Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Thematische Woordenschat Journalistiek
› 8 Opvoeding, leren, onderwijs
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Thematische Woordenschat Journalistiek
8 Opvoeding, leren, onderwijs
Jaar 6 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
élever = grootbrengen, opvoeden éduquer =opvoeden, vormen l'éducation=de opvoeding, de vorming, de scholing un éducateur, une éducatrice=een opvoeder/opvoedster cultivé, cultivée=ontwikkeld la culture =de cultuur, de ontwikkeling la culture générale=de algemene ontwikkeling former qn=iemand vormen/opleiden la formation=de vorming, de opleiding la formation continue=de permanente educatie la formation permanente=de permanente educatie enseigner qc à qn=iemand in iets les geven J'enseigne le japonais à des adultes.= Ik geef Japans aan volwassenen. l'enseignement = het onderwijs l'enseignement primaire= het lager onderwijs l'enseignement secondaire =het middelbaar onderwijs, het voortgezet onderwijs l'enseignement supérieur =het hoger onderwijs un enseignant, une enseignante =een leerkracht instruit, instruite=ontwikkeld l'instruction=de ontwikkeling, de kennis Elle a de l'instruction.=Ze is goed onderlegd. savoir =weten, kennen; kunnen Cet enfant sait beaucoup de choses=Dit kind weet veel. le savoir =de kennis connaître =kennen Je n'y connais rien.=Daar weet ik niets van. les connaissances =de kennis ignorer =niet weten, niet kennen le talent = het talent être doué, douée (pour) =aanleg hebben voor Elles sont douées pour le dessin.=Ze hebben aanleg voor tekenen. le don = de gave avoir un don pour les langues= een talenknobbel hebben être fort, forte/faible en = goed/zwak zijn in une école =een school une école publique=een openbare school une école privée=een particuliere school une école primaire/élémentaire=een basisschool une école mixte=een gemengde school (voor jongens en meisjes) un écolier, une écolière =een scholier le système éducatif =het onderwijssysteem le système scolaire =het schoolsysteem la scolarité =de schooltijd la scolarité obligatoire= de leerplicht une année scolaire =een schooljaar la rentrée (des classes) =het begin van het nieuwe schooljaar les fournitures scolaires =de schoolspullen le jardin d'enfants = de peuterschool l'école maternelle / la maternelle = groep 1 en 2 basisschool (kleuterklassen) le CP (cours préparatoire)=groep 3 basisschool (in Frankrijk gaat de basisschool tot groep 7) le CEI (cours élémentaire première année) = groep 4 basisschool le CE2 (cours élémentaire deuxième année)=groep 5 basisschool le CM1 (cours moyen première année)= groep 6 basisschool le CM2 (cours moyen deuxième année)=groep 7 basisschool la cour = het hof le cours = het college; de cursus; de les; de koers le court de tennis = de tennisbaan la course =de loop, het lopen, het rennen les courses = de boodschappen court, courte = kort lire =(voor) lezen la lecture =het (voor)lezen un livre = een boek un bouquin = een boek un manuel (scolaire) = een (school)boek, een (leer)boek un dictionnaire = een woordenboek un dictionnaire unilingue = een eentalig woordenboek un dictionnaire bilingue = een tweetalig woordenboek une lettre = een brief; een letter une page = een bladzijde un chapitre = een hoofdstuk la table des matières = de inhoudsopgave une bibliothèque = een bibliotheek expliquer =uitleggen, verklaren une explication =een uitleg, een verklaring un texte =een tekst compréhensible = begrijpelijk incompréhensible = onbegrijpelijk décrire qc = iets beschrijven une description = een beschrijving faire une description réaliste de qc = iets realistisch beschrijven définir = definiëren une définition = een definitie résumer = samenvatten un résumé = een samenvatting faire un bref résumé de l'action = de handeling kort samenvatten commenter = van commentaar voorzien; verklaren, uitleggen un commentaire = een commentaar; een tekstverklaring un exposé = een spreekbeurt (school), een uiteenzetting une dissertation = een scriptie rédiger une dissertation = een scriptie schrijven une rédaction = een opstel un brouillon = een concept, een kladje, klad- l'université = de universiteit la faculté= de faculteit la fac = de faculteit la fac(ulté) des lettres= de letterenfaculteit la fac(ulté) des sciences= de faculteit der natuurwetenschappen la fac(ulté) de droit= de rechtenfaculteit une grande école= een hogeschool (meteen verhoogde toelatingsdrempel: na het 'baccalauréat' is een speciale vooropleiding van twee jaar vereist ter voorbereiding op het vergelijkende toelatingsexamen) une classe préparatoire = een voorbereidende opleiding, een vooropleiding (ter voorbereiding op het vergelijkende toelatingsexamen voor een 'grande écoie') une prépa = een voorbereidende opleiding, een vooropleiding (ter voorbereiding op het vergelijkende toelatingsexamen vooreen 'grande école') présent, présente =aanwezig la présence =de aanwezigheid absent, absente =afwezig l'absence =de afwezigheid, het verzuim En cas d'absence, il faut apporter un mot d'excuse.=Wie afwezig is geweest, moet een absentiebriefje meenemen. réussir (à faire) qc=erin slagen iets te doen; iets met succes doen réussir un contrôle=een voldoende halen voor een schriftelijke overhoring Il réussit dans tout ce qu'il entreprend.=Alles wat hij onderneemt, lukt hem. Tu ne réussiras pas à me convaincre.=Het zal je niet lukken mij te overtuigen, la réussite =het succes, de goede afloop échouer à qc =voor iets zakken, iets niet halen échouer à un examen=zakken voor een examen un échec=een mislukking rater qc =iets niet halen le baccalauréat =het eindexamen (van een 'lycée) le bac=het eindexamen (van een 'lycée') passer le bac=eindexamen doen un, une analphabète =een analfabeet/analfabete un cancre =een slechte en luie leerling tricher=spieken, afkijken faire l'école buissonnière =spijbelen sécher un cours =een les verzuimen, spijbelen la retenue=het nablijven (als straf) une (heure de) colle=(een uur) nablijven Le prof m'a donné une heure de colle.=Ik moest van de docent een uur nablijven. le brevet (des collèges)=diploma na vier jaar voortgezet onderwijs ('collége') Elle a été reçue au brevet.=Ze heeft haar diploma (van het 'collége') gehaald. le BEP (brevet d'études professionnelles) =einddiploma middelbaar beroepsonderwijs (na tweejarige opleiding volgend op de eerste fase van het voortgezet onderwijs) le CAP (certificat d'aptitude professionnelle)=einddiploma middelbaar beroepsonderwijs (na een driejarige opleiding volgend op de eerste fase van het voortgezet onderwijs) discuter de qc=over iets discussiëren une discussion=een discussie engager la discussion=de discussie op gang brengen un débat =een debat mener un débat=een debat voeren une leçon =een les réciter =opzeggen réciter un poème à son père par cœur = een gedicht aan zijn vader voordragen uit het hoofd apprendre une poésie par cœur=een gedicht uit het hoofd leren retenir qc =iets onthouden oublier =vergeten traduire=vertalen traduire en français=in het Frans vertalen une traduction =een vertaling un traducteur, une traductrice=een vertaler/vertaalster signifier= betekenen la signification =de betekenis un chiffre =een cijfer un nombre =een getal compter =tellen compter jusqu'à 100=tot honderd tellen calculer =(be)rekenen calculer mentalement=hoofdrekenen un problème =een probleem, een opgave, een som un problème de maths=een wiskundig probleem, een wiskundesom résoudre =oplossen une solution = een oplossing prouver=bewijzen une preuve = een bewijs apporter la preuve que la terre tourne autour du soleil=het bewijs leveren dat de aarde om de zon draait une image=een beeld, een plaatje dessiner =tekenen dessiner qc au crayon=iets met potlood tekenen un dessin =een tekening les ciseaux =de schaar le scotch=het plakband
Ingezonden op 13-03-2013 - 1882x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
14-03-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!