Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
build your vocabulair
› 12323123 Latijn stamtijden 1t/m 100
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
build your vocabulair
12323123 Latijn stamtijden 1t/m 100
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Fortuna 1-2 stamtijden t/m les 24 februari 2013 1 ev praes. Betekenis inf. praes 1 ev perf. ppp 5 accedo =naderen, erbij komen accedere accessi - 6 accido +? =gebeuren, overkomen (aan) +dat accidere accidi - 7 accipio =1 vernemen; 2 ontvangen, verkrijgen accipere accepi acceptus 8 addo =toevoegen addere addidi additus 9 adduco =brengen naar/in adducere adduxi adductus 10adeo =gaan naar, komen naar adire adii aditum 11 adiuvo =helpen adiuvare adiuvi adiutus 12 admitto =toelaten admittere admisi admissus 13 adsum +? =1 aanwezig zijn; 2 helpen +dat adesse adfui - 14 advenio =aankomen, bereiken advenire adveni adventum 15 afficio +abl =iem. (met) iets aandoen afficere affeci affectus 16 agnosco =1 herkennen 2 erkennen agnoscere agnovi agnitus 17 ago =1 voeren; 2 doen; 3 (be)handelen agere egi actus 18 ambulo =wandelen ambulare ambulavi - 19 amitto =verliezen amittere amisi amissus 20 amo =houden van amare amavi amatus 21 aperio =openen aperire aperui apertus 22 appareo =verschijnen apparere apparui - 23 appello =toespreken, roepen, noemen appellare appellavi - 24 ardeo =branden, in brand staan ardere arsi arsurum 25 aspicio =kijken naar aspicere aspexi aspectus 26 audio =horen audire audivi auditus 27 augeo =vermeerderen, vergroten augere auxi auctus 28 aufero =wegnemen auferre abstuli ablatus 29 bibo =drinken bibere bibi - 30 cado =vallen cadere cecidi casurus 31 caedo =vellen, doden caedere cecidi caesus 32 cano =1 (be)zingen; 2 blazen canere cecini cantatum 33 capio =pakken, innemen, zich meester maken van capere cepi captus 34 caveo +? =op zijn hoede zijn voor +acc cavere cavi cautum 35 cerno =zien cernere crevi cretum 36 certo =strijden, wedijveren certare certavi certatus 37 clamo =roepen clamare clamavi - 38 claudo =sluiten claudere clausi clausus 39 cogito =denken (aan), overwegen cogitare cogitavi cogitatus 40 cognosco =leren kennen, vernemen cognoscere cognovi cognitus 41 cogo =1 dwingen; 2 bijeenbrengen cogere coëgi coactus 42 committo =1 aangaan(een gevecht), begaan (een misdaad) committere commisi commissus 2 toevertrouwen +dat 43 commoveo =1 bewegen; 2 ontroeren, schokken commovere commovi commotus 44 compleo =vullen complere complevi completus 45 compono =bij elkaar passen, ordenen, regelen componere composui compositus 46 comprehendo =1 vastpakken; 2 begrijpen comprehendere comprehendi comprehensus 47 concedo +? =toegeven, toestaan, zwichten +dat concedere concessi - 48 condo =1 stichten; 2 opbergen condere condidi conditus 49 confirmo =bevestigen confirmare confirmavi confirmatus 50 coniungo =verbinden coniungere coniunxi coniunctus 51 consisto =gaan staan, blijven staan consistere constiti - 52 conspicio =zien, beschouwen conspicere conspexi conspectus 53 constituo =1 stellen, plaatsen; 2 vaststellen, besluiten constituere constitui constitutus 54 consumo =1 verbruiken; 2 besteden consumere consumpsi consumptus 55 contendo =1 zich inspannen contendere contendi - 2 zich haasten, snel gaan 3 strijden 56 convenio =samenkomen convenire conveni conventum 57 convoco =bijeenroepen convocare convocavi convocatus 58 credo + ? =1+dat geloven, vertrouwen; 2 +A.c.I geloven, menen credere credidi creditum 59 cremo =verbranden cremare cremare crematus 60 cupio =verlangen (naar), begeren cupere cupivi cupitum 61 curo =zorgen voor curare curavi curatus 62 curro =rennen currere cucurri cursum 63 custodio =bewaken, passen op custodire custodivi custoditus 64 damno =veroordelen damnare damnavi damnatus 65 debeo =moeten debere debui debitus 66 decerno =besluiten tot, beslissen decernere decrevi decretus 67 deduco =(naar beneden) leiden, wegleiden deducere deduxi deductus 68 defendo =verdedigen, beschermen defendere defendi defensus 69 defero =(weg) brengen deferre detuli delatus 70 deicio =neerwerpen, laten vallen deicere deieci deiectus 71 deleo =vernietigen, verwoesten delere delevi deletus 72 demitto =naar beneden laten (gaan) demittere demisi demissus 73 depono =neerleggen, neerzetten deponere deposui depositus 74 deprehendo =grijpen, betrappen deprehendere deprehendi deprehensus 75 descendo =afdalen descendere descendi descensus 76 despero +? =wanhopen (aan) + acc desperare desperavi desperatus 77 detraho =ervan afrukken, wegnemen detrahere detraxi detractus 78 dico =zeggen dicere dixi dictus 79 differo =1 verschillen; 2 uitstellen differe distuli dilatus 80 dimitto =wegsturen, laten gaan dimittere dimisi dimissus 81 discedo =1 weggaan; 2 uiteengaan discedere discessi disceditus 82 do =geven dare dedi datus 83 doceo =onderwijzen, leren docere docui doctus 84 doleo =pijn hebben, verdriet hebben dolere dolui - 85 dono =geven donare donavi donatus 86 dormio =slapen dormire dormivi dormitus 87 dubito =aarzelen dubitare dubitavi dubitatus 88 duco =leiden, brengen ducere duxi ductus 89 divido + ? =1 verdelen; 2 (+abl) scheiden (van) dividere divisi divisus 90 edo =1 voortbrengen; 2 uitgeven edere edidi editus 91 educo =naar buiten leiden, wegleiden educere eduxi eductus 92 effugio =ontvluchten, ontkomen effugere effugi - 93 eligo =uitkiezen eligere elegi electus 94 emo =kopen emere emi emptus 95 eo =gaan, komen ire ii itum 96 eripio =wegrukken, ontrukken eripere eripui ereptus 97 erro =1 rondzwerven, dwalen; 2 zich vergissen errare erravi erratus 98 excedo =uitgaan, weggaan excedere excessi excessus 99 excito =1 (op)wekken; 2 (op)jagen excitare excitavi excitatus 100 exclamo =uitroepen, uitschreeuwen exclamare exclamavi exclamatus
Ingezonden op 10-03-2013 - 2343x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!