Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Of course!

4 alle woorden hoofdstuk 4 en 5

Jaar 4 (havo)

§4.1
geestelijk, mentaal = mental
gespannen = tense
gewaagd, gedurfd = bold
in de war sturen = upset
methode, benadering = approach
onderschatten = to underestimate
(onder)steunend = supportive
op die manier = in that way
overwinnen = conquer
tempo = pace
uitgeput = exhausted
voldoening = satisfaction

competitor = concurrent, mededinger
liberate = bevrijden, vrijmaken
§4.2
bevredigend, naar tevredenheid = satisfactory
buitengewoon = extremely
gebed = prayer
hartstochtelijk = passionate
inhouden, betrekken = to involve
laatst, uiteindelijk = ultimate
moedig = courageous
ongelukkig, onfortuinlijk = unfortunate
prachtig, schitterend = magnificent
troost = comfort
uitglijden = to slip
vriendelijk, prettig in de omgang = sociable
wonderbaarlijk, geweldig = marvellous
zeker, definitief = definitely
to accompany = begeleiden, vergezellen
ridge = richel
§4.3
aantonen = to prove
aarzelend = hesitantly
alledaags, gewoon = conventional
bekwaam, kundig = skillful
bereiken = to achieve
beveiligingsbeambte = security guard
bewijs = evidence
bijzonder, eigenaardig (vaak negatief) = peculiar
buik = belly
chips = crisps
enorm = huge
erkennen = to recognise
erkennen, toegeven = admit
eten en drinken = to consume
fantasie, verbeeldingskracht = imagination
groot glas (bier) (ruim een halve liter) = pint
halve finale = semi-final(s)
de (ge)hele natie = entire
de hoofdrol spelen = feature
idee, geloof = notion
in staat om = capable of
mager en fit = lean
middeleeuws = medieval
nodig hebben, vereisen = to require
omhelzen = to hug
ongewoon, ongebruikelijk = unusual
opgeven (waarvoor je verantwoordelijk bent) = abandon
opvallend = strikking
populair = fashionable
presenteren (van een programma) = to host
rechtstreeks uitzenden = to broadcast live
rechtstreeks uit = straight from
rekenen = to calculate
reus = giant
je schouders ophalen = to shrug your shoulders
slank en aantrekkelijk = slenter
sluw = crafty
snel = swift(ly)
tenminste = at least
(sport)toernooi = tournament
uitblinken = to excel
vastberadenheid = determination
verbazingwekkend = astonishing
verbieden (officieel) = to ban
volwassen worden = to come of age
woede = rage
worden = to turn
zendtijd met de grootste kijkdichtheid = prime time
ale = bier
archery = boogschieten
to capture = vangen, boeien
compatriot = landgenoot
cutting = bitter, scherp
to defy = weerstaan, het hoofd bieden aan
to display = tonen
fervent = vurig, hartstochtelijk
to forge = vormen, bedenken
to grasp = begrijpen
notable = opvallend
ominous = onheilspellend
omnipresent = overal aanwezig
to outweigh = zwaarder wegen dan
overly = overdreven
to pursue = nastreven
range = verscheidenheid, reeks
reassurance = geruststelling
reigning = regerend
seething = ziedend, blind
stature = aanzien
tense = spannend
to persist = blijven bestaan
on a whim = in een opwelling
4.4
(aandelen)beurs = stock exchange 
aantrekkingskracht = appeal
sterke drang, neiging = urge
geschokt, ontdaan = upset
gevaarlijk en opwindend = extreme
invalide = disabled
litteken = scar
iemand van iets overtuigen = to convince somebody of something
overwinnen = to conquer
ploeg = crew
rolstoel = wheelchair
uitrusting = gear
verslaving = addiction
zwaar, moeilijk = tough
avalanche = lawine
to grab = vastpakken
hazardous = gevaarlijk
marine = marinier
af en toe, incidenteel = occasional
beginnen = to take up
benadrukken = to stress 
elleboog = elbow
geleidelijk = gradually
helling = slope
helm = helmet
hoek = angle
houding = attitude
onderhouden, volhouden, handhaven = to maintain
overdreven = exaggerated
pols = wrist
reeks, rij = series
ruim voldoende, volop = ample
schaafwond = scrape
stroomversnelling = rapids
(ver)storen = to disturb
uitrusting = equipment
vaardigheid = skill
verbazingwekkend = amazing
verzwikken = to twist
iemand voorzien (van) = to fix somebody up (with)
wankel = unsteady
woede = fury
accessories = iets dat ergens bij hoort, accessoires
to bounce = stuiteren, springen
core = kern
dice = dobbelstenen
folly = dwaasheid
friction = wrijving
impartial = onpartijdig
lap = ronde
to mutter = mompelen
pad = vulling
proclaimed = uitroepen tot
to put off = uitstellen
to resign oneself to = zich neerleggen bij, berusten in
to resume = hervatten
to shift = verplaatsen
to toss = het opgooien, de lucht in gooien van
versus = tegen
to witness = getuige zijn van
autoriteit, gezag = authority
geval = case
iemand die spanning opzoekt = thrill-seeker
informeel = informal
krassen = to scratch
lift = elevator
nieuwsgierigheid = curiosity
oppervlak = surface
uitdagen = to challenge
variëren, afwisselen = to vary
(ver)tonen = display
alien = vreemd, onbekend
delightful = heerlijk, zalig
destiny = lot
disarming = ontwapend
leisure = vrije tijd
ruthless = meedogenloos
stroke = slag
aannemen, veronderstellen = to assume
er wordt aangenomen dat hij = it is assumed that he
ambacht = craft
behandeling = treatment
echt, werkelijk = genuinely
(blok)hut = cabin
momenteel = currently
nood = emergency
onderhoud = maintenance
opwinding, spanning = exitement
solliciteren naar = to apply for
verruimen = broaden
adaptable = flexibel
appetite = eetlust
cooperative = meewerkend
to defy = uitdagen
a fortnight's = twee weken
hospitality = gastvrijheid
laundry = wasserette
litter = afval; rommel
a subscription to = abonnement op
aanvankelijk = initially
aanvragen = to apply for
asielzoeker = asylum seeker
beangstigend = terrifying
bekend = familiar
bevestigen = to confirm
bezittingen = possessions
CKV = art
geboorteland = native country
geleidelijk aan = gradually 
gelijkheid = equality
gemeenteraad = local council 
handvaardigheid = handicraft
heimwee krijgen = to get homesick
zich herinneren = to recall
lichamelijke oefening = physical education
met tegenzin = reluctantly
natuurkunde = physics
natuurwetenschappen = science
ondervraging = interrogation
opgelucht = relieved
goed opschieten met = get along
over het algemeen = generally
overwinnen = to overcome
presteren = to perform
vluchtelingen = refugees
regelmatig = frequently
uitvoeren = to carry out
verdieping = storey
zich verheugen op, uitzien naar = looking forward to
verschijnsel = phenomenon
zich vestigen = to settle
vluchten uit = to flee
wegens = because of
ancestry = afkomst
anxious = iets heel graag willen
aspiring = ambitieus
curriculum = leerplan
displaced people = vluchtelingen
to embrace = gebruikmaken van
to endure = verdragen; doorstaan
harrowing = aangrijpend
ordeal = pijnlijke ervaring
persecution = vervolging
preoccupied with = geestelijk erg bezit met
represents = voorstellen
to reveal = onthullen; bekend maken
sole = enige
citeren = to quote
levenskracht = life-force
oppervlakkig = superficial
poging = attempt
het tegenovergestelde van = the opposite of
verminderen = to reduce
apathy = lusteloosheid
base = verachtelijk
billboard = aanplakbord
boxed in = opgesloten; beperkt
to conform to = zich aanpassen aan
to counteract = tegengaan
innovation = vernieuwing
perception of = beeld van
to reflect on = diep nadenken over
savage = wreed
aan de andere kant = on the other hand
aankoop = purchase
aanspreken = appeal
buitengewoon, wonderbaarlijk = marvellously
daar komt nog bij = on top of that
doel = target
zich druk maken = to bother
geheel, helemaal = entirely
geschikt = convenient
helaas = unfortunately
iemands aandacht trekken = to draw someone's attention
inhalen = to overtake
inwoner = resident
keizerrijk = empire
klacht = complaint
landelijk = rural
onbetrouwbaar = unreliable
ongelukkig = unfortunate
ongetwijfeld = surely; undoubtedly
opgewonden = excited
plaatselijke bewoners = locals
reusachtig = giant
tenslotte = eventually
verbaasd = astonished
verbazing = astonishment
vergunning = licence
vermoedelijk = presumably
vertrekken = to set out
verzoeken = to request
to accelerate = versnellen
to award = toekennen
beyond dispute = buiten kijf
cease = ophouden 
diminish = verminderen
was lounging = luieren
to narrate = vertellen
prediction = voorspelling
to purchase = kopen
random = willekeurig
review = terugblikken op
sample = monster
savage = wild; woest
to spit = spuwen
to trade = handelen
trespassers = overtreder
burger(rechten) = civil
de bejaarden = the elderly
er achter komen waar iemand zich bevindt = to locate somebody
genegenheid = affection
greppel, sloot = ditch
hulp = aid
boertje, keuterboer = peasant
mogelijk, eventueel = potential
de nadruk leggen op = to emphasize 
ontmaskeren = to expose
overdrijven = to exaggerate
stedelijk = urban
turen = to peer
verbergen, geheim houden = to conceal
voldoende = adequate
warenhuis = department store
werknemers = employees
to abandon = in de steek laten; achterlaten
to acknowledge = erkennen
to demolish = slopen; niets heel laten van
extensive = veelomvattend
fine = boete
limb = ledemaat
outspoken = uitgesproken
to take a peep at = kijkje nemen in
prejudice = vooroordeel
to resist = weerstand bieden aan
restricion = beperking
got the sack = de bons krijgen; ontslag krijgen
significant = aanzienlijk
surgery = operatie
bevredigend = satisfactory
dagboek = diary
op leeftijd = elderly
plein = square
talrijk = numerous
toegang = admission
uitstalling, vertoning = display
uitzicht geven op = faces
verzekeren = assure
vonnis = sentence 
vreselijk = dreadfully
brede straat met bomen = Avenue
zaak = establishment
adjoins = grenzen aan
alley = steegje
booth = kraampje
to convey = meedelen; overbrengen
dash = spurt; sprint
discount = korting
to exhibit = tentoonstellen
flavour = smaak
pond = vijver
premises = gebouw en terrein
sewer = riool
skyscraper = wolkenkrabber
turkey = kalkoen
warehouse = pakhuis
to wrap = hullen in
akkoord gaan = to have a deal
beweren = to claim
met veel mensen binnenvallen = invaded
boos op iemand = cross with
buurt = neighbourhood
eerder, vroeger = sooner
kenmerk = feature
meerijden = to drive along
iemand met een mes steken = to stab somebody
de moeite nemen = to bother
in toenemende mate = increasingly
niet kunnen uitstaan = can't stand
ongemak = inconvenience
optocht = procession
opzettelijk = deliberately
spanning tussen rassen = racial tension
springen = leap
tot dusverre = so far
verdragen, tolereren = put up with
plat drukken = to crush
dense = opeengepakt
litter = afval
to proceed = voortgaan
stabbing = steekpartij
kaart = chart
de scherming = dusk
spoor = trace
uitbreiden = to expand
zich uitstrekken = stretched
to dedicate to = toewijden aan
embraces = omvatten
ferociously = woest
to intervene = tussen beide komen
porch = veranda
reduction = vermindering
reflection = nadenken

Ingezonden op 26-04-2013 - 2023x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 15-06-2013.
Waardering 10 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Ik weet niet of er fouten in staan, dus als je er een ziet vertel het me maar!!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Of course!

4 alle woorden hoofdstuk 4 en 5