Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Lijsten van coolebassist :D
› 7 Duits idioom hoofdstuk 7 - 7.01 Gezin en privé-leven - MET zinnen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Lijsten van coolebassist :D
, deel 1
7 Duits idioom hoofdstuk 7 - 7.01 Gezin en privé-leven - MET zinnen
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Familie = gezin, familie die Verwandtschaft = familie, verwantschap der/die Verwandte(r) = familielid (m/v) der/die Angehörige(r) = familielid (m/v) die Generation = generatie die Eltern = ouders die Mutter = moeder der Vater = vader die Tochter = dochter der Sohn = zoon die Geschwister = broers en zussen die Schwester = zus der Bruder = broer der Zwilling = tweeling die Großeltern = grootouders die Oma = oma die Großmutter = grootmoeder der Opa = opa der Großvater = grootvader der Enkel, die Enkelin = kleinzoon/kleindochter die Tante = tante der onkel = oom die Cousine, die Kusine = nicht (dochter van oom en tante) der Cousin, der Vetter = neef (zoon van oom en tante) verwandt = verwant, familie van Ist Peter mit dir verwandt? = Is Peter familie van je? die Nichte = nicht (dochter van broer of zus) die Neffe = neef (zoon van broer of zus) die Schwägerin = schoonzus der Schwager = zwager die Schwiegermutter = schoonmoeder der Schwiegervater = schoonvader die Schwiegertochter = schoondochter der Schwiegersohn = schoonzoon die Stiefmutter = stiefmoeder der Stiefvater = stiefvader der Freund, die Freundin = vriend(in) zusammenleben = samenleven verstehen (sich) = een goede verstandhouding hebben zusammenpassen = bij elkaar passen der Partner, die Partnerin = partner (m/v) verloben (sich) = zich verloven heiraten = huwen, trouwen die Trauung = kerkelijk huwelijk die Hochzeit = bruiloft die Ehe = huwelijk das Ehepaar = echtpaar die Braut = bruid der Bräutigam = bruidegom Schluss machen = een eind maken aan die Trennung = scheiding trennen (sich) = uiteengaan scheiden lassen (sich) = (gaan) scheiden erziehen = opvoeden die Erziehung = opvoeding adoptieren = adopteren die Kinderbetreuung = verzorging van de kinderen gehorchen = gehoorzamen, luisteren
Ingezonden op 16-03-2013 - 1897x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!