Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Disco 1 Latijn
› 23456 alle woordjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Disco 1 Latijn
, deel Latijn
23456 alle woordjes
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
deus = god Olympus = de Olympus habitare = wonen rex = koning mv rex = reges et = en frater = broer mv frater= fratres non = niet semper = altijd saepe = dikwijls ibi = daar Tartarus = de Tartarus vivere = leven terra = aarde locus = plaats obscurus = donker nox = nacht mv nox = noctes umbra = 1 schim 2 schaduw huc = hierheen venire =komen hic = hier dea = godin soror = zuster mv soror = sorores uxor = vrouw, echtgenote mv uxor = uxores quoque = ook mater = moeder mv mater = matres pater = vader mv pater = patres filia = dochter insula = eiland ubi = waar silva = bos flos = bloem flores = bloemen florere = bloeien puella = meisje ludere = spelen per = over, door ... heen errare = (rond)zwerven, dwalen expolare = onderzoeken, inspecteren quattuor= vier equus = paard trahere = trekken ecce = kijk amica = vriendin appropinquare = naderen intrare = binnengaan, binnen komen legere = verzamelen ridere = lachen audire = horen videre = zien statim = meteen amare = verliefd zijn (op), beminnen fugere = vluchten temptare = proberen sed = maar eheu = ach, wee in = in, naar (binnen) exclamare = uitroepen servare = redden rapere = roven audere = durven enim = want, immers timere = vrezen, bang zijn voor deinde = vervolgens aperire = openen sub = onder(in) lupiter= Jupiter mv lupiter = lovem Pluto = Pluto mv Pluto = Plutonem nunc = nu regina = koningin sedere = zitten inter = tussen, temidden van gaudere = zich verheugen, blij zijn dolere = verdrietig zijn nam = want iuvare = helpen reddere = teruggeven cogitare = (na)denken nec ... nec = noch ... noch, niet ... en ook niet laedere = kwetsen, beledigen cupere = begeren, verlangen, willen consilium = besluit, plan capere = nemen annus = jaar dividere = verdelen sex = zes tum = toen, dan curare = zorgen (voor) mille = duizend adire = gaan (naar) petere = zoeken, vragen autem = echter claudere = sluiten recipere = ontvangen, opnemen tandem = eindelijk ianua = deur senex = oude man mv senex = senes dicere = zeggen salve = gegroet mv salve = salvete nusquam = nergens dormire = slapen respondere = antwoorden quis = wie? praemium = beloning dare = geven quid = wat? optare = wensen diu = lang, lange tijd divitiae = rijkdom, schatten sacerdos = priester mv sacerdos = sacerdotes simul = tegelijk(ertijd) vita = (het) leven finire = beeïndigen evenire = uitkomen colere = 1 verzorgen 2 vereren dum = terwijl ante = voor templum = tempel stare = staan corpus = lichaam mv corpus = corpora subito = plotseling arbor = boom mv arbor = arbores mutare = veranderen (in) tangere = aanraken cum = wanneer ventus = wind movere = bewegen vale = blijf gezond, vaarwel femina = vrouw cur = waarom sacrum = offer facere = 1 doen 2 maken praeferre = verkiezen (boven) genus = afkomst, geslacht mv genus = genera avus = grootvader gens = volk mv gens = gentes coniunx = 1 echtgenoot 2 echtgenote mv coniunx = coniuges ubique = overal septem = zeven filius = zoon fortuna = het lot numquam = nooit nocere = schaden tantum = slechts duo = twee liberi = kinderen tamquam = als het ware ideo = daarom suadere = aanraden parere = gehoorzamen (aan) lacrimare = huilen dubitare = aarzelen telum = pijl, werpspies mittere = zenden cadere = vallen, dood neervallen frustra = tevergeefs quinque = vijf necare = doden protegere = beschermen desinere = ophouden parcere = sparen rogare = vragen iam = al, reeds non iam = niet meer paulatim = geleidelijk, langzaamaan saxum = rots patria = vaderland etiam = zelfs, ook aliquando = soms lacrima = traan circumspicere = rondkijken vestigium = (voet)spoor horrere = huiveren invenire = vinden oculus = oog complere = vullen accidere = gebeuren exspectare = afwachten, wachten op parentes = ouders parere = gehoorzamen relinquere = verlaten, achterlaten venire = komen sero = te laat mors = de dood culpa = schuld tollere = optillen osculum = kus dare= geven adire = gaan naar gladius = zwaard quaerere = zoeken iacere = liggen vocare = roepen esse = zijn aspicere = aanschouwen, zien nec = en niet vetare = verbieden amor = liefde sepulcrum = graf condere = (ver)bergen pf van accidere = accidit accidit = pf van accidere parui = pf van parere pf parere = parui reliqui = pf van relinquere pf van relinquere = reliqui veni = pf van venire pf van venire = veni mv mors = mortem sustuli = pf van tollere pf van tollere = sustuli dedi = pf van dare pf van dare = dedi adii = pf van adire pf van adire = adii traxi = pf van trahere pf van trahere = traxi dixi = pf van dicere pf van dicere = dixi mv amor = amores respondi = pf van respondere pf van respondere = respondi
Ingezonden op 16-03-2013 - 2013x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
17-03-2013
.
Waardering 8 (aantal stemmen: 3)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!