Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Talent - Woordtrainer (HMD)
› 2 Les 3 & 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Talent - Woordtrainer (HMD)
2 Les 3 & 4
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Les 3: Amusant = grappig Afspelen = gebeuren Overigens = trouwens Het feit = iets waarvan je zeker weet dat het gebeurd is of waar is De mogelijkheid = iets dat kan gebeuren De column = een regelmatige bijdrage aan een krant of tijdschrift. Met een eigenzinnige inhoud De bewondering = het gevoel dat je iets of iemand bewondert Opzien tegen iets = ergens geen zin in hebben Sprake zijn van = iets dat mogelijk is Het corvee = de schoonmaakwerkzaamheden Geldig = wat je mag gebruiken Natrappen = wanneer bij voetbal een tegenstander met opzet een trap geeft als de bal al weg is Zinvol = bruikbaar Het risico = de kans dat je schade oploopt of dat er iets gebeurt Tegendraads = altijd tegen anderen ingaan Het verschijnsel = iets wat gebeurt Van de hak op tak springen = telkens over een ander onderwerp gaan praten Schijnbaar = zoals blijkt Geen overbodige luxe = iets dat wel nodig is Het attribuut = het ding waaraan je kunt zien welke functie die persoon heeft Les 4: Zin hebben in iets = ergens trek in hebben Schijnen = lijken te zijn, zonder dat je weet of het echt zo is De identiteit = het bewijs dat men de persoon is die men zegt dat hij is Identificeren = je voorstellen dat je iemand anders bent De cheque = een schriftelijke opdracht aan de bank om te betalen Een interview afnemen = een vraaggesprek met iemand houden De afwijking = iets dat anders is dan meestal het geval is Afvinken = het neerzetten van een vink, om iets af te checken De rolverdeling = wie wat doet Monteren = iets ergens aan vastmaken De figuur = de illustratie De figuur = een persoon met bepaalde kenmerken Figuurlijk = bij wijze van spreken, niet werkelijk (letterlijk) Het cabaret = een toneelvoorstelling met grapjes en liedjes over allerlei onderwerpen Identiek = precies hetzelfde Brainstormen = in een groep nadenken en ideeën verzinnen over een bepaald onderwerp Afwisselend = steeds anders Er valt niet aan te tornen = dat kan niet veranderd worden Stimuleren = aanmoedigen Verschillen = anders zijn dan iets of iemand
Ingezonden op 02-04-2013 - 1100x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
09-04-2013
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!