Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Pourquoi Pas CHG
› 4 4 Helemaal
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Pourquoi Pas CHG
, deel 2
4 4 Helemaal
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
une affiche= een poster une publicité= een reclame une page de pub= en reclameboodschap un avis= une opinion à mon avis= naar mijn mening un produit= een product correspondre à ( régulier)= overeenkomen met; overeenstemmen met; passen bij une langue= een taal la route= de weg, de straat tenir (irr) bon= je goed voelen toute la journée= de hele dag le slogan= de slogan publicitaire (adj)= reclame- un message publicitaire= een reclameboodschap se préparer( rég)= zich voorbereiden vivre ( verbe irr.)= leven; beleven; wonen une sensation= een sensatie; een belevenis tout simplement= simpelweg entrer dans(rég)= binnengaan in; betreden l’univers m= de wereld le héros= de held laver (rég) = wassen se laver (rég)= zich wassen découvrir ( verbe irr)= ontdekken les grands espaces= de open ruimte; de gebieden met weinig bebouwing oublier (rég) =vergeten celui/celle qui= degene die conduire ( verbe irr)= autorijden boire ( verbe irr)= drinken l’incroyable= het ongelofelijke le parc d’attractions= het pretpark, le shampooing= de shampoo l’exposition v= de tentoonstelling justifier (rég)= verantwoorden, motiveren un magazine= een tijdschrift un magasin= een winkel au volant= aan het stuur parler ( rég) fort= hard praten parler vite= snel praten selon toi =volgens jou partout = overal remplir (rég) = vullen la boîte à lettres = de brievenbus échapper (rég) = ontsnappen faire preuve de = blijk geven van l’imagination v = de fantasie convaincre ( irr) = overtuigen ressembler à(rég)= lijken op le contraire = het tegendeel le désir = de wens l’erreur m = de vergissing, de fout toucher à (rég) = aanraken la faiblesse = de zwakte, de zwakheid la valeur = de waarde le langage = de taal, het taalgebruik à travers = via cher/chère à = waardevol voor faire ( irr) partie de = deel uitmaken van différent(e) = anders le leader =de leider l’instrument m = het instrument, het middel intégré(e) =geïntegreerd s’habiller (rég) = zich (aan) kleden faire (irr) confiance à = vertrouwen hebben in insister = aandringen Le produit = het produkt La marque = het merk La cible = de doelgroep ci-dessus =hierboven s’éclater (rég) = je uitleven en sécurité = in veiligheid les genoux = de knieën le coude =de elleboog remplacer ( verbe en –cer)= vervangen irremplaçable = onvervangbaar toutes tes anvies = alles wat je wilt On a besoin de... faire le clown= de clown uithangen dis donc / dites donc = zeg eens … ( verontwaardiging) voyons…. = Eh.. eens zien ( bedenktijd) tiens/tenez ( bij overhandigen)= Alsjeblieft; alstublieft Tiens ! = zo! Hé! (verbazing) tiens, tiens… = Hè? excuse-moi/ excusez-moi = neem me niet kwalijk l’objet m = het voorwerp la forme = de vorm 5 Passez votre commande ! Geef uw bestelling door! La commande= de bestelling commander = bestellen l’appareil m photo numérique = de digitale camera le bol= de kom le coussin= het kussen le cousin = de neef la lampe = de lamp la chaise de bureau = de bureaustoel rond(e) = rond carré(e) = vierkant rectangulaire = rechthoekig en plastique = van plastic en bois = van hout, houten en tissu = van stof, stoffen en métal = van metaal, metalen en papier = van papier, papieren en cuir = van leer, leren en or = van goud, gouden en argent = van zilver, zilveren secret, secrète = 1.verborgen 2. geheim le porte-clefs = de sleutelhanger le porte-monnaie = de portemonnee le porte-bagages = de bagagedrager le porte-manteau = de kapstok le porte-photo = de fotohouder la clef / la clé = de sleutel une bougie = een kaars la casquette = de pet la paire de baskets = de basketbalschoenen la brosse à dents = de tandenborstel On utilise l’objet pour … = men gebruikt het voorwerp om te… Comment est- ce que …. Est/sont = hoe ziet /zien …. Eruit? En quoi est-ce que l’objet est? = Waar is het voorwerp van gemaakt? l’interdiction v = het verbod l’autorisation v = de toestemming 7 On peut ou on ne peut pas? = Mogen we of mogen we niet? pouvoir (irr) = kunnen; mogen interdit(e) = verboden interdire ( irr . zoals dire, maar : vous interdisez!!)= verbieden qu’est-ce qui est interdit? = Wat is verboden? Dites ce qui est interdit. = Zeg wat verboden is. Il est interdit de + inf = het is verboden te + inf jeter ( irr; verdubbelt de t als je de uitgang niet hoort)= gooien par terre = op de grond faire tomber = ( opzettelijk) laten vallen laisser tomber = (per ongeluk) laten vallen le panneau = het bord 8 Fais pas ça != Niet doen! s’appliquer à = van toepassing zijn op se garer = parkeren la pelouse = het gazon la fontaine = de fontein 6 Je mets ça où ? =Waar zet/leg ik dit neer? trop sympa = super, geweldig, te gek la chaîne = 1.de geluids installatie 2. De (berg)keten appeler = = téléphoner dans le coin = in de hoek poser = neerzetten On a besoin de... page 55 en quoi = waarvan sans fil = draadloos de voyage = reis-
Ingezonden op 27-01-2013 - 620x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
28-01-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!