Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Studeo basiswoordenlijst
› 13 Mm-2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Studeo basiswoordenlijst
, deel 7
13 Mm-2
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
materia = (grond)stof maturus = rijp, vroeg(tijdig) maxime = (het) meest, vooral maximus = grootst(e) medius = middelst(e) melior, gen. = melioris, beter membra, gen., geslacht = membrorum, ledematen, n memini, miminisse +? = zich herinneren + gen. memor, gen. +? = memoris, denkend aan, + gen. memoria = geheugen, herinnering mens, gen., geslacht = mentis, geest, verstand, f mereo, merére, pf, ppp = merui, meritum, verdienen mereor, meréri, ppp (+?) = meritus sum, zich verdienstelijk maken (tegenover: de + abl.) merito, woordsoort = adv. Terecht metuo, metuere, pf = metui, bang zijn, vrezen metus, gen. = metus, angst meus = mijn miles, gen., geslacht = militis, soldaat, m milia, gen. = milium, duizend(tallen) militaris = militair(e) mille, woordsoort = indecl., duizend minime = allerminst, het minst minimus = kleinst(e) minor, gen. = minoris, kleiner, minder minuo, minuere, pf, ppp = minui, minutum, verminderen miror, mirari 2x = 1 zich verbazen 2 bewonderen mirus = wonderlijk, bewonderenswaardig misceo, miscére, pf, ppp = miscui, mixtum, mengen miser, f, onz. = misera, miserum, ongelukkig misericordia = medelijden, barmhartigheid mitto, mittere, pf, ppp = misi, missum, zenden modo = slechts modo … modo = nu eens … dan weer modus = manier moenia, gen., geslacht = moenium, (stads)muren, n molestus = lastig mollis = zacht moneo, monére, pf, ppp = monui, monitum, waarschuwen mons, gen., geslacht = montis, berg, m monumentum = gedenkteken, monument mora = oponthoud, uitstel morbus = ziekte morior, mori, pf, ppp = mortuus sum, moriturus, sterven moror, morari 2x = 1 verblijven 2 dralen, aarzelen mors, gen., geslacht = mortis, (de) dood, f mortalis = sterfelijk, vergankelijk
Ingezonden op 27-01-2013 - 900x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!