Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Lijsten van coolebassist :D
› 5 Duits idioom hoofdstuk 5 - 5.03 Winkelen - ZONDER zinnen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Lijsten van coolebassist :D
, deel 1
5 Duits idioom hoofdstuk 5 - 5.03 Winkelen - ZONDER zinnen
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
einkaufen = boodschappen doen der Einkauf = boodschap besorgen = halen, kopen das Einkaufszentrum = winkelcentrum der Einkaufswagen = winkelwagentje der Korb = mand der Laden = winkel das Geschäft = zaak, winkel das Kaufhaus = warenhuis die Rolltreppe = roltrap öffnen = openen offen = open aufhaben = open zijn schließen = sluiten zu = dicht zuhaben = dicht zijn der Supermarkt = supermarkt die (Käse)theke, die (Wurst)theke = toonbank (voor kaas/worst) das Lebensmittelgeschäft = kruidenierswinkel die Bäckerei = bakkerij der Bäcker, die Bäckerin = bakker (m/v) die Konditorei = banketbakkerij der Gemüsehändler, die Gemüsehändlerin = groenteboer (m/v) die Metzgerei = slagerij der Metzger, die Metzgerin = slager die Fleischerei = slagerij der Fleischer, die Fleischerin = slager (m/v) das Rind = rund das Schwein = varken der Markt = markt der Stand = stand, kraam die Kasse = kassa der Kassierer, die Kassiererin = caissière (m/v) der Kassenzettel = kassabon der Preis = prijs der Aufkleber = (prijs)sticker der Strichkode = streepjescode das Pfand = statiegeld machen = maken kosten = kosten preiswert = voordelig das Angebot = aanbieding, aanbod, assortiment das Sonderangebot = speciale aanbieding anstellen (sich) = in de rij gaan staan Bio- = biologisch haltbar = houdbaar tiefgekühlt = diepgevroren frisch = vers reif = rijp mager = mager das Fett = vet die Scheibe = schijf, pak die Packung = pakje die Schachtel = doos die Flasche = fles die Mehrwegflasche = retourfles die Flaschenrückgabe = inleveren van retourflessen der Kasten = krat die Konserve = conserven die Dose = blik die Büchse = blik die Tafel = tablet die Tüte = zak(je) der Sack = zak die Kiste = kist die Mode = mode die Boutique = boetiek das Schaufenster = etalage ausstellen = uitstallen das Schuhgeschäft = schoenenzaak der Secondhandshop = tweedehands winkel das Versandhaus = postorderbedrijf der Verkäufer, die Verkäuferin = verkoper/verkoopster beraten = adviseren die Auswahl = keuze der Geschmack = smaak das modell = model schick = chic elegant = elegant modern = modern altmodisch = ouderwets, uit de mode die (Umkleide)kabine = kleedhokje die Größe = maat anprobieren = passen passen = passen stehen = staan sitzen = zitten weit = wijd, ruim eng = eng, nauw, smal der Ausverkauf = uitverkoop der Schlussverkauf = uitverkoop das Schnäppchen = koopje billig = goedkoop teuer = duur reduzieren = reduceren, verlagen das Teil = deel, onderdeel, stuk kaufen = kopen bezahlen = betalen umtauschen = ruilen
Ingezonden op 10-01-2013 - 1800x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!