Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
3de jaar latijn
› 12 alle voc vr examen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
3de jaar latijn
, deel 12
12 alle voc vr examen
Jaar 3 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
allergisch = allergic rugpijn = backache verband = bandage bloeddruk = blood pressure adem = breath ademen = to breathe gebroken been = broken leg blauwe plek = bruise brandwonde = burn kanker = cancer spoedafdeling = casualty ward/ emergency room stikken = to choke verkoudheid = cold hersenschudding = concussion hoesten = to cough hoestbonbon = cough drop kruk = crutch diarree = diarrhoea ziekte = disease oorpijn = earache onderzoeken = to examine koorts = fever EHBO-doos = first-aid kit griep = flu (influenza) formulier = form kater = hangover hooikoorts = hay fever hoofdpijn = headache hartaanval = heart attack ziek = ill ziekte = illness injectie, inspuiting = injection handleiding = instructions verzkering = insurance kraamafdeling = maternity ward misselijk = nauseous verpleegster = nurse zalf = ointment/ salve apotheek = pharmacy pil = pill pleister = plaster gipsverband = plaster cast vergif = poison doktersvoorschrift = prescription onthaalbalie = reception desk druipneus = runny nose ziek = sick keelpijn = sore throat verstuiken = to sprain buikpijn = stomachache zonnesteek = sunstroke symptoom = symptom spuit = syringe siroop = syrup koorts = temperature tandpijn = toothache virus = virus braken = to vomit wachtkamer = waiting room buik = belly achterwerk = bottom jukbeen = cheek bone kin = chin cosmetische chirurgie = cosmetic surgery dieet = diet pop = doll heup = hip mannequin = model litteken = scar huid = skin ruggegraat = spine gespannen = stressed lijden = to suffer lijden aan = to suffer from spreekuur = surgery (zich) uitkleden = to undress het skelet = the skeleton de schedel = the skull de hersenen = the brain het hoofd = the head het haar = the hair het gezicht = the face het voorhoofd = the forehead het oog = the eye het ooglid = the eyelid de wimper = the eyelash de wimpers = the eyelashes de wenkbrauw = the eyebrow de wang = the cheek de mond = the mouth de lip = the lip de tand = the tooth de tanden = the teeth de tong = the tongue de kin = the chin de kaak = the jaw de baard = the beard de snor = the moustache het oor = the ear de neus = the nose de hals = the neck de keel = the throat de rug = the back de schouder = the shoulder de oksel = the armpit de borst(kas) = the chest de borsten = the breasts de tepel = the nipple de arm = the arm bovenarm = upper arm onderarm =forearm de elleboog = the elbow de pols = the wrist de hand = the hand de vinger = the finger de wijsvinger = the index finger de middenvinger = the middle finger de ringvinger = the ring finger pink = the little finger de duim = the thumb de taille = the waist de heup = the hip de navel = the belly button de buik = the belly het zitvlak = the seat het achterste = the bottom de geslachtsdelen = the genitals, private parts het been = the leg de dij = the thigh de knie = the knee de voet = the foot de voeten = the feet de hiel = the heel de enkel = the ankle de teen = the toe de grote teen = the big toe de tweede teen = the second toe de derde teen = the third toe de vierde teen = the fourth toe de kleine teen = the little toe de nagel = the nail de teennagel = the toe nail het hart = the heart de maag = the stomach de long = the lung de zenuw = the nerve de spier = the muscle verwezelijken = to achieve zich gedragen = to act zich aanpassen = to adapt avontuur = adventure voorliefde = affection ambitie = ambition vermijden = to avoid bazig = bossy zorg = care eigenschap = characteristic blij = cheerful omstandigheid = circumstance slim = clever communicatie = communication medelijden =compassion vertrouwen = confidence moed = courage creatie = creation gevaar = danger behandelen = to deal vith verraden = to deceive beslissing = decision vastberadenheid = determination moeite = difficulty dynamisch = dynamic gevoel = emotion energie = energy enthousiasme = enthusiasm uitdrukken = to express trouw = faith flirten = to flirt vlot = fluent volgen = to follow vriendelijk = friendly vrijgevig = generous doel = goal handelen = to handle blij = happy hoofd = head hart = heart eerlijk = honest reusachtig = huge humor = humour ideaal = ideal verbeelding = imagination impulsief = impulsive onafhankelijk = independence invloed = influence intelligentie = intelligence zich bemoeien = to interfere jaloers = jealous beoordelen = to judge leven = life liefde = love bescheiden = modest stemming = mood zenuwachtig = nervous mening = opinion tegenovergestelde = opposite optimistisch = optimistic origineel = original passie = passion geduld = patience persoonlijkheid = personality bezit = possession praktisch = practical pessimistisch = pessimistic voorspelling = prediction beschermen = to protect kwaliteit = quality relatie = relationship verantwoordelijk = responsible romantiek = romance geheim = secret egoïstisch = selfish gevoelig = sensitive verlegen = shy glad = smooth sociaal = sociable koppig = stubborn medeleven = sympathy tactvol = tact spanning = tension lichtgeraakt = touchy type = type begripvol = understanding deugd = virtue zwak = weak spot = wit jeugd = youth boyfriend = vriend to cause = veroorzaken to expect =verwachten to hide =verbergen lie = leugen at least = minstens advantage = voordeel age limit = leeftijdsgrens brand = merk century = eeuw cheerleader = cheerleader chore = karweitje cegarette = sigaret credit card = betaalkaart driving licence = rijbewijs equipment = uitrusting favourite = favoriet locker = kastje met slot scientist = wetenschapper teenager = tiener to vote = stemmen to admit = toegeven aggressive = agressief to be bullied = gepest worden to bully = pesten bully = pester to commit suicide = zelfmoord plegen to complain = klagen to consider = achten to decide = beslissen experience = ervaring to force = wingen government = regering to insult = schelden to laugh at = uitlachten to participte = deelnemen physical = dichamelijk target =doel victim = slachtoffer violence =geweld
Ingezonden op 14-12-2012 - 1503x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!