Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Leren Coachen
› 4 De diagnosefase
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Leren Coachen
, deel 1
4 De diagnosefase
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Blz 63 - stellen van vragen: gebruik voornaamwoorden = wie, wat, wiens, welk, waar, wanneer, waartoe. gebruik geen = hoe-vragen waarom-vragen gesloten vragen = is het x of y? niet stellen vraag voortdurend om = concretiseringen en voorbeelden van wat de gecoachte zegt. voorafgaand aan een vraag = maak je je eigen gedachte expliciet; ik zie je inzakken, wat is er aan de hand? Je hebt het contact verloren als je = DENKT over de ander ipv. LUISTERT naar de ander. nonverbale signalen = aandacht aan geven als ze je gaan opvallen. terugkomende gedachten en gevoelens die bij je opkomen = bespreek je met de gecoachte en laat er altijd een vraag op volgen die begint met een voornaamwoord. blz. 65 - 4.2.2 blokkades om door te vragen. Noem 4 blokkades bij de coach om door te vragen. Blokkade 1. = De coach raakt in de ban van het verhaal van de gecoachte. Blokkade 2. = De coach herkent zijn eigen sores Blokkade 3. = De coach betrekt iets wat de gecoachte doet of zegt op zichzelf Blokkade 4. = De coach denkt dat hij/zij zulke vragen niet mag stellen. Los dat op door = het contact te herstellen. Hoe herstel je het contact = benoem wat je denkt en onderzoek wat er aan de hand is. Nadat contact herstelt is = neem afstand/zakelijke houding. blz. 80 Wie heeft de cirkel van de 6 verschillende niveaus van persoonlijk functioneren bedacht = Hanna Nathans Wat onderscheidt Hanna Nathans in haar ‘cirkel’ = de verschillende niveaus van persoonlijk functioneren. Noem de 6 verschillende niveaus van persoonlijk functioneren = zelf, persoonlijkheid, overtuigingen, vaardigheden, gedrag, situatie. ZELF = de ziel, de essentie van ons zijn en drukt zich uit in alle andere niveaus. PERSOONLIJKHEID = de karaktereigenschappen die iemand tot een uniek persoon maken. OVERTUIGING = geeft richting aan ons handelen. We zijn ons daar niet bewust van. VAARDIGHEDEN = zijn de instrumenten waar we over beschikken. Het Hoe. GEDRAG = Wat doet iemand precies in concrete situaties SITUATIE = Waar en Wanneer laat iemand bepaalt gedrag zien
Ingezonden op 12-02-2013 - 1566x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!