Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Lijsten van coolebassist :D
› 5 Duits idioom hoofdstuk 5 - 5.02 Kleding en accessoires - ZONDER zinnen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Lijsten van coolebassist :D
, deel 1
5 Duits idioom hoofdstuk 5 - 5.02 Kleding en accessoires - ZONDER zinnen
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Kleidung = kleding die Kleider = kleren die Sachen = dingen, kleren tragen = dragen anhaben = aanhebben anziehen = aantrekken ausziehen = uittrekken umziehen (sich) = zich omkleden das Muster = motief gestreift = gestreept kariert = geruit das Hemd = hemd, overhemd die Krawatte = stropdas der Schlips = stropdas die Bluse = bloes der Pullover = trui das Sweatshirt = sweatshirt das T-Shirt = T-shirt der Ärmel = mouw der Kragen = kraag die Hose = broek die Jeans = jeans, spijkerbroek die Shorts = shorts, korte broek die Leggings = legging das Kleid = jurk der Rock = rok der Anzug = kostuum, pak das Kostüm = kostuum, pak das Jackett = colbert die Strickjacke = vest der Mantel = mantel die Jacke = jas der Regenmantel = regenmantel der Anorak = anorak, windjack der Pelz(mantel) = bontmantel die Mütze = muts der Hut = hoed der Schal = sjaal, das der Handschuh = handschoen die (Unter)wäsche = ondergoed die Unterhose = onderbroek der Schlüpfer = slipje das Unterhemd = onderhemd der Büstenhalter, der BH = beha die Socke = sok der Strumpf = kous die Strumpfhose = panty der Schlafanzug = pyjama das Nachthemd = nachthemd der Bademantel = badjas die Badehose = zwembroek der Badeanzug = badpak der Bikini = bikini die Bademütze = badmuts der Stiefel = laars der Schuh = schoen die Sandale = sandaal der Absatz = hak der Schnürsenkel = veter zubinden = dichtbinden, strikken der Knoten = knoop die Schuhcreme = schoensmeer der Schuhmacher, die Schuhmacherin = schoenmaker (m/v) der Schmuck = sieraden wertvoll = waardevol kostbar = kostbaar die (Hals)kette = (hals)ketting der Ring = ring das Armband = armband der Ohrring = oorring, oorbel das Piercing = piercing die Tätowierung = tatoeage die Tasche = tas die Handtasche = handtas der Gürtel = gordel, riem, ceintuur der Geldbeutel = portemonnee die Brieftasche = portefeuille die Sonnenbrille = zonnebril der (Regen)schirm = paraplu
Ingezonden op 10-01-2013 - 1890x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!