Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Oxford 300
› 5 List 5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Oxford 300
5 List 5
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
an accent = een accent to adjust = aanpassen; verstellen the airport = de luchthaven to analyse = analyseren; ontleden to apply = toepassen; aanbrengen an aspect = een aspect awful = vreselijk a beard = een baard the biology = de biologie the bottle = de fles a bunch = een bos the capital = de hoofdstad; de hoofdletter capital = kapitaal certainly = zeker; bepaald the chocolate = de chocolade the coal = de kolen to compete = wedijveren; concurreren conscious = bewust; bij bewust zijn to convert = omzetten; bekeren crazy = gek a customer = een klant deeply = diep; zeer despite = ondanks disappointing = teleurstellend; tegenvallend a document = een document; een bewijsstuk during = gedurende; tijdens electronic = elektronisch to enjoy = genieten van eventually = uiteindelijk unexpectedly= onverwacht faithful = trouw; gelovig the fence = het hek the flesh = het vlees; het vruchtvlees to free = vrijlaten free = vrij; gratis a gallon = een gallon global = totaal; allesomvattend; wereldwijd green = onrijp; groen to have = hebben; bezitten his = zijn; de zijne; het zijne to be in a hurry = haast hebben an impression = een indruk the initiative = het initiatief an interval = een pauze a journey = een reis to know = weten the leather = het leer a little = weinig; een beetje unlucky = ongelukkig massive = massief; zwaar a mess = een puinhoop; een troep a mom = een mama the musician = de musicus; de muzikant new = nieuw to obey = gehoorzamen; gehoorzamen aan; gehoor geven onto = op; naar outstanding = buitengewoon; voortreffelijk a passage = een passage; een doorgang a pet = een huisdier the player = de speler to posses = bezitten; hebben to pretend = doen alsof to progress = vooruitkomen the progress = de vooruitgang purely = zuiver raw = rauw the refrigerator = de koelkast rented = gehuurde retired = gepensioneerd a routine = routine; sleur Saturday = zaterdag a selection = een selectie; een keuze to shape = vormen a shape = een vorm a sight = een bezienswaardigheid; zicht a sleeve = een mouw somewhat = een beetje spoken = gesproken stiffly = stijf the stuff = de spullen sure = zeker a tablet = een tablet the tekst = de tekst to throw something away = iets wegwerpen to touch = aanraken a touch = een aanraking a truck = een vrachtauto unemployed = werkeloos upstairs = boven to view = zien; beschouwen a view = zicht; uitzicht; beeld weak = zwak whole = heel; ongeschonden; geheel a word = een woord
Ingezonden op 13-12-2012 - 1000x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!