Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels jasper
› 72 Vocabulaire général: La société (deel 1)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels jasper
, deel 8
72 Vocabulaire général: La société (deel 1)
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
de godsdienst = la religion het christendom / christenen = le christianisme / les chrétiens het jodendom / joden = le judaïsme / les juifs de islam / moslims = l'islam / les musulmans de (christen, joodse, ...) gemeenschap = la communauté een staatsreligie = une religion d'état de scheiding van Kerk en Staat = la séparation de l'Eglise et de l'Etat bidden = prier hoofddoek dragen = porter le voile een moraal = une morale een levenswijze = un mode de vie een norm / een waarde = une norme / une valeur een verplichting / een verbod = une obligation / un interdit gendergelijkheid = l'égalité des sexes een verworvenheid = un acquis sociale verworvenheden = les acquis sociaux iets verwerven acquérir qch de positie van de vrouw = le condition féminine de scheiding = le divorce contraceptie = la contraception de zwangerschap = la grossesse zwanger zijn = être enceinte een kind verwachten = attendre un enfant abortus = l'avortement / l'interruption volontaire de grossesse discriminatie = la discrimniation het beroepsleven = la vie professionnelle een huismoeder / een vrouw aan de haard = une mère de famille / une femme au foyer de verdeling van de huishoudelijke taken = le partage des tâches ménagères een koppel = un couple een huwelijk = un mariage met iemand trouwen = se marier avec qqn / épouser qqn een partner = un partenaire / un compagnon een echtgenoot / een echtgenote = un époux / une épouse een vrijgezel = un célibataire het ouderlijk gezag = l'autorité parentale een eenoudergezin = une famille monoparentale een samengesteld gezin = une famille recomposée de veroudering = le vieillissement de derde leeftijd = le troisième âge levensverwachting = l'espérance de vie het pensioen = le retraite met pensioen gaan = partir à la retraite een gepensioneerde = un retraité de gezondheid = la santé overlijden = un décès een doodsoorzaak = une cause de décès een dokter, arts = un médecin een ziekte = une maladie behandelen / een behandeling = traiter / un traitement genezen / genezing = guérir / la guérison medicijn voorschrijven = prescrire un médicament een voorschrift = une prescription
Ingezonden op 06-05-2013 - 1135x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!