Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
It's Learning
› 1 Sociale omgangstaal
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
It's Learning
1 Sociale omgangstaal
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
- [1]Je begroet Hallo, Michael! = Hallo, Michael! Guten Morgen, Herr Schmutz! = Goedemorgen meneer Schmutz! Guten Tag, Frau Schneider! = Goedendag mevrouw Schneider! Guten Abend, Herr Mahler! = Goedenavond meneer Mahler! Herzlich willkommen! = Hartelijk welkom! Tag, Andreas! = Hoi Andreas! Grüß dich Vanessa. = Hoi Vanessa. [2]Je stelt jezelf voor Wie heißen Sie? = Hoe heet u? Ich heiße Lisa Wagner. = Ik heet Lisa Wagner. Wer bist du? = Wie ben jij? Ich bin Hugo. = Ik ben Hugo. Mein Name ist Müller. = Mijn naam is Müller. Guten Tag. Angenehm, Herr Müller. = Goedendag. Aangenaam, meneer M. Es freut mich, dich/Sie kennenzulernen. = Ik ben blij om kennis te maken. [3]Je stelt een ander voor Kennt ihr euch? Das ist Claudia. = Kennen jullie elkaar? Dat is Claudia. Kennen Sie sich? = Kent u elkaar? Darf ich vorstellen: Das ist Julia Wagner. = Mag ik voorstellen: Julia Wagner. Ich möchte dir Christian vorstellen. = Ik wil je graag aan Christian voorstellen. Kennst du Daniel schon? = Ken je Daniel al? Ja, wir sind uns bereits begegnet. = Ja, we hebben elkaar reeds ontmoet. Ja, wir haben uns bereits getroffen. = Ja, we hebben elkaar reeds ontmoet. [4]Je spreekt iemand aan/of wordt aangesproken Entschuldigung, wie komme ich zum Bahnhof? = Pardon, hoe kom ik naar het station? Bist du nicht Tobias? = Ben jij niet Tobias? Ja, das stimmt. = Ja, dat klopt. Hallo! Kannst du mal kommen? = Hallo! Kun je even komen? Ja, was ist los? = Ja, wat is er? Entschuldigung, darf ich Sie/dich was fragen? = Pardon, mag ik u/jou iets vragen? Ja, bitte. = Ja, zeg het maar. Können Sie / Kannst du mir vielleicht sagen,.. = Kunt u / Kun jij me misschien zeggen,.. Wissen Sie / Weißt du vielleicht, … = Weet u / jij misschien… [5]Je komt binnen/iemand komt binnen Setzen Sie sich, bitte! = Gaat u zitten! Setz dich doch! = Ga zitten! Darf ich reinkommen? = Mag ik binnenkomen? Ja, komm nur! = Ja, kom maar! Herein! = Kom binnen! Störe ich? = Stoor ik? [6]Je vraagt/zegt hoe het gaat Wie geht es Ihnen / dir? = Hoe gaat het met u / jou? Danke, gut. Und Ihnen / dir? = Dank u, goed. En met u / jou? Es geht. = Het gaat wel. Nicht so gut. = Niet zo goed. Es geht mir nicht gut. = Het gaat niet goed met me. Und wie geht es zu Hause? = En hoe is het thuis? Mir geht's gut! = Het gaat goed! Ich habe ein Problem: = Ik heb een probleem: Ich fühle mich nicht gut. = ik voel me niet goed. [7]Je doet de groeten Schönen Gruß an deinen Freund! = Groetjes aan je vriend. Ja, mach ich. = Ja, doe ik. Grüße deine Eltern von mir. = Doe de groeten aan je ouders. Danke gleichfalls. = Dank je, hetzelfde. [8]Je spreekt iets af Wollen wir uns verabreden? = Zullen we afspreken? Passt es dir morgen früh? = Schikt je morgenochtend? Ja, das passt mir gut / nicht. = Ja, dat komt (niet) goed uit. Abgemacht? Abgemacht! = Afgesproken? Afgesproken! Also dann um fünf? = Dus om vijf uur dan? Gut, um fünf. = Goed, om vijf uur. Ja, das geht! = Ja, dat kan wel. [9]Je neemt afscheid Tschüs! = Doei! Auf Wiedersehen, Frau Wagner. = Tot ziens, mevrouw Wagner. Bis gleich / bald / dann. = Tot straks / gauw / dan. Mach's gut. = Het ga je goed. Gute Reise! = Goede reis! Gute Nacht! = Welterusten! [10]Je belt of wordt gebeld Hier Jan de Jong! = Met Jan de Jong! Ja bitte? = Hallo? Auf Wiederhören! = Tot horens! Könnte ich Philipp sprechen bitte? = Mag ik Philipp spreken a.u.b.? Enschuldigung, ist Philipp da? = Is Philipp er ook? Ich muss jetzt leider Schluss machen. = Ik moet nu helaas ophangen. Ich rufe dich später nochmal an. = Ik bel je later nog eens terug. Danke für den Anruf. = Bedankt voor je telefoontje. Einen Moment bitte, ich schaue mal nach. = Momentje, ik ga eens kijken. Guten Tag, Sie sprechen mit Julia Wagner. = Goedendag, met Julia Wagner. [11]Je verontschuldigt je of je accepteert een verontschuldiging Oh, Entschuldigung! = Oh, neem me niet kwalijk! Macht nichts! = Geeft niet! Entschuldigen Sie bitte! = Neemt u mij a.u.b. niet kwalijk! Schon gut! = Al goed! Verzeihung! = Pardon! Das macht doch nichts! = Dat is toch niet erg! Is ja schon gut. = Maakt niet uit. Entschuldigen Sie bitte! = Pardon! Keine Ursache. = Geeft niet. Das war keine Absicht. = Dat was geen opzet. Das kann doch jedem passieren. = Dat overkomt iedereen wel eens. Das war nicht so gemeint. = Het was niet zo bedoeld. Das habe ich aus Versehen getan. = Dat deed ik per ongeluk. Du kannst ja nichts dafür. = Jij kunt er immers niets aan doen. [12]Je wenst iets toe Ich wünsche dir / Ihnen viel Erfolg, Spaß und Vergnügen! = Ik wens je / u veel succes, plezier en vermaak! Viel Erfolg! = Veel succes! Danke, gleichfalls. = Bedankt, insgelijks. Gute Besserung! = Beterschap! Mein aufrichtiges Beileid. = Mijn oprechte deelneming. Schönes Wochenende, schönen Urlaub! = Fijn weekend, prettige vakantie! Frohe Pfingsten / Ostern / Weihnachten! = Prettige pinksteren / pasen / kerst! Frohes Neues Jahr! = Gelukkig nieuwjaar! [13]Je doet een verzoek Darf ich hier rauchen? = Mag ik hier roken? Dürfte ich hier mal telefonieren? = Zou ik hier eens mogen bellen? Könnten Sie mir mal bitte die Tür aufhalten? = Zou u de deur voor me willen opgenhouden? Haben Sie etwas dagegen, = Heeft u er bezwaar tegen wenn ich das Fenster öffne? = als ik het raam opendoe? Kannst du mal bitte das Fenster öffnen? = Kun jij het raam voor me open doen svp? Entschuldigung, wissen Sie, wie spät es ist? = Pardon, weet u hoe laat het is? Vielen Dank! / Danke schön! = Bedankt! Bitte sehr! = Hier a.j.b. / a.u.b.! Gern geschehen! = Graag gedaan! [14]Je biedt iets aan Was möchtest du trinken? = Wat wil je drinken? Möchtest du / Möchten Sie was trinken? = Wil je / Wilt u iets drinken? Ja, bitte! = Ja, graag! Nein, danke! = Nee, dank u / je wel! Hast du / Haben Sie vielleicht Hunger? = Heb je / Heeft u trek? Hast du Lust auf ein / eine / einen…? = Lust je een … Was halten Sie von einem Törtchen? = Wat dacht u van een taartje? Mit Zucker und Milch / Sahne? = Met suiker en melk / room? Nimm dir / Nehmen Sie sich ruhig ein/-e/-en.. = Pak maar / Neemt u rustig een… Soll ich dir / Ihnen etwas mitbringen? = Moet ik iets voor jou / u meenemen? Soll ich dir / Ihnen helfen? = Heb je / Heeft u hulp nodig? [15]Je zegt wat je graag zou willen Ich möchte / hätte gerne ein/e/en… = Ik wil / had graag een… Ich möchte / hätte eigentlich lieber ein/e/en… = Ik wil / had eigenlijk liever een… Ein Bier bitte! = Een bier a.u.b.! Fäulein / Ober, ich möchte bitte zahlen. = Mevrouw / Ober, ik wou graag afrekenen. [16]Je vindt iets prettig Das mache ich besonders gern. = Dat doe ik bijzonder graag. Sehr gern! Das finde ich super! = Heel graag! Dat lijkt me leuk! Ich mag Huhn. = Ik lust kip. Apfelmus mag ich sehr gern. = Appelmoes lust ik heel graag. Der Kuchen ist herrlich! = De cake is verrukkelijk! Guten Appetit! / Mahlzeit! = Eet smakelijk! Ich hoffe, es schmeckt Ihnen / dir? = Ik hoop dat het u / je smaakt? [17]Je vindt iets onprettig Schularbeiten gefallen mir überhaupt nicht. = Van huiswerk houd ik helemaal niet. Rotkohl schmeckt mir nicht. = Rodekool vind ik niet lekker. Ich hasse Rosenkohl! = Ik haat spruitjes! Ich habe Angst vor Spinnen. = Ik ben bang van spinnen. Ich fürchte mich im Dunkeln. = Ik ben bang in het donker. Das mag ich (gar) nicht. = Das lust ik (helemaal) niet. Lieber nicht! = Liever niet! [18]Je geeft je mening of je vraagt een ander om zijn mening Was hältst du davon? = Wat vind jij daarvan? Was halten Sie von der Idee? = Wat vind u van het idee? Ich bin der Meinung, dass… = Ik ben van mening dat… Ich finde, dass… = Ik vind dat… Was meinst du / meinen Sie dazu? = = Hoe denk jij / denkt u daarover? Ich denke / finde, dass…. = Ik denk / vind, dat… Bist du / Sind Sie damit einverstanden? = Ben je / Bent u het ermee eens? Meiner Meinung / Ansicht / nach…Meines Erachtens = Volgens mijn mening / inzicht… [19]Je bent het eens of oneens Ich bin da ganz anderer Meinung. = Ik denk er heel anders over. Ich teile deine / Ihre Meinung (nicht). = Ik deel jou / uw mening (niet). Ich bin einverstanden. = Ik ben het ermee eens. Von mir aus! = Mij best! Ich denke, dass du / Sie Recht hast / haben. = Ik denk dat jij / u gelijk heeft. Das mag schon sein, aber… = Dat zou wel kunnen, maar… Wir sind uns einig geworden. = We zijn het eens geworden. [20]Je brengt je medeleven tot uitdrukking Schade, dass… = Jammer, dat… Sie tut mir Leid. = Ik heb met haar te doen. Es tut mir Leid für dich. = Het spijt me voor je. Schade. = Jammer. [21]Je vindt iets (niet) belangrijk Ich finde das sehr wichtig. = Ik vind dat heel belangrijk. Das ist von großer Bedeutung. = Dat is van de grootste betekenis. Das ist mir total egal. = Dat kan me totaal niets schelen. Macht nichts. = Geeft niet. Kein Problem. = Geen probleem. Das ist nicht schlimm. = Dat maakt niet uit. [22]Uitdrukking die in het dagelijkse leven veel voorkomen also = dus aber klar = dat spreekt toch vanzelf eben = jazeker selbstverständlich = natuurlijk, vanzelfsprekend gleichfalls = insgelijks immerhin = maar toch na also = zie je wel na klar = ja natuurlijk! na und? = nou en? Na so was! = Kijk nou eens! sowieso = toch al, in ieder geval entweder … oder = of … of weder … noch = noch … noch [23]Je komt er niet uit Ich verstehe dich / Sie nicht. = Ik begrijp je / u niet. Ich weiß nicht, wie ich das sagen soll. = Ik weet niet hoe ik dat moet zeggen. Mir fällt das richtige Wort nicht ein. = Ik herinner het juiste woord niet. Das müsste ich umschreiben. = Dat zou ik moeten omschrijven.
Ingezonden op 26-03-2013 - 981x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Voor de mensen van het Coornhert Gymnasium die Duits hebben in Klas 4, is hier Redemittel 1 Sociale omgangstaal! =)
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!
Maak gratis account aan