = (hier) over verschillende risico’s spreiden to assess = beoordelen feasibility = praktische uitvoerbaarheid, haalbaarheid cause = oorzaak to cope with = aankunnen, kunnen omgaan met whereas = terwijl (tegenstelling), ...daarentegen to collapse = vervallen in likely = zeer waarschijnlijk to tend to = de neiging hebben, iets altijd doen to spoil = verpesten to measure = meten to rely on = afhankelijk zijn van to rise (rise – rose – risen) = stijgen means = middel(en) livestock = vee to take advantage of = gebruik maken van, voordeel halen uit i.e. = d.w.z. prompt = meteen to rush = zich haasten plough = ploeg
Ingezonden op 10-12-2012 - 1454x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!