Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
examenbundel engels 2011-2012
› 2 belangrijk
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
examenbundel engels 2011-2012
, deel 2
2 belangrijk
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to deduce (deduction) = afleiden uit to deduct (deduction) = aftrekken to deem = achten; beschouwen als deliberate = opzettelijk; weloverwogen to demand (demand) = eisen demanding = veeleisend to demolish (demolition) = vernietigen dense = dicht opeengepakt to deny (denial) = ontkennen; ontzeggen to depict = afschilderen; beschrijven deprivation = ontbering to deprive of = beroven van deprived = misdeeld; arm to derive from (derivation) = ontlenen aan; herleid worden tot to descend (descent) = afdalen; naar beneden gaan; naar beneden komen to desert (desertion) = in de steek laten to despair (despair) = wanhopen to despise = verachten determined (determination) = vastbesloten; vastberaden devastating = vernietigend to digest = verteren; geestelijk verwerken; verwerken digestion = spijsvertering dignity = waardigheid to diminish = verminderen to discard = weggooien; ter zijde leggen to disclose (disclosure) = openbaar maken disdainful (disdain) = minachtend; met verachting disgraceful (disgrace) = schandelijk to disguise (disguise) = vermommen; verhullen disgust = walging dismal = ellendig; somber to dismiss (dismissal) = wegsturen; ontslaan disobedience = ongehoorzaamheid to display (display) = tentoonspreiden to dispose of (disposal) = wegdoen; wegwerken to dispute = betwisten dispute = geschil; twist; discussie to disrupt (disruption) = verstoren distant = ver distinct = duidelijk to distinguish (distinction) = onderscheiden to distort (distortion) = verwringen; verdraaien to distract (distraction) = afleiden distress = leed; verdriet; nood to disturb (disturbance) = verstoren; storen domestic = huis-; huiselijk; binnenlands to dread (dread) = bang zijn voor; doodsbang zijn voor due to = te wijten aan; ten gevolge van dull = saai; dof to dwell = wonen elaborate = ingewikkeld; uitvoerig to elaborate (up) on = uitvoerig ingaan op eligible = verkiesbaar; in aanmerking komend to emerge (emergence) = tevoorschijn komen; opkomen; blijken to enhance = bevorderen enterprise = onderneming; ondernemingslust to entail = inhouden; met zich meebrengen to establish = vestigen establishment = gevestigde orde estate = landgoed; nieuwbouwwijk; terrein to estimate = schatten eventually = uiteindelijk; tenslotte to evoke (evocation) = oproepen to exaggerate = overdrijven to exhibit (exhibition) = tentoonstellen to exile (exile) = verbannen; in ballingschap sturen to expand (expansion) = uitbreiden expenses = onkosten; kosten to exploit (exploitation) = uitbuiten to explore (exploration) = verkennen to expose to (exposure) = blootstellen aan to extend (extension) = zich uitbreiden; uitbreiden extent = mate extinct (extinction) = uitgestorven to extinguish (extinction) = doven; blussen fairly = tamelijk famine = hongersnood fee = bedrag; tarief fence = hek; omheining fertile (fertility) = vruchtbaar fierce = hevig; fel flaw = fout; tekortkoming; smet to flood (flood) = overstromen formerly = voorheen; vroeger fortune = fortuin; lot frankly = eerlijk gezegd to frighten (fright) = schrik aanjagen; angst aanjagen fulfilling = bevredigend fuss = drukte; gedoe to gain = verkrijgen; verwerven; winnen to gather (gathering) = verzamelen gender = sekse; geslacht genuine = echt; oprecht gesture = gebaar to grant = geven; toekennen greedy (greed) = gulzig; hebberig grief = verdriet; leed to hail = begroeten to handle = omgaan met hapless = betreurenswaardig to haunt = voortdurend achtervolgen; kwellen; regelmatig bezoeken heir = erfgenaam hence = vandaar herd = kudde hereditary (heredity) = erfelijk heritage = erfgoed to hijack (hijacking) = kapen Home Office = ministerie van Binnenlandse Zaken Home Secretary = minister van Binnenlandse Zaken hostile (hostility) = vijandig humble = nederig
Ingezonden op 17-12-2012 - 1318x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!