Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Vivat Roma!

1000 hoofdstuk 6 tm 12

Jaar 2 (Gymnasium)

dolus = list
parare = voorbereiden; klaarmaken {+acc.}
parare = zich klaarmaken om {+inf.}
filius = zoon
natus = zoon
adiuvare = helpen
fallere = bedriegen; misleiden
Carthago = Carthaginem {mv?}
Carthago = Carthago; Tyrië
ire = gaan
donum = geschenk
ferre = brengen; dragen
nunc = nu
mandare = opdragen
forma = vorm; gedaante; uiterlijk
petere = gaan naar; opzoeken
amor = amores m {mv +geslacht?}
amor = liefde
cor = corda o {mv +geslacht?}
cor = hart
excitare = opwekken
parere = gehoorzamen {+dat}
deponere = neerzetten; neerleggen; afleggen
appropinquare = naderen; dichterbij komen {+dat.}
regia = paleis
lectus = bed; aanligbed
tollere = opheffen; optillen
mons = montes m {mv +geslacht?}
mons = berg
inter = tussen; te midden van {+acc.}
flos = flores m {mv +geslacht?}
flos = bloem
intrare = binnengaan
sedes = sedes v {mv +geslacht?}
sedes = zetel
Tyrius = Tyriër; Carthager
convenire = samenkomen
vestis = vestes v {mv +geslacht?}
vestis = kleding(stuk); kleren; kleed
tegere = bedekken
ubique = overal
-que = en
cena = maaltijd
centum = 100
hospes = hospites m {mv +geslacht?}
hospes = gast
excipere = ontvangen {-io}
alii...alii = sommigen...anderen
mensa = tafel
vinum = wijn
implere = vullen
distribuere = uitdelen
adire = gaan naar
dare = geven
et...et = zowel...als; ...en ook
movere = bewegen; ontroeren
accipere = ontvangen; aannemen {-io}
memoria = herinnering
animus = hart; geest
paulatim = langzamerhand
expellere = verdrijven; verjagen
post = na {+acc.}
convivium = feestmaal
carmen = carmina o {mv + geslacht?}
carmen = lied
recitare = voordragen
lumen = lumina o {mv +geslacht?}
lumen = licht
nox = noctes v {mv +geslacht?}
nox = nacht
fugare = verjagen
bibere = drinken
sermo = sermones m {mv +geslacht?}
sermo = gesprek
multa = o mv groep 2 {geslacht, getal + welke groep?}
multa = veel (dingen)
postremo = tenslotte
nos = wij
insidiae = v mv {geslacht + getal?}
insidiae = hinderlaag
narrare = vertellen over {+acc.}
fatum = lot(geval)
error = errores m {mv +geslacht?}
error = zwerftocht
oculus = oog
habere = hebben; houden
pater = patres {mv?}
pater = vader
sic = zo; als volgt
incipere = beginnen {+io}
dolor = dolores m {mv +geslacht?}
dolor = verdriet
renovare = hernieuwen
praeterire = voorbijgaan
sidus = sidera o {mv +geslacht?}
sidus = ster
suadere = aanraden
cognoscere = leren kennen; vernemen
cupere = begeren; willen; wensen {-io}
vix = nauwelijks
tamen = toch
annus = jaar
decimus = tiende
nondum = nog niet
capere = (in)nemen; pakken {-io}
itaque = dus; daarom
primo = eerst {bijw.}
auxilium = hulp
equus = paard
clam = in het geheim
aedificare = bouwen
complere = vullen
ceteri = overige(n)
nocte = 's nachts
a / ab = vanaf; vandaan {+abl.}
ora = kust
navigare = varen
occultare = verbergen
insula = eiland
in = in; op {+abl.}
relinquere = verlaten; achterlaten
de = van...af {+abl.}
murus = muur
spectare = kijken
nec ... nec = noch...noch; niet...en ook niet
castra = o mv groep 2 {geslacht + getal + groep?}
castra = legerkamp
laetus = verheugd; blij
porta = poort
aperire = openen
an = of {vraagwoord}
flamma = vlam; vuur
urere = verbranden
intra = binnen {+acc.}
ducere = voeren; leiden; brengen
sacerdos = sacerdotes {mv? geslacht?}
sacerdos = m priester
cum = (samen) met; uit {+abl.}
e / ex = uit {+abl.}
credere = geloven; vertrouwen {+dat.}
numquam = nooit
carere = missen; zijn zonder {+abl.}
miles = milites m {mv? geslacht?}
miles = soldaat
certe = zeker; ongetwijfeld {bijw.}
timere = vrezen; bang zijn voor {+acc.}
hasta = lans
haerere = blijven steken; vastzitten
ecce = kijk!
rex = reges m {mv? geslacht?}
rex = koning
trahere = trekken; slepen
nomen = nomina o {mv? geslacht?}
nomen = naam
sine = zonder {+abl.}
per = over; door...heen {+ acc.}
sanguis = sanginem m {mv? geslacht?}
sanguis = bloed
lingua = tong
petere = gaan naar; opzoeken; aanvallen
primum = eerst {bijw.}
invadere = binnenvallen; aanvallen
corpus = corpora o {mv? geslacht?}
corpus = lichaam
dens = dentes m {mv? geslacht?}
dens = tand
venecum = vergif
necare = doden
temptare = proberen
clamor = clamores m {mv? geslacht?}
clamor = geschreeuw
frustra = tevergeefs
mors = mortes v {mv? geslacht?}
mors = (de) dood 
horrere = huiveren
modus = manier; wijze
punire = straffen
arma = o mv groep 2 {geslacht? getal? groep?}
arma = wapens; wapenuitrusting
ponere = plaatsen; zetten
filia = dochter
fata = o mv groep 2 {geslacht? getal? groep?}
fata = lotsbeschikkingen
aperire = openen; openbaren; bekendmaken
ornare = versieren
surgere = oprijzen; opstaan
umbra = schim; schaduw; duisternis
liberare = bevrijden
coniunx = coniuges {mv?}
coniunx = echtgenoot; echtgenote
custos = custodes m {mv? geslacht?}
custos = bewaker; wachter
caedere = doden; afslachten
omnia = o mv {geslacht? getal?}
omnia = alle; alles
maestus = bedroefd
plurimi = m mv {geslacht + getal?}
plurimi = zeer veel
vulnus = vulnera o {mv + geslacht?}
vulnus = wond
pes = pedes m {mv + geslacht?}
pes = voet
fidus = trouw; betrouwbaar
salus = salutes v {mv + geslacht?}
salus = redding; heil
multus = veel
funus = funera o {mv + geslacht?}
funus = begrafenis; dood
varius = verschillend; allerlei
labor = labores m {mv + geslacht?}
labor = inspanning; arbeid
tandem = eindelijk
aspicere = zien; aanschouwen {-io}
ille = hij
eripere = ontrukken aan {-io}
hostis = hostes m {mv + geslacht?}
hostis = vijand
altus = hoog
ruere = instorten
defendere = verdedigen
satis = genoeg; voldoende {bijw.}
Penates = m mv {geslacht + getal?}
Penates = Penaten; huisgoden
magis = meer {bijw.}
atque = en; en ook
pugna = strijd
excitare = wekken; opwekken
undique = aan/van alle kanten
caedes = caedes v {mv + geslacht?}
caedes = bloedbad; slachting
bonus = goed
pulcher = mooi
Romanus = Romein; Romeins
medius = middelste
ara = altaar
miser = ongelukkig
impellere ad = drijven naar; aanzetten tot {+acc.}
quo = waarheen
vadere = gaan
tempus = tempora o {mv + geslacht?}
tempus = tijd
egere = nodig hebben {+abl.}
cedere = gaan, komen
ad = naar; bij {+acc.}
unus = één
telum = wapen
instare = achternazitten {+dat.}
capere = (in)nemen; pakken; grijpen; vangen {-io}
tenere = (vast)hebben; (vast)houden
gladius = zwaard
percutere = doorboren {-io}
vita = (het) leven
cum = (samen) met; tegelijk met {+abl.}
fundere = uitstorten
iratus = woedend
meus = mijn
lux = luces v {mv? geslacht?}
lux = licht
dextra = rechterhand
continere = in bedwang houden; tegenhouden
os = ora o {mv? geslacht?}
os = mond; gezicht
tantus = zo groot
ira = woede
quid = wat?; waarom?
saevire = woeden; tekeergaan
curare = zorgen voor {+acc.}
culpa = schuld
perdere = te gronde richten
hic = hier; daar
concutere = hevig doen schudden {-io}
fundamentum = fundament
evertere = omverhalen
tenere = (vast)houden; bezet houden
saevus = woest
arx = arces v {mv? geslacht?}
arx = burcht
summus = hoogst
ipse, ipsa, ipsum = zelf
virtus = virtutes v {mv? geslacht?}
virtus = moed; dapperheid
pugnare = vechten
desinere = ophouden
suus = zijn; haar
orare = bidden; smeken
omen = omina o {mv? geslacht?}
omen = voorteken
secundus = gunstig
supra = boven {+acc.}
noster = ons; onze
iam = al; reeds; nu
nullus = geen
mora = oponthoud; uitstel
hic, haec, hoc = deze; dit
signum = teken
vester = jullie; uw
parvus = klein
post = na; achter {+acc.}
pars = partes v {mv? geslacht?}
pars = deel; kant
hora = uur
extra = buiten {+acc.}
deesse = ontbreken
crinis = crines m {mv? geslacht?}
crinis = (het) haar
vox = voces v {mv? geslacht?}
vox = stem
carus = lief
quid iuvat = wat helpt het te {+inf.}
insanus = onverstandig; dwaas
numen = numina o {mv? geslacht?}
numen = (goddelijke) wil
evenire = gebeuren
abire = weggaan
vetare = verbieden
longus = lang
Graecia = Griekenland
vale = vaarwel!
conservare = bewaren
verbum = woord
deserere = verlaten; in de steek laten
ter = driemaal
circumdare = leggen om {+dat.}
effugere = ontvluchten; ontsnappen {-io}
media nocte = midden in de nacht
cura = zorg
vultus = m {gelacht?}
vulus = gezicht
pectus = pectora o {mv? geslacht?}
pectus = borst
placidus = vredig
quies = quietes v {mv? geslacht?}
quies = rust
membra = o mv {geslacht? getal?}
membra = ledematen
donare = geven; schenken
primus = eerst(e)
soror = sorores {mv?}
soror = zuster; zus
dicere = dixi {wat is de pf?}
terrere = bang maken
pervenire = perveni {wat is de pf?}
quot = hoeveel
divinus = goddelijk
genus = genera o {mv? geslacht?}
genus = geslacht; afkomst
maritus = echtgenoot; man
solus = alleen
movere = movi {wat is de pf?}
vestigium = spoor; voetspoor
laedere = stoten; kwetsen
tuus = jouw; uw
violare = schenden
iungere = iunxi {wat is de pf?}
iungere = verbinden
adhuc = nog steeds; tot nu toe
sepulcrum = graf
servare = redden; bewaren
lacrima = traan
respondere = respondi {wat is de pf?}
maerere = bedroefd zijn; rouwen
num = toch niet?
semper = altijd
liberi = m mv {geslacht? getal?}
liberi = kinderen
vitam agere = een leven leiden
umquam = ooit
flectere = flexi {wat is de pf?}
flectere = buigen; op andere gedachten brengen
matrimonium = huwelijk
petere = petivi {wat is de pf?}
petere = gaan naar; opzoeken; aanvallen; vragen
cingere = omgeven; omringen
frater = fratres {mv?}
frater = broer
conubium = huwelijk; verbintenis
gens = gentes v {mv? geslacht?}
gens = volk; stam
duo, duae, duo = twee
gloria = roem
modo = slechts {bijw.}
causa = reden; oorzaak
fingere = vormen; verzinnen
spes = v spem {geslacht + wat is spes in de acc?}
spes = hoop; verwachting
dubius = weifelend
mens = mentes v {mv? geslacht?}
mens = geest; verstand 
dare = dedi {wat is de pf?}
solvere = solvi{wat is de pf?}
solvere = losmaken; bevrijden
pudor = pudores m {mv? geslacht?}
pudor = (gevoel van) schaamte
relinquere = relique {wat is de pf?}
canis = hond
canis = canes {mv?}
adesse = aanwezig zijn; erbij zijn
princeps = eerste; voornaamste; vorst; leider
princeps = principes m {mv? +geslacht?}
exspectare = wachten op; verwachten {+acc.}
multido = menigte
multido = multidines v {mv? +geslacht?}
dubitare = aarzelen; twijfelen
aurum = goud
adire = adii {wat is de pf?}
agmen = groep; stoet
agmen = agmina o {mv? +geslacht?}
coniungere = coniunxi {wat is de pf?}
coniungere = samenvoegen; verbinden
ut = zoals
procedere = voortgaan; voortschrijden
decus = sieraad; charme
decus = decora o {mv? +geslacht?}
arduus = steil
venire = veni {wat is de pf?}
ferus = wild; ongetemd
transire = overtrekken; oversteken
campus = vlakte; veld
nuc ... nunc = nu eens ... dan weer
ille, illa, illud = die; dat
ruere = instorten; neerstorten
aqua = water
ater = zwart; donker
ager = akker; land; gebied
diversus = tegengesteld; verschillend
dux = aanvoerder; leider; gids
dux = duces m {mv? +geslacht?}
ignis = vuur
ignis = ignes m {mv? +geslacht?}
summus mons = de top van de berg
malus = slecht
mala = het kwaad; kwade dingen
mala = o mv {geslacht? getal?}
nec iam = niet meer
fama = gerucht; (goede/slechte) naam; goede naam; slechte naam; reputatie
curare = verzorgen; zorgen voor; zich bekommeren om
tegere= bedekken; verbergen
vocare = roepen; noemen
currere = cucurri {wat is de pf?}
canere = bezingen; zingen; vertellen; (be)zingen
auris = oor
auris = v aures {mv? + geslacht?}
totus = geheel; heel
fabula = verhaal
litus = kust; strand
litus = litora o {mv? geslacht?}
quodam die = op een zekere dag; op zekere dag; op (een) zekere dag
tunc = toen; dan; vervolgens
accidere = gebeuren
accidere = accidi {wat is de pf?}
nemo = niemand
nemo = neminem {mv?}
cognocsere = cognovi {wat is de pf?}
e / ex = uit; sinds
e / ex = {+abl.}
officium = plicht; taak
neglegere = verwaarlozen
libido = hartstocht; passie
libido = libidines v {mv? geslacht?}
hiems = winter
hiems = hiemes v {mv? geslacht?}
pius = plichtsgetrouw; vroom
honor = eer
honor = honores m {mv? geslacht?}
Iuppiter, Iovem = Jupiter
pro = voor
pro = {+abl.}
ardere = branden; in brand staan
cruor = bloed
cruor = cruorem m {mv? geslacht?}
imago = beeld; nabootsing
supplex = smekend
tollere = sustuli {wat is de pf?}
quia = omdat
qoud = omdat
nisi = als niet; behalve
ut = zodra {+pf --> vertalen met plqpf}
dum = terwijl {+praesens}
si = als; indien
vere = echt; werkelijk {bijw.}
horrere = huiveren voor {+2 acc.}
cum = wanneer; toen {voegwoord}
postquam = nadat {+pf --> vertalen met plqpf.}
advenire = aankomen
bene = goed {bijw.}
excipere = excepi {wat is de pf?}
fines = gebied
fines = m mv {geslacht? getal?}
sedes = woonplaats; sedes v woonplaats; zetel
sedes = sedes v {mv? geslacht?}
praeclarus = zeer mooi
condere = stichten
posse = potui {wat is de pf?}
iste, ista, istud = die; dat
repellere = terugdrijven; afwijzen
ac = en; en ook
dominus = heer; heer des huizes; heer (des huizes); meester
accipere = accepi {wat is de pf?}
sicut = zoals
comes = metgezel; begeleider
comes = comites m {mv? geslacht?}
munus = munera o {mv? geslacht?}
munus = geschenk
moenia = stadsmuren; muren; (stads)muren
moenia = o mv groep 3 {geslacht? getal? groep?}
vertere = verti {wat is de pf?}
vertere = draaien; wenden
videre = vidi {wat is de pf?}
admonere = waarschuwen; aansporen
iubere = iussi {wat is de pf?}

Ingezonden op 18-04-2013 - 2310x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 14-05-2013.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

MENSEN LET NIET OP DE REACTIES HIERONDER
GEBRUIK GEWOON DE LIJST EN NIET MEER!!!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Vivat Roma!

1000 hoofdstuk 6 tm 12