Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Oxford 300
› 10 List 10
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Oxford 300
10 List 10
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
according to = volgens an adventure = een avontuur allied = vebonden to announce = aankondigen; bekendmaken April = april an atom = een atoom to go bad = rotten beer = bier black = zwart; vuil a bread = een brood butter = boter carefully = zorgvuldig a chapter = een hoofdstuk civil = beleefd; burgerlijk a collection = een verzameling to concentrate = concentreren to construct = bouwen; construeren to correct = corrigeren correct = foutloos critical = kritisch a dancer = een danser deliberately = opzettelijk a device = een apparaat discovery = ontdekking downwards = benedenwaards; naar beneden east = ten oosten to emerge = te voorschijn komen entertainment = vermaak to exaggerate = overdrijven to explore = onderzoeken to fancy = houden van; zich inbeelden to fill = vullen to focus = richten; concentreren a friend = een vriend; een vriendin to gather = verzamelen good = goed to guess = gissen; schatting to heat = warm maken heat = hitte homework = huiswerk to increase = toenemen increase = toename to insist to = blijven bij; volhouden an invitation = uitnodiging to justify = rechtvaardigen a lake = een meer less = kleiner; minder located = gelegen main = hoofd; voornaamste maybe = misschien mild = mild; zacht moreover = bovendien national = nationaal no = nee; geen occupied = bezet to be opposed to = er op tegen zijn packaging = verpakking peace = vrede physically = lichamelijk to pound = kloppen a pound = een pond a prince = een prins properly = goed qualified = gekwalificeerd; geschikt realistic = realistisch a regulation = een regel a reputation = een reputatie rice = rijst a ruler = een regeerder; een liniaal a school = een school a sentence = een zin; een vonnis to shelter = schuilen a shelter = een bescherming similar = gelijksoortig to smash = verpletteren soup = soep a stage = een podium a stove = een kachel successfully = met goed gevolg; succesvol surroundings = omgeving a target = een doelwit a theme = een thema till = tot to trade = ruilen trade = handel to turn = draaien turn = een beurt; een bocht a union = een unie; een bond useful = nuttig vital = vitaal a week = een week willing = gewillig would = zou
Ingezonden op 13-12-2012 - 977x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!