Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
!!!! ALS JE DIT LEEST... !!!
› 3 Turks voor Beginners
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
!!!! ALS JE DIT LEEST... !!!
, deel 3
3 Turks voor Beginners
Jaar 1 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
akçam = avond aramak = zoeken çalmak = rinkelen dökmek = gieten dün = gisteren düşmek = vallen ekmek = brood geç = laat iş = werk kapatmak = dichtdoen kime = naar wie köy = dorp mi = vraag mı = vraag mu = vraag mü = vraag ne zaman = wanneer nereye = waarheen ne = wat okumak = lezen öpmek = kussen öyle mi = o ja oynamak = spelen peynir = kaas söylemek = zingen; zeggen süt = melk taşımak = dragen türkçe = turks uçmak = vliegen zeytin = olijven abla = (oudere) zus acaba = ik vraag me af of., soms acele = haast(ig) aci = pijn, heet, bitter aç = honger açmak = openen açik = open açiklama = uitleg, verklaring ad = naam ada = eiland adres = adres aferin = goed zo! affetmek = vergeven afiyet olsun = eet smakelijk! agabey/abi = (oudere) broer agaç = boom agir = zwaar, serieus agiz = mond aglamak = huilen agrimak = pijn doen (intr.) agustos = augustus ahlak = zeden, moraal aile = gezin ait = behorend tot ak = wit akciger = long akil = verstand akilli = verstandig, slim akraba = familielid aksam = avond almak = halen, nemen alay = ironie, spot, optocht alçak = laag alismak = wennen, gewend raken aan alistirma = oefening alisveris = boodschappen Allah = God alt = onder(kant) alti = zes altin = goud, gouden altmis = zestig ama = maar amaç = doel, ideaal amca = oom (van vaderskant) an = moment, tel ana/anne = moeder anahtar = sleutel anayasa = grondwet ancak = pas, slechts anlamak = begrijpen anlasmak = overeenkomen, afspreken anlatmak = vertellen, uitleggen anne = moeder apartman = flatgebouw aptal = dom, idioot, stommeling ara = tussenruimte, pauze araba = auto aralik = hiaat, spatie, december arka = achter(zijde) arkadas = vriend, vriendin armut = peer artik = (uit)eindelijk, voortaan, overblijfsel arzu = wens, verlangen asansör = lift asker = militair, soldaat asagi = beneden, onder at = paard atmak = (weg)gooien ata = voorvader ates = vuur, koorts avukat = advocaat ay = maan, maand ayak = voet ayakkabi = schoen aydinlik = (dag)licht, helderheid ayip = schande(lijk) ayirmak = splitsen, scheiden ayirtmak = uit elkaar halen, reserveren ayna = spiegel ayni = (de)zelfde, gelijk ayran = yoghurtdrank ayri = apart ayrilmak = scheiden, uit elkaar gaan az = weinig azalmak = afnemen baba = vader bacak = been bagli = gebonden bahar = voorjaar bahçe = tuin bahsetmek = praten over bakmak = kijken, verzorgen bakan = minister bakim = zorg, standpunt bakkal = kruidenier baklava = zoet gebak van bladerdeeg balik = vis balkon = balkon banka = bank banyo = badkamer bardak = glas konusmak = spreken konusma = gesprek, voordracht korkmak = bang zijn kosmak = rennen koymak = (neer)leggen, (neer)zetten koyu = dik, stijf, donker koyun = ooi, schaap köfte = gehaktbal kömür = steenkool köpek = hond köprü = brug köse = hoek kötü = slecht köylü = dorpeling kulak = oor kullanmak = gebruiken kum = zand kumas = stof kurmak = oprichten, stichten kurtarmak = redden kuru = droog kus = vogel kutlamak = feliciteren kutu = doos kuvvet = kracht, macht kuzey = noorden küçük = klein kütüphane = bibliotheek lamba = lamp lazim = nodig, benodigd lezzetli = smakelijk, lekker liman = haven limon = citroen lira = Turkse lire lise = lyceum lokanta = eethuisje, restaurant lütfen = alstublief maalesef = helaas maas = loon, salaris madem = aangezien maden = delfstof mahalle = wijk makale = artikel makina = machine mal = goed, waar, eigendom mana = betekenis manav = groenteboer manzara = uitzicht, scène mart = maart masa = tafel masraf = uitgave masallah = prima! fantastisch! schitterend! mavi = blauw mayis = mei meclis = Tweede Kamer, parlement mektup = brief memleket = vaderland, landstreek (waar iemand vandaan komt) memnun = tevreden memur = ambtenaar mendil = zakdoek merak = nieuwsgierigheid merdiven = trap merhaba = goedendag, hallo merkez = centrum mesele = kwestie mesgul = bezig, bezet meshur = bekend, beroemd metre = meter mevsim = jaargetijde meydan = plein meyva/e = vrucht, fruit mezun olmak = gediplomeerd zijn, afgestudeerd zijn millet = natie, volk milyar = miljard milyon = miljoen mimar = architect misafir = gast mor = paars, violet mutfak = keuken mutlu = gelukkig müddet = duur, poos müdür = directeur mühendis = ingenieur mühim = belangrijk mümkün = mogelijk müracaat = aanzoek, aanvraag müsaade = verlof, permissie müslüman = moslim müsteri = klant müze = museum müzik = muziek nasil = hoe neden = waarom, reden nehir = rivier nerede = waar nereli = waarvandaan afkomstig niçin = waarom nisan = april nisanli = verloofd niye = waarom kurþun = kogel; lood kurþun kalem = potlood kýsa = kort mürekkepli = inkt mutlu = blij nadide / nadir = zeldzaam nokta = punt omuz = schouder önceki gün = eergister ozaman = dan özel = privé; speciaal padiþah = regerend vorst (sultan) parmak = vinger pek = heel erg (veel) peki = ok; goed pekiyi = goed sabýrsýz = ongeduldig; rusteloos þarký = lied (Osmaans) sayfa = bladzijde; pagina sebze = groente; rauwkost ses = geluid soba = kachel (verwarming) soðuk = warm soru = vraag kelime / sözcük = woord sözlük = woordenboek sýrt = rug tabak = bord tükenmez kalem = balpen tükenmez = eindeloos tümgün = de hele dag türkü = lied (levenslied) týrnak = nagel üçgün önce = 3 dagen geleden ülke = land uzun = lang yalnýz = alleen yanlýþ = fout yarýn = morgen ýslak = nat ilaç = medicijn büyümek = groeien acý / aðrý = pijn artýk = restant et = vlees ayný þey = hetzelfde bahcak = been bazen = kont (vrouw) baþka = anders; verder nog batý müziði = westerse muziek bazen = soms birþey = iets camý = moskee çekirdek = pit çeþitli = verschillende; diverse cevap / yanlýt = antwoord çirkin = lelijk defa = keer demekki = dus diþ = tand diz = knie diþçi = tandarts dolma = gevulde mürekkepli kalem / dolma kalem = vulpen dün = eergisteren ertesi gün = overmorgen fincan = kop (drinken) geçen = vorige gelecek = volgende doðru / gerçek = waarheid gök = lucht gözlük = bril hangi = welke harf = letter hayvan = dier hediye = cadeau hele þükür = gelukkig maar hergün = iedere dag herkez = iedereen hiç kimse = niemand iltifat = compliment iþyeri = zaak kalça = unisex kont (meest gebruikt) karga = kraai kaþýk = lepel kilise = kerk kiþi = persoon kiþilik = karakter köpük = schuim kot = spijkerstof krallýk = koninkrijk kupa = beker önceki hafta = twee weken geleden
Ingezonden op 23-04-2013 - 4556x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Succes
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!