Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Libre Service 5/6vwo
› 1 eindexamen basiswoordenlijst
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Libre Service 5/6vwo
1 eindexamen basiswoordenlijst
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
être abandonné par = in de steek gelaten zijn door abandonner = opgeven aboutir à = uitlopen op l'absence = afwezigheid être acclamé = toegejuicht zijn; toegejuicht worden accompagner = meegaan (met); vergezellen accomplir = verrichten s'accrocher à = zich vastklampen aan accueillant = vriendelijk; gastvrij accueillir = ontvangen accuser = beschuldigen les actualités = nieuws; journaal actuel/ actuellement = huidig; momenteel admettre = toegeven s'adonner à = zich overgeven aan; zich laten gaan l'affaire = zaak afficher = aankondigen; tonen; duidelijk laten zien affirmer = beweren; verklaren l'agglomération = bebouwde kom l'agriculteur = landbouwer aigu = scherp ailleurs = elders; ergens anders d'ailleurs = trouwens alerter = alarm slaan; waarschuwen l'ambiance = sfeer l'amélioration = verbetering l'ampleur = omvang l'amputation = amputatie l'an = jaar; per jaar l'angoisse = angst animal domestique = huisdier apercevoir = zien s'apersevoir que = merken dat apparaître = verschijnen appartenir à = toebehoren aan faire appel à = een beroep doen op l'appel = roep; oproep appeler = roepen; oproepen; opbellen appeler au secours = om hulp roepen aprendre = leren s'apprêter à = zich voorbereiden op à l'approche de = bij de nadering van approximativement = ongeveer appuyer = (onder)steunen d'après volgens de l'argent = geld mettre de l'argent de côté = geld opzijzetten l'arrêt = halte; rusttijd arriver à = erin slagen l'assassin = moordenaar assassiner = vermoorden; ombrengen assis = zittend; gezeten assister à = bijwonen l'assurance = verzekering assurer = verzekeren l'attaque = aanval être attendu = verwacht worden attirer = aantrekken au-dessus de = boven aucun, aucune = geen één augmenter = toenemen auparavant = tevoren auprès de = bij l'authenticité = echtheid autour de = rond; in de buurt van l'avance = voorschot avancer = opschieten; voorschieten; naar voren brengen avant = vroeger l'avantage = voordeel l'avenir = toekomst l'aversion = afkeer avertir = waarschuwen l'aviateur = vlieger; piloot avoir recours à = zijn toevlucht nemen tot le bac(calauréat) = eindexamen la baisse = daling baisser = verlagen; buigen; dalen se balader = wandelen la balle = kogel; bal le bandit = bandiet; schurk la barre = stang; grens la barrière = hek bas = laag basculer = wankelen le Batave = Nederlander; kaaskop le bâtiment = gebouw la beauté = schoonheid des besoins = behoeften le Beur = Arabier; persoon die afkomstig is uit de Maghreb le bienfait = voordeel le bijou = juweel blesser = kwetsen; verwonden le blessé = gewonde la boisson = drankje la boîte de nuit = nachtclub la boîte = doos; blik; school; inbox faire le bond = opspringen le bonnet = muts la bouche = mond bouger = bewegen bouleverser = omverwerpen; ontroeren le boutot = baantje à bout de = aan het eind van au bout = aan het einde la boutique = winkeltje branché = hip; modern le bras = arm la bravoure = dapperheid briser = breken; verbreken le bruit = geluid le buisson = struik le cabinet = kantoor cacher = verbergen se cacher = zich verbergen le camion = vrachtwagen la campagne = actie capable de = in staat om capturer = gevangennemen car = want le cas = geval à cause de = door; wegens causée = veroorzaakt la cave = kelder célébrer = vieren la certitude = zekerheid cesser = ophouden c'est chaun pour soi = het is ieder voor zich la chaîne = kanaal; zender; keten le châle = stola; sjaal la chaleur = warmte chaleureux = warm; hartelijk le champ = veld; land; gebied chancelant = wankelend être chargé de = belast met chasser = jagen; wegjagen; verjagen la chasse = jacht; jagen chaud = warm chez = bij le chiffre d'affaires = omzet le choeur = koor choisir = kiezen le chômage = werkloosheid la cible = doel(groep) le cimetière = kerkhof la circonstance = omstandigheid le clavier = toetsenbord le clic = (muis)klik le clochard = zwerver la clope = sigaretje; peukje la clôture = omheining être cloué au lit = aan bed gekluisterd zijn cela vous réchaffe le coeur = dat beurt je op; dat is hartverwarmend le coeur = hart le coin cuisine = kookhoek la crise de colère = woedeuitbarsting la collaboration = samenwerking; medewerking collecter = verzamelen le collège = onderbouw van het voortgezet onderwijs le combat = strijd la combativité = strijdvaardigheid combattre = vechten sur commande = op bestelling comme = evenals; (net) zoals comme si de rien n'était = alsof er niets aan de hand was comment = hoe le commerçant = handelaar; winkelier le commerce = handel; zaak commettre = begaan la commune = gemeente en compagnie de = in gezelschap van la compagnie = gezelschap (vb dansgezelschap) comparaître = voor de rechtbank verschijnen en complément = als aanvulling le comportement = gedrag la compréhension = begrip le compte bancaire = bankrekening à son compte = op zijn/haar rekening; op zijn/haar kerfstok hebben tenir compte de = rekening houden met compter = rekenen le concitoyen = medeburger la condamnation = veroordeling condamner à mort = ter dood veroordelen les conditions de vie = levensomstandigheden conduire = leiden; besturen la confiance = vertrouwen ne plus faire confiance = niet meer vertrouwen confier = toevertrouwen la confirmation = bevestiging la confusion = verwarring en connaissance de cause = met kennis van zaken se consacrer à = zich wijden aan conseiller = aanraden considérer = beschouwen constituer = uitmaken contaminer = besmetten contenir = inhouden; bevatten se contenter de = zich tevreden stellen met continuer à = doorgaan met contre = tegen contribuer = bijdragen convaincre = overtuigen convenir = passen la conversation = gesprek le corps = lichaam corrompu = omgekocht le cou = nek le coup d'envoi = aftrap le coup de couteau = messteek tenir le coup = volhouden le coupable = schuldige couper = snijden; doormidden breken la cour = binnenplaats; hof; hofhouding le courage = moed le courrier = post; e-mail au cours de = in de loop van; tijdens le cours = cursus court = kort de couverte = bedekt met craindre = vrezen sans crainte = zoner angst la crainte = vrees; angst le cri = geluid; gepiep; gekrijs croiser = krijsen; tegenkomen le croyant = gelovige cueillir = plukken cultivé(e) = ontwikkeld; beschaafd la curiosité = nieuwsgierigheid en danger = in gevaar dangereux = gevaarlijk d'après = volgens davantage = meer débarquer = aankomen la déception = teleurstelling décevant = teleurstellend décider = beslissen la déclaration = verklaring déclarer = verklaren déclencheur = veroorzakend; aanleiding gevend tot se décontracter = zich ontspannen le découragement = ontmoediging la découverte = ontdekking découvrir = ontdekken; uitvinden décrire = beschrijven dédaigneux = hooghartig déduire = afleiden défendre = verbieden le défi = uitdaging défier = uitdagen défini = omschreven; bepaald; vastgesteld dénombrer = tellen dénoncer = aangeven; aan de kaak stellen la densité = dichtheid le départ = vertrek le département de la santé = gezondheidsdiensten dépenser = uitgeven déposer = neerzetten depuis = sindsdien se dérouler = zich afspelen derrière = achter dès = reeds vanaf la désapprobation = afkeuring désapprouver = afkeuren faire descendre = dwingen tot uitstappen déserter = weglopen (van); verlaten le désespoire = wanhoop désigner = aanwijzen désormais = voortaan
Ingezonden op 25-02-2013 - 1586x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!